Je hebt links, extreemlinks, en dan ook nog Flor Dewit. De bezieler van de marxistisch-communistische boekhandel Aurora in de Jean Volderslaan in Sint-Gillis gaat op zijn zeventigste met pensioen. Dat betekent hoogstwaarschijnlijk dat de rode boekjes in de uitverkoop gaan.
| Flor Dewit: "We zijn begonnen met driehonderd titels, nu zijn het er tienduizend."
Dertig jaar na de val van de Muur lijkt dus ook het laatste communistische bastion in Brussel te vallen. Dewits boekhandel Aurora - waar niet Griet Op de Beeck, maar Karl Marx de bestseller is, en waar niet het logo van De Bezige Bij, maar de hamer en de sikkel alomtegenwoordig zijn - staat op het punt te sluiten.
Gezeten achter zijn bureautje in de winkel legt Flor Dewit uit waarom. “Ik word zeventig en de huurprijzen slaan hier al langer door. De paar jaar die mij resten wil ik toch een beetje van mijn ongelooflijk riant pensioen genieten.”
Hij heeft nog een sprankeltje hoop dat de handel wordt overgenomen, maar als dat niet doorgaat, dan wordt op 29 juni de winkel leeggehaald. Dewit is dan sowieso weg, al wil hij bij een eventuele overname nog wel eens komen controleren of er niet te snel kookboeken naast Das Kapital komen te liggen, en desgevraagd nog klanten verder helpen die willen weten waar ze kunnen vinden hoeveel doden er precies zijn gevallen tijdens de staking van 1886 in het Waalse dorpje Roux.
"Als de gele hesjes in Parijs sterrenrestaurant Le Fouquet in brand steken, kan mij dat niets schelen"
Antonio Gramsci
Als we de kapitalistisch geïnspireerde vraag stellen hoeveel waardevolle stukken de antiquarische winkel nog bevat, antwoordt Dewit zonder verpinken. “Boeken verkopen is inderdaad een kapitalistische activiteit. Maar in een maatschappij waarin het kapitalisme overwonnen heeft, ga je ofwel de guerrilla in - wat ik op mijn zeventigste niet meer ga doen - ofwel benut je de marges van het systeem om het van binnenuit te bekampen.” Dewit wijst naar een houten constructie met hamer en sikkel aan de muur.
“Dat zou je een kostbaar stuk kunnen noemen. Het sierde nog het spreekgestoelte tijdens de congressen van de Hollandse communisten in de jaren dertig. En die oude Sovjetvlaggen zijn ook geen kopieën. Vroeger had ik ook veel Leninbeelden en zo. Vlak na het ineenstuiken van de Sovjet-Unie arriveerden er daarvan hele ladingen. Nu moet je daar soms ver naar zoeken.”
Hetzelfde geldt voor de boeken. De bronnen drogen stilaan op, dus wordt er volgens Dewit vooral op internet gespeculeerd met linkse literatuur. “Probeer het werk van Antonio Gramsci of Rosa Luxemburg nog maar eens antiquarisch te vinden. Nieuw zit je al snel aan dertig euro per volume, tweedehands is het nog duurder. Terwijl ik hier zeker in het begin alles zo goedkoop mogelijk verkocht. Maar goed, de huur moet er elke maand liggen en ik kan ook niet alle dagen pasta eten, dus ik heb al wel wat mooie exemplaren van de hand moeten doen. De tijd dat we de gratis boekjes uit China maar moesten gaan afhalen in de haven van Antwerpen is ook voorbij.”
Elvis Presley
Tijdens het anderhalf uur dat we in de winkel zijn voor het gesprek, komen er vier klanten over de vloer. De laatste twee - moeder en dochter - zijn goed voor de beste anekdote omdat ze de uitbater vragen of hij soms geen boek over Elvis Presley heeft liggen. Dewit antwoordt zo vriendelijk van nee dat ze hem bijna vragen wanneer de Elvis-biografieën dan weer zullen binnenkomen.
Even voordien koopt een Griek al een postkaart met de bekende foto van de Catalaanse verzetsstrijdster Marina Ginestà tijdens de Spaanse burgeroorlog. En dan is er ook nog een jongedame die een poster koopt van de Amerikaanse activiste Angela Davis, voor wie Dewit zich begin jaren zeventig nog liet oppakken tijdens een aanval op de Amerikaanse ambassade, in een poging haar vrij te krijgen uit een Amerikaanse gevangenis.
Dewit: “Om het in handelstermen te zeggen: die postkaarten en posters marcheren heel goed, maar daarvoor ben ik natuurlijk geen boekhandel begonnen. Gelukkig krijg ik hier ook nog altijd het bezoek van le dernier carré des Bolcheviks, en ook van gele hesjes, professoren, thesisstudenten en vakbondslui. Maar ik heb wel de indruk dat de militanten van politieke organisaties zich minder vormen via het boek. Dat was vroeger anders. Toen ik op mijn veertiende actief werd, kochten wij elke maand boeken die we ook echt lazen.”
