“Ja, in de lift durven we weleens een kus te geven.” Discretie is het codewoord voor koppels op de werkvloer, maar een gestolen kus, ach, dat gebeurt soms wel. Met Valentijn in zicht, trok BRUZZ naar De Munt, waar met opera, theater, dans, decors en een artistieke input van hoog niveau, de toon voor veel passie wordt gezet.
| Jef en Gemma waren figurant in de opera Parsifal in de Muntschouwburg en werden verliefd.
Duizenden koppels delen hun werkplek: de bekende slager met zijn meewerkende echtgenote, maar grote diensten- en telecombedrijven, banken, mediahuizen en ministeries bieden net zo goed onderdak aan bekende en iets minder bekende stelletjes. BRUZZ richtte zijn pijlen op De Munt.
Hoe het voor drie koppeltjes bij De Munt verliep, vertellen ze zelf. Gemma en Jef zijn allebei 'vaste' vrijwilligers voor de post in De Munt, die onder meer instaat voor de verzending van libretto's aan abonnees. En hij is soms ook chauffeur voor artiesten. Verder doken we de orkestbak in met Carlos, eerste fluitist van het symfonisch Muntorkest. Is het geweten dat Linda, de coördinator Familie- en onderwijsprojecten, zijn vrouw is? En ook haalden we Ilse en Dirk naar de barokke foyer.
Zij werkt als coördinator Verkoops- en publieksanalyse, hij ging na een viertal decennia in december met pensioen, als coördinator Bewaking en receptie. Allen zijn ze samen een ware Valentijnsopera waard, in drie bedrijven.
EERSTE BEDRIJF: Ilse & Dirk
“Eigenlijk kennen we elkaar al sinds augustus 1979, ik liep als zeventienjarige nog school en kwam Dirk tegen op een rockfestival van jeugdhuis De Finkel in Jette,” begint Ilse hun verhaal. “Mijn ouders werkten allebei voor De Munt. Mijn vader op de personeelsdienst, mijn moeder kookte in de cafetaria.
Dirk werkte oorspronkelijk bij het Mechels Miniatuurtheater. In november, toen hij geen werk had, kwam er een jobke vrij op de plaatsbespreking in De Munt. Mijn vader haalde hem binnen. Met een gesprek van twee minuten was het 'in de sacoche', zo ging dat toen, zonder HR-dienst. Zelf was ik als jobstudent vertrouwd met de ticketvoorbereiding in het zomerseizoen. Toen mijn ouders mij vroegen of ik wou verder studeren na de humaniora of in De Munt bij de boekhouding komen werken, was het snel beslist. In De Munt kon ik hem alle dagen zien.”
Dirk herinnert het zich nog alsof het gisteren was. “Sinds 1981 komen we elke dag samen werken,” vertelt hij. “En elke dag spreken we 's middags af in de kantine of eten we samen. Verder komen we elkaar overdag niet tegen. Veel collega's in De Munt hebben nooit geweten dat we getrouwd zijn, zelfs op mijn afscheidsdrink in december kregen we nog verbaasde reacties.
Je bazuint je relatie toch niet aan iedereen rond. Trouwens: dit is de plek toch niet om staan te kussen. Alhoewel … hier wordt veel gekust onder collega's. Dat komt door de Franstalige cultuur, mochten we het toch doen, zou het niet opvallen.”
Biedt onder hetzelfde dak werken een voordeel? “We hebben nooit anders gekend,” zegt Ilse. “Het voordeel is dat je meteen weet waarover de ander het heeft. Je luistert niet ongeïnteresseerd naar jobproblemen, je kan het meteen kaderen. Als je partner ergens werkt in een domein dat ver van je interesses staat, is die communicatie niet zo vanzelfsprekend. Wel ben ik drie jaar chef van Dirk geweest, en dat was niet ideaal. Je commandeert nu eenmaal anders tegen je partner, dan tegen collega's.” “Dat commanderen was ik toch al van thuis gewoon, zo erg viel het niet op,” lacht Dirk.
“Onze relatie onderling en die met De Munt liepen gewoon veel samen. De tijd van intendant Gerard Mortier bijvoorbeeld, met de zondagmatinees voor Parijzenaars. Ilse en ik reisden dan op zaterdag met de trein naar Parijs, mochten er overnachten en zondagochtend namen we een 350-tal opera-abonnees uit Parijs met de trein mee naar Brussel. Die ervaring als 'Munt-hostess' was super.”
“Die vrijheid hier in De Munt, die gemoedelijke sfeer, dat familiale haast, zonder controlegevoel omdat ieder zijn verantwoordelijkheid opneemt: we zouden het buiten dit huis niet gevonden hebben,” zegt Dirk. “We waren samen trots op onze werkplek.
Als een opera in productie ging, werd je meegezogen in het elan van betrokkenheid. Een stuk van jezelf zit in elke avond. Als het applaus begon, leek dat ook voor ons, voor ieder van die 25 man zaalpersoneel. Veertig jaar samen in één bedrijf, noem het gerust een 'vaste relatie'.”
TWEEDE BEDRIJF: Linda & Carlos
“In een paar dagen tijd moest De Munt veertig muzikanten aanwerven,” zo blikt fluitist-aanvoerder Carlos terug op zijn eerste kennismaking met De Munt. “Maar ik was het die aandrong dat hij met de audities zou meedoen,” reageert Linda, die al met Carlos van in het Conservatorium van Antwerpen samen was.
