In 1929 reisde René Magritte naar het Spaanse Cadaqués om er zijn collega-surrealist Salvador Dalí te bezoeken. Negentig jaar later brengt die laatste een tegenbezoek aan Brussel voor een tentoonstelling in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten.
Surrealisme in het kwadraat met Magritte en Dali
Dalí & Magritte is niet alleen een gelegenheid om topwerk van Dalí te zien, maar betekent ook een ferme ‘tijdelijke uitbreiding’ van het Magritte Museum drie gangen verderop. Het honderdtal tentoongestelde werken zijn bijna allemaal schilderijen, met hier en daar een sculptuur en een schets. Op enkele uitzonderingen na dateren ze uit de surrealistische jaren van het interbellum tot iets na de Tweede Wereldoorlog – wanneer Magrittes période vache aanbreekt en voor de uitgeweken Dalí de Amerikaanse invloeden een grotere rol beginnen te spelen.
Dat Dalí en Magritte naast en door elkaar geplaatst worden, behoeft echt geen rechtvaardiging: in de decennia nadat ze eind jaren 1920 in Parijs definitief tot het surrealisme waren bekeerd, is hun werk voortdurend samen tentoongesteld. Hier worden vormelijk of inhoudelijk verwante werken naast elkaar geplaatst onder brede thema’s en motieven die het gemeenschappelijke universum en de onderlinge kruisbestuiving ten overvloede illustreren.
Ongerijmd feestje
Een evident motief voor kunstenaars die de weergave van de werkelijkheid bevragen, is het oog. Dat thema wordt niet alleen in de getoonde kortfilm Un chien andalou van Luis Buñuel en Dalí aangesneden, maar ook in werken van Magritte. Ook muzes Georgette en Gala, en het onafscheidelijke duo fallus en Venus keren herhaaldelijk terug. Voorts kan je zien wat beide heren aanvangen met vrouwenschoenen, vuurvattende voorwerpen, valse perspectieven, visuele trucjes, portretten die eruitzien als landschappen en landschappen die eruitzien als portretten.
In de uitstekende bezoekersgids wordt dieper ingegaan op de combinatie van woorden en beelden, ontdek je verwijzingen naar Bosch of Millet, zoek je mee naar de onstaansgeschiedenis van Dalí’s gesmolten klokken, en verneem je meer over de vaderfiguur bij Dalí of de moederfiguur bij Magritte.
Ondertussen zie je met eigen ogen dat Dalí de virtuozere, flamboyantere, detaillistischere schilder is van de twee, en dat Magritte toch iets ingetogener te werk gaat. Maar deze kwadratuur van het surrealisme zorg er vooral voor dat je wereldbeeld aan het glijden gaat. Het festival van geestverruimende ongerijmdheden bezweert angsten, twijfels en verlangens, maar roept ze ook op.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.