Nu 23 jaar geleden veranderde Brussel 2000 de stad ingrijpend. Vandaag doet de stad opnieuw een gooi naar de titel van culturele hoofdstad, met Molenbeek als vertrekpunt. De lat ligt niet bepaald lager, vertellen opdrachthouders Fatima Zibouh en Jan Goossens in hun eerste gezamenlijke interview. “Dit is niet zomaar een cultureel feestprogramma, maar een stadsproject.”
| Fatima Zibouh en Jan Goossens, opdrachthouders voor Brussel 2030, culturele hoofdstad.
Wie is Fatima Zibouh?
- Geboren in 1981 in Sint-Agatha-Berchem, woont in Molenbeek
- Studeerde politieke wetenschappen en mensenrechten
- Doctoreerde rond politiek engagement van minderheden
- Leidt bij Actiris de dienst antidiscriminatie
- Opdrachthoudster Brussel 2030, samen met Jan Goossens
Wie is Jan Goossens?
- Geboren in 1971 in Antwerpen, woont in Sint-Gillis
- Studies literatuur en filosofie in Antwerpen, Leuven en London
- Dramaturg KVS (1999- 2001)
- Artistiek directeur KVS (2001-2016)
- Opdrachthouder Brussel 2030, samen met Fatima Zibouh
Sinds vorige maand vormen Fatima Zibouh en Jan Goossens een tandem. De contrasten tussen de twee kunnen nauwelijks groter zijn. Zij, een selfmade lady uit Molenbeek, met migratieroots en hoofddoek. Hij, de ingeweken Vlaming uit de cultuursector en bobo de Saint-Gilles, zoals hij zelf met een grijns meegeeft. Samen zetten ze hun schouders onder Brussel 2030, een ambitieus project dat de stad wil transformeren en straks misschien wel omgedoopt wordt tot Molenbeek Brussel 2030. Uit de gemeente die internationaal vooral met bommen wordt geassocieerd willen ze bruggen bouwden naar de rest van de stad.
In Brugge kreeg Dalilla Hermans kritiek als trekker van de kandidatuur als culturele hoofdstad, hier lag u, Fatima Zibouh, onder vuur door uw hoofddoek. Hetzelfde fenomeen?
Fatima Zibouh: Ja, het toont dat er weerstand is tegen verandering. De gezichten uit de steden zijn divers en dat creëert angst bij sommigen. We zijn allebei pioniers in dit soort functies en dan krijg je meer kritiek of zelfs bedreigingen, die we moeten veroordelen. Wij zijn in elk geval solidair met Dalilla en ik kreeg zelf ook veel steunbetuigingen.
Jan Goossens: Het toont ook dat de race naar de titel niet enkel een artistieke competitie is, maar ook een maatschappelijke discussie. Dat is goed. Tegelijk zijn die achterhoedegevechten een treurig en kwetsend schouwspel. Onze toekomst is divers, intercultureel en meertalig en er is geen weg terug. Fatima en Dalilla symboliseren die toekomst.
De redenering van critici is dat u, Fatima Zibouh, in deze functie de overheid vertegenwoordigt en een hoofddoek draagt. Die uiting van religie zou invloed kunnen hebben op de programmering.
Zibouh: Dat is een ernstige beschuldiging. Heel mijn engagement getuigt net van een strijd voor inclusie, voor dialoog tussen de verschillende culturele en religieuze groepen in Brussel.
Goossens: Als parlementsleden denken dat vrouwen als Fatima en Dalilla niet mogen meebouwen aan de toekomst van onze steden, hebben we een enorm probleem. Hoe moeten de jongere generaties dan beseffen dat er ook voor hen een plaats is om die steden vorm te geven? Stel dat Fatima dit niet meer zou mogen doen: dan weet ik niet of Brussel die titel van culturele hoofdstad wel verdient.
Ook Brugge, Kortrijk, Oostende, Leuven, Luik en Gent tonen interesse in de titel van culturele hoofdstad. Is een samenwerking tussen verschillende steden niet logischer dan elkaar te beconcurreren?
Goossens: De procedure is nu eenmaal dat een Europese jury in 2025 zal beslissen tussen de steden die kandidaat zijn. Als wij gekozen worden, zullen we zeker samenwerken met andere Belgische steden. We zijn daarover al in gesprek. Wij schrijven in elk geval een project dat vertrekt uit Brussel en meer bepaald Molenbeek.