“In De Munt stond duidelijk iets vernieuwends te gebeuren, dat was voelbaar in die beginjaren 1980.” “De auditie was om vier uur 's middags gepland, maar ik werd pas om halfelf ‘s avonds binnengeroepen,” vertelt Carlos. “Ik was 23 jaar en werd aangeworven. Linda was ook 23 en gaf les in de muziekacademie van Edegem.”
“Het bijzondere aan ons verhaal is dat ik hem geduwd heb om de Opera van Antwerpen voor De Munt te verlaten, en dat hij mij later naar De Munt heeft getrokken,” zegt Linda. “Het was het prille begin van de educatieve dienst, en hij vond dat toelichting bij muziek geven aan kinderen, echt iets voor mij was. In een trio speelden ze een bewerking op Carmen, en daar moest commentaar bij. Onze kinderen waren al wat groter en ik gaf als freelancer de eerste opera-inleiding voor publiek.
Voor drie man, die eerste keer. Het was de start van publiekswerking. Sinds dan, 1999, werken we dus samen in De Munt, maar we zien elkaar hier zelden. Het orkest heeft andere werkuren dan ik.” “Vroeger deden we tournees met het orkest. Ik zat dan drie weken in Barcelona, maar we zagen elkaar toch,” haalt Carlos aan.
“Oh ja, weet je nog,” mijmert Linda. “Ik kwam een weekendje snel over en weer, en toen werden we ‘gespot' door een collega die doorvertelde dat we samen gezien waren. We hebben er eens goed mee gelachen. In dit huis doet soms veel geroddel over koppels de ronde, maar daar doen we niet aan mee (terwijl ze het aantal koppeltjes in de orkestbak op hun vingers tellen).”
“Ik vind het goed dat we in andere diensten werken,” zegt Linda. “En ja, als ik de lift moet nemen, en plots staat Carlos daar ook in, dan gaat er wel wat door mijn lijf (ze lachen allebei). 'k Zal hem dan wel snel een kusje geven, ook al kijken de andere liftgebruikers dan raar.”
“De reizen naar Aix-en-Provence, met het orkest, of naar New York, die hebben we graag samen met de kinderen gedaan,” vertelt Linda nog. “De Munt hoorde nu eenmaal bij onze familie.”
“Gemeenschappelijke stof hebben om over te praten schept een meerwaarde voor elke relatie omdat de betrokkenheid met het werk van de andere sterker is als je dat werk ook goed kent,” is Carlos weer wat ernstiger. “Je kan de job realistischer inschatten en voelt ook beter wanneer de andere echt steun nodig heeft, of wanneer stress maar een bevlieging is.”
DERDE BEDRIJF: Gemma & Jef
“De Munt deed een oproep voor 175 figuranten voor de slotscène van de opera Parsifal in 2011. Het leek een uitgelezen kans om na bijna dertig jaar opera-abonnement uit de pluchen zetels te komen en de coulissen mee te maken,” zo vertelt toenmalig verpleegster Gemma, die nu net als Jef een van de vaste vrijwilligers bij de verzendingsdienst is.
“Bij de eerste repetitie sprak een dame uit Dilbeek me aan, op zoek naar een andere Nederlandstalige die zich ook zou hebben aangemeld als figurant. ‘Ik zou eens willen weten wie die vader van de nieuwe vriend van mijn ex-schoondochter is,' zei ze. Dat was Jef, en hij stond achter ons en maakte zich bekend. En zo raakten we aan de praat, tien repetities lang.”
“Ik was net met pensioen, ook operaliefhebber en wou weleens op het podium staan,” zegt Jef, op dat moment nog installateur van industriële keukens.
“Nu helpen we allebei als vrijwilliger bij de post in De Munt. Na die Parsifalrepetities zijn de figuranten nog samengekomen. De Nederlandstaligen zochten elkaar spontaan op in die grotere Franstalige groep.
Er volgde een picknick in de kiosk van het Warandepark. Nu gaan we samen op reis met de vereniging die uit die figurantenploeg is gegroeid: de vzw Parsifoules, waarin ook andere koppeltjes zitten. We stappen zelfs mee in de Ommegang, dragen dan de vlaggen van de provincie en acht mannen zijn de wachters van Filips II.”
Hoe de vonk tussen de Munt-vrijwilligers oversloeg, naast de gedeelde passie voor opera? “Ik had een concertticket gewonnen voor een optreden van Céline Dion in Las Vegas en keerde terug naar huis. Met mijn reisgezellin giechelde ik over alle mannen die met een bordje iemand aan de luchthaven kwamen afhalen. Ik had Jef gebeld, of het hem paste om ons in Zaventem af te halen, omdat hij net als wij, diezelfde avond naar een voorstelling van Mozart moest.
En Jef stond daar, met een ruiker bloemen in de hand. Het ijs was gebroken. Behalve de operavoorstellingen vormt ook het vrijwilligerswerk in De Munt onze band, zelfs al is het door omstandigheden een LAT-relatie. Maar het moet in Brussel deze Week (nu BRUZZ, red.) geweest zijn dat ik de 'oproep tot figuranten' gelezen had. Dus eigenlijk bent u de echte bron van ons samen-zijn.” (lachen allebei)
Lees meer over: Brussel-Stad , Cultuurnieuws , Samenleving , valentijn , liefde , koninklijke muntschouwburg
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.