Toen Dewit zijn winkel hier in 1996 begon, was dat dan ook met een verzameling dubbels die hij en zijn toenmalige, inmiddels overleden vrouw - een Deense communiste - hadden samengelegd. “Ik denk dat we die eerste week zo’n driehonderd titels hadden, en nu zullen het er zo’n tienduizend zijn, waarvan Het Communistisch Manifest waarschijnlijk het meest verkochte is.”
Jean Volders
Flor Dewit is een Leuvenaar, maar zo tweetalig als een Brusselaar. In Leuven runde hij bijna dertig jaar lang, tot 2001, het even zware als legendarische café Den Delper in de Parijsstraat. “Een aantal jaren heb ik dus zowel het café als de boekhandel opengehouden. Dan deed ik na een nacht in het café de navette en sliep ik hier nog een paar uur voor ik de winkel opendeed. Maar dat was zwaar en op een moment was het op. Al heb ik ook nog twaalf jaar lang in het weekend als barverantwoordelijke in Brasserie Verschueren gewerkt.”
Waarom de keuze voor de boekenwinkel op Brussel viel? “Begin jaren zeventig heb ik hier in zowat alle fabrieken gewerkt: Michelin, Citroën, Renault. Vandaag eist de gentrificatie haar tol en zou ik beter een Italiaans ijssalon openen, maar toen was Sint-Gillis nog niet het bekakte bobo-gehucht dat het nu is, maar een echt rood nest. De Republikeinse Spanjaarden zaten hier, de Grieken die op de vlucht waren voor het kolonelsregime, en ook alle Latijns-Amerikanen hadden hier hun lokalen en cafés. Daar kwam bij dat Jean Volders, naar wie deze laan genoemd is, een revolutionair republikein en een van de radicalere stemmen binnen de sociaaldemocratie bleek te zijn. En dat hierboven in dit huis onder de Duitse bezetting de documentenvervalser zat van de Russische contraspionage, het zogenoemde Rode Orkest.”
Jozef Stalin
Aurora is vernoemd naar de exiluitgeverij die Dewits favoriete schrijver Bertolt Brecht in Londen oprichtte, en verwijst zo uiteraard ook naar de gelijknamige pantserkruiser die in 1917 in Sint-Petersburg het schot loste dat de Oktoberrevolutie en de communistische dageraad aankondigde. Elke stroming van het brede, soms hopeloos verdeelde linkse kamp is in de rekken vertegenwoordigd. Maar vergis u niet: Flor Dewit is geen folklorist. Twee uitspraken illustreren de twee gezichten van deze minzame, maar tegelijk beenharde communist tot in de kist.
De eerste leert waar hij zijn zin voor onvoorwaardelijke solidariteit vandaan haalde: “Mijn vader was tijdens de WO II de jongste erkende gewapende verzetsstrijder in Vlaanderen. Een uit de werkmansbroek geschudde linkse sociaaldemocraat met het hart op de juiste plaats. Wanneer de bekende Leuvense partizaan Louis Van Brussel ’s nachts na een actie verkleumd van de kou bij ons kwam onderduiken, mocht die bij mijn pa in bed kruipen om zijn voeten te warmen.”
De tweede uitspraak laat er geen twijfel over bestaan dat de dictatuur van het proletariaat hem desnoods ook heel veel bloedvergieten waard is: “Ik ben nog steeds stalinist, ja. Ik ben niet blind voor de tekortkomingen van Stalin, maar hij overwon het fascisme ten koste van 27 miljoen Russische doden, en de revolutie is nu eenmaal geen theekransje. De arbeidersklasse ondervindt nog elke dag het geweld van de uitbuiting aan den lijve. Als de gele hesjes dan in Parijs sterrenrestaurant Le Fouquet in brand steken, kan mij dat niets schelen.”
"Vandaag eist de gentrificatie haar tol en zou ik beter een Italiaans ijssalon openen"
Ondanks de infiltratie van extreemrechts heeft de veteraan van talloze stakingen en betogingen sympathie voor de gele hesjes, die hij ziet als een brede beweging van het proletariaat. Maar hij vindt de betogingen anno nu ‘wandelingetjes’. “Ik ben blij dat ik met aderverkalking zit en dat ik aan die bedevaarten van het Noord- naar het Zuidstation met een Stella achteraf niet meer moet meedoen. Het blok erop, en ons verweren tegen de toenemende repressie - dat zou mijn recept zijn. In 1965 heb ik de communistische partij verlaten omdat ik ze niet links genoeg vond. Nu er sprake is van een heropleving in het Luikse en in Charleroi, waar ik ga wonen, overweeg ik me weer een lidkaart aan te schaffen. Dan ben ik weer thuis.”
Aan de einder ziet Dewit nog altijd een rode dageraad gloren. “Uiteindelijk is het Manifest pas 150 jaar geleden geschreven. Dat is niets in het licht van de geschiedenis van de mensheid. De slinger slaat wel weer terug.”
Aurora, Jean Volderslaan, open van woensdag tot zaterdag tussen 11 en 18 uur.
Lees meer over: Sint-Gillis , Expo , Samenleving , Karl Marx , marxisme , communisme , flor dewit , aurora
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.