Zibouh: De weg naar 2030 is daarbij minstens even belangrijk als het jaar zelf. We ontmoeten vandaag stedelijke en culturele spelers die niet altijd met elkaar spreken om verbindingen te leggen, om te kijken hoe we dat 'wij Brusselaars' kunnen definiëren. Dat moet de wervelkolom van het project worden: wat is dat, Brusselaar zijn, wat verbindt ons? En hoe zien we onze stad?
"Stel dat Fatima dit niet meer zou mogen doen: dan weet ik niet of Brussel die titel van culturele hoofdstad wel verdient"
In jullie teksten valt op hoezeer het accent op verbinding en een duurzame stad ligt, die verschillen overstijgt, in leeftijd, welvaart en afkomst. Vanwaar die nadruk?
Zibouh: Bruggen bouwen is het DNA van het project. Deze stad is erg gefragmenteerd en het is niet voor niets dat we het over een stadsproject hebben en niet over een cultureel feestprogramma.
Goossens: We vertrekken uit een grote verbondenheid met de stad, maar zien ook dat er nog erg veel stappen vooruit mogelijk zijn. De Brusselse uitdagingen zullen we enkel oplossen als de verschillende actoren uit hun silo komen. De stad van na Brussel 2030 mag niet meer dezelfde zijn als die ervoor. Die uitdagingen zijn erg reëel: klimaatcrisis, democratische vermoeidheid, ongelijkheid, dekolonisatie … De cultuurwereld kan daar een belangrijke rol in spelen.
Jullie visie over 2030 heeft het vooral over maatschappelijke uitdagingen en zelden over cultuur. Vreemd toch voor een project van culturele hoofdstad?
Zibouh: Cultuur is net een antwoord op het gebrek aan verbinding en verenigt de emotie die ermee gepaard gaat.
Goossens: De eerste teksten zijn ook maar momentopnames, waar we dan op drie verschillende werven mee aan de slag willen: de eerste is participatie en cocreatie met een nadruk op jongeren tot 30 jaar. Een tweede werf gaat over de transitie in de stad en focust op toekomstplekken, via coalities van bewoners, beleidsmakers én cultuurmensen. De derde werf is nog niet zo in de teksten weerspiegeld en gaat over collectieve verbeelding die nodig is om het stadsproject tot leven te kussen. Dat is bij uitstek een culturele werf. Een van mijn favoriete citaten in dat verband is: “De rol van een kunstenaar is om de revolutie onweerstaanbaar te maken (van de Afro-Amerikaanse auteur en activiste Toni Cade Bambara, red.).”
In elk geval wordt dit geen project van grote prestigieuze bouwwerken. Kanal, waar we nauw mee zullen samenwerken, is er al. Het wordt ook niet alléén een bottom-upproject. We denken wel degelijk met ambitie en op grote schaal.
Welk concreet project inspireerde jullie in het buitenland?
Goossens: Neem Leeuwarden in 2022: de artistieke ploeg vroeg aan het beleid wat er op til was qua vergroening. Toen bleek dat er dat jaar duizend bomen zouden geplant worden, ontstond het idee van een wandelend bos, dat vier maanden door de stad zwierf. Kunstenaars hebben de choreografie voor die duizend bomen getekend, maar het zijn honderden vrijwilligers die de bomen de hele tijd van wijk naar wijk verplaatsten. Uiteindelijk zijn die bomen ook geplant. Dat soort grote artistieke gebaren moeten we in de aanloop naar 2030 jaarlijks kunnen doen.
Sinds Brussel 2000 kijken we anders naar de stad en haar cultuur: de tweedeling tussen Frans- en Nederlandstalig is vervaagd en er is ook een aanzet voor een Brusselse identiteit. Jullie willen verder op dat pad?
Zibouh: Ja. Daarvoor heb je rituelen en symbolen nodig, gemeenschappelijke feesten, kunstenaars. Waar we ook nood aan hebben, is een plek waar je de bijdrage van de verschillende migratiegolven naar Brussel ziet: Spanjaarden, Marokkanen, Turken, Pakistani … Ook de Vlamingen verdienen daar een vermelding, want ook uit Vlaanderen zijn er migratiegolven geweest. Die plek zou een museum van de migratie of van de Brusselaars kunnen zijn. Er bestaat er al eentje in Molenbeek, maar het mag nog veel ambitieuzer. Ruim zeventig procent van de Brusselaars heeft buitenlandse roots. Mijn eigen grootvader en ooms zijn gekomen om de metro te graven, ter hoogte van IJzer. Dat soort verhalen komt op school niet aan bod.
