In Etterbeek heerste eeuwenlang de Hap-dynastie. Albert-Joseph, François-Louis, Pierre, Jean-Félix en Louis Hap: het waren brouwers, burgemeesters, notarissen en notabelen die natuurlijk sporen nalieten. In de vorm van een lange straat bijvoorbeeld, of van het park dat wij hier bezoeken.
Laptopia: Jean-Félix Happark
Lees ook: Laptopia: KMI en Sterrenwacht
DINSDAG 6 MAART, 13 UUR
Het Jean-Félix Happark verstopt zich graag. En omdat het nog maar heel klein is, blijft het zich zelfs hardnekkig verschansen wanneer u het helemaal niet komt zoeken. Dat is schattig, maar ook een beetje zielig.
Het park neemt slechts een kleine hap uit de stad. Verkaveld zou het nauwelijks goed zijn voor tien tuinen achter de huizen in de îlot tussen de Louis Hapstraat, de Oudergemlaan en de Waversesteenweg. Maar het ingesloten groen is gevrijwaard gebleven voor het grote publiek, en het is die functie - van omsingelde vrijplaats die met veel moeite haar plaats bevecht tegen woekerende woongelegenheid - die de ommuurde hof cultiveert.
De laatste resten tropisch Brussel hebben een ingang aan de Oudergemlaan, en er komt er ook een volledig nieuwe aan de Hapstraat. Maar je moet wat mij betreft die aan de Waversesteenweg nemen. In de tuinmuur waaraan nog zo’n oude grote rode postbus hangt, met een gewelfd dakje en een gekroonde posthoorn erop, zit een smeedijzeren hekje waar je door kan.
"Het Jean-Félix Happark verstopt zich graag. Het blijft zich hardnekkig verschansen wanneer u het helemaal niet komt zoeken. Dat is schattig, maar ook een beetje zielig"
Deze krakkemikkige toegangspoort zet de juiste toon voor de tuin. Meteen rechts achter de muur, helemaal in de hoek, zit het krappe kot van de parkwachter met het kleinste wachtgebied ter wereld. Wanneer er geen bezoekers zijn, komt hij buiten en spreekt hij met de dieren. Indien door gevaarlijke gekken omringd, trekt hij zich terug.
Op dit ogenblik rust alleen een versleten wandelaar in de kleine kiosk die zich vergeefs verweert tegen een mosaanslag. Een moeder met kinderwagen vertegenwoordigt de subgroep die statistisch het meest voorkomt in parkjes.
Ze onderneemt een woeste wandeling over een terrein waar het onderscheid tussen pad en perk al lang is vervaagd. Een oud, onaanzienlijk boompje dat over zo’n vaagweg helt, werd jaren geleden al ondersteund met een ijzeren staaf die toen toevallig ergens in de buurt lag.
Staaf en stam zijn inmiddels vergroeid in een korstige, roestende wonde. Vlakbij brokkelt een oude waterpomp af die zolang te water ging tot ze barstte. Achtergevels van aanpalende huizen worden ook al gestut omdat ze aangetrokken worden door het microklimaat van neergang en vergankelijkheid. De bibliotheek heet, in meerdere opzichten toepasselijk, Het Behouden Huis.
Ze eert zo de aanwezigheid in Etterbeek, tussen 1991 en 1995, van de Nederlandse schrijver Willem Frederik Hermans.
Het is alsof men zich dit park alleen maar herinnert wanneer zaken van leven en dood in het geding zijn. Als blijk van het grote medelijden in ons terroristische universum werd hier een monument voor de slachtoffers 22 maart geplaatst. Er treurt ook een acacia boven een bankje met een koperen naamplaatje van een Schotse vrouw die in Brussel overleed in 2009.
Anderzijds hoort in deze hortus conclusus ook een levensfontein. Uit een lek in de eeuwigheid borrelt inderdaad water naar boven. Het is de oorsprong van het riviertje de Broebelaar.
Dat beekje werd ingekokerd in een stelsel van cascaden en riolen, maar de bron werd het vrijwaren waard, en dit park daarvoor uitermate geschikt geacht. Een tevergeefs geplastificeerd A4’tje op een stokje wijst naar een vochtplek tussen bamboe en klimop waar het onderscheid tussen stroomop- en stroomafwaarts duidelijk nog niet wordt gemaakt.
Van de Broebelaar loopt het water in de Maalbeek, van de Maalbeek in de Zenne, van de Zenne in de Schelde, van de Schelde in de Noordzee en zo in de Atlantische Oceaan. Je zou daar een romantische gedachte aan kunnen wijden, maar zo vergaat het al het water. Van de Etterbeek zelf is overigens geen sprake.
Trommelt daar een specht op een stuk hout, of is het een werkman? Momenteel wordt het Happark namelijk gerenoveerd. In plaats van voor de total loss te gaan, gaat men dus voor een nieuwe ingang die in de verste verte niet zo oud en bouwvallig zal zijn als de bestaande.
In de orangerie wordt witte leegstand van kalk en ruisend gruis straks verruild voor een polyvalente ruimte en horecainfrastructuur. Een al lang braakliggende moestuin wordt straks weer bemest in plaats van verwaarloosd. Toch een beetje zonde.
Laptopia
De Ronde: Etterbeek
Lees meer over: Etterbeek , Column , Brussel Kiest 2018 , Laptopia , De Ronde: Etterbeek , Jean-Félix Happark
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.