Goossens: We willen een bijdrage leveren aan hoe we ons de stad collectief voorstellen. Onze droom is daarbij om een soort jaarlijkse Documenta te organiseren (de vijfjaarlijkse expo voor hedendaagse kunst in Kassel, red.) tijdens de voorbereiding op 2030, waarbij de stad wordt omgevormd tot een kunstwerf in de openbare ruimte.
“Waar we ook nood aan hebben, is een plek waar je de bijdrage van de verschillende migratiegolven naar Brussel ziet”
Wat ontbreekt er in Brussel nog behalve een ambitieus migratiemuseum?
Goossens: Met Brussels minister Sven Gatz (Open VLD) bekijken we of er een stadsdichter kan komen in Brussel. We onderzoeken of er in de plaats van die ene Franstalige 'Foire du Livre' niet een Europese boekenbeurs kan ontstaan. En hebben we geen festivals nodig die in de kijker zetten dat Brussel een echt laboratorium is voor dans, circus, jazz. Of een Brusselse fashion week? En hoe zetten we in de verf dat Brussel ook in het nachtleven een laboratorium is?
Het culturele jaar zou in Molenbeek beginnen. Vanwaar die keuze?
Goossens: De gemeente Molenbeek zal de kandidatuur indienen, terwijl het Gewest het project draagt. Daar zijn formele redenen voor: de indiener moet een gemeente zijn, Brussel-Stad was al eens culturele hoofdstad én er is een trend om minder snel voor hoofdsteden te kiezen. Al voor Fatima er was, vroegen we ons af of we geen andere gemeente moesten naar voren schuiven. Maar er zijn ook andere motieven: de eerste keer dat de minister-president over deze kandidatuur sprak, was na de aanslagen van 2016, toen de gemeente veel kritiek kreeg.
Internationaal wordt 'Molenbeek' vooral met die aanslagen geassocieerd. Het statuut van culturele hoofdstad kan daar verandering in brengen?
Goossens: Inderdaad. Europa is op zoek naar initiatieven die gebieden transformeren, die vertrekken van grote maatschappelijke breuklijnen. Molenbeek is zo'n plek: een aankomstgemeente met armoede, maar ook een formidabele sociale lift, een gemeente met een zeer aanwezige jeugd, cultuurpolen aan de Manchesterstraat en het Weststation.Het echte centrum is niet meer gewoon de Vijfhoek, Molenbeek hoort daarbij. Vandaaruit willen we bruggen slaan naar de andere gemeenten en instellingen. Ook naar het project van het vernieuwde Jubelpark in 2030, waar we goede contacten mee hebben.
Die keuze voor Molenbeek geeft ons project meteen ook een sterke identiteit, die ons zal onderscheiden van andere kandidaten. De toekomst van onze steden en Europa is nu eenmaal superdivers, grootstedelijk en duurzaam. Dat zijn zaken die vandaag minder spelen in Kortrijk, Leuven of zelfs Gent. De naam van ons project is nog niet definitief, maar zal wellicht de naam Molenbeek en Brussel bevatten.
Jullie richten je heel expliciet naar de jongeren, met het deelproject Speak Up Brussels. Waarom?
Zibouh: Dit is een jonge stad. Veertig procent van de bevolking is jonger dan 30 en in sommige gemeenten ligt dat aandeel nog veel hoger. Tegen deze zomer willen we weten hoe duizend van die jongeren naar de stad kijken: wat zijn hun dromen, angsten en verwachtingen voor Brussel in 2030? Hun antwoorden moeten de verdere invulling van het programma voeden. Het culturele hoofdstadproject willen we samen met de Brusselaars realiseren. Een van mijn favoriete citaten komt van Ghandi: “Wat je voor mij doet zonder mij, doe je tegen mij.” Dat geldt voor de circulatieplannen van Good Move, maar ook voor een culturele hoofdstad.
Lees meer over: Brussel , Sint-Jans-Molenbeek , Events & Festivals , culture , Brussel 2030 , jan goossens , Fatima Zibouh , Culturele Hoofdstad van Europa
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.