Interview

Benjamin Woods van The Golden Dregs: ‘Ik ben per ongeluk songschrijver geworden’

Tom Zonderman
17/04/2023

Met een herfstige bariton hakt Benjamin Woods samen met zijn kornuiten van The Golden Dregs als geen ander droefgeestige verhalen uit de Cornische klei. “Ik heb mezelef nooit als entertainer gezien.”

“Check the papers for familiar names / Spare a thought for mothers burying their sons,” sombert Benjamin Woods in ‘American Airlines’, de single waarmee The Golden Dregs zijn recente, derde album On grace & dignity aankondigde. Zijn donkerbruine stem zit in de slipstream van notoire brommers als Kurt Wagner van Lambchop en Matt Berningner van The National. Geen betere manier om je diep in zijn verhalen te zuigen.

Elke strofe van ‘American Airlines’ schetst een ander personage. Woods heeft er zich op zijn vorige albums Lafayette en Hope is for the hopeless in gespecialiseerd: snapshots uit iemands leven schetsen, de ups en downs van het leven in slechts enkele lijnen. “Als kind was ik verslingerd aan het liedje ‘Hurricane’ van Bob Dylan,” vertelt Woods in een Brussels hotel. “Ik begreep niet helemaal hoe de politiek erachter in elkaar zat, maar ik werd gegrepen door het moordmysterie. Mijn ouders speelden het op cassette in de auto. Ik wilde nooit uitstappen voor het liedje gedaan was.”

Deze zomer zag ik The National een geweldige show spelen. Ik wil daar wel een stuk van

Benjamin Woods

Vandaag houdt Woods zijn verhalen beknopter dan die 8 minuten 32 seconden van Dylan. “Het is ongelofelijk hoeveel dingen je kan evoceren met slechts een paar woorden. Was het Ernest Hemingway die de kroon spant met For sale: baby shoes, never worn? Dat is een verhaal van zes woorden. (Lacht) Ik ben aan kortverhalen verslingerd geraakt door een van mijn ex-bandleden, toen hij me aanraadde om Raymond Carver te lezen. Ik hou van diens minimalisme.”

Veel van die verhalen op On grace & dignity putten uit Cornwall, het graafschap in het Zuid-Westen van Engeland waar Woods opgegroeid is.

“Ik woon ondertussen weer in Londen, maar tijdens het schrijven van de songs ben ik opnieuw bij mijn ouders in Truro gaan wonen, de grootste stad in Cornwall. Ik was mijn werk in Londen kwijt, en door de pandemie lag alles lam. Dat voelde eerst als een stap terug, maar tijdens de lockdowns lagen de levens van wel meer mensen stil. Eigenlijk heb ik ervan genoten om zoveel tijd met mijn ouders te spenderen. Wie doet dat nog als late twintiger? Ik had nog apparatuur van een opnamestudio die ik een paar jaar daarvoor had gerund, en die heb ik opgesteld in mijn oude slaapkamer.”

De uit Cornische klei geboetseerde personages uit Woods’ songs lijken uit een tragikomsische film van Martin McDonagh te rollen. Of, als er wat pastelkleuren overheen mogen, uit een prent van Wes Anderson, zoals de clip bij ‘American Airlines’ mooi kracht bij zet. “Op de eerste Golden Dregs-plaat staat niet voor niets een liedje dat ‘Life aquatic’ heet,” lacht Woods over de verwijzing naar de film The life aquatic with Steve Zissou van Wes Anderson. “In die tijd droegen we op het podium allemaal van die rode mutsen waarop mijn moeder ‘Life aquatic’ had genaaid.”

03fedd3c-ongraceanddignity.jpeg

Woods’ songs zijn sowieso heel cinematografisch. Dat illustreert hij ook netjes met de hoes van On grace & dignty, waarop een diorama te zien is gemaakt door de Cornische kunstenares Edie Lawrence.

“We noemen het ‘The Model Village’,” grinnikt Woods over het fictieve plaatsje Polgras. “Toen ik naar het Reeperbahn Festival in Hamburg vloog, keek ik bij het opstijgen uit het raampje en zag ik al die kleine huizen en auto’s. Een miniatuurwereld. Dat vond ik een mooi gezicht en vandaar komt dat idee voor de albumhoes. In dat diorama zitten allemaal personages en plekken uit mijn songs. Eigenlijk heb ik een dorp gebouwd met mijn liedjes. Voor Edie aan die maquette begon, heb ik voor haar een map getekend. Ik wil dat mensen in de wereld van de plaat worden getrokken. Dat diorama is een visuele gids.”

Ondertussen staat het kunstwerk van Edie Lawrence op een pooltafel in de kelder van zijn label. “Het is drie meter bij anderhalf. Vrij groot dus. Er zijn nogal wat mensen pissed-off over, het staat daar behoorlijk in de weg. (Lacht) Ik zou er graag een stageset rond bouwen, maar dat ik nu ben bij een groter label zit, wil niet zeggen dat het budget zó groot is.”

Cornwall is een uithoek vol tegenstellingen. Het landschap is groen, de kusten worden bevolkt door vissers en surfers. Er huist een boeiende creatieve gemeenschap. Tegelijk verwijzen verloederde mijnwerkersstadjes naar een roemrijker verleden. “Er zijn welvarende stukken, maar ook somberdere plekken. Jonge mensen trekken er veelal weg.” Woods ervoer het harde leven toen hij er uit Londen terugkeerde. Hij werkte een tijdje in de bouw, groef putten in de modder in putje winter.

“I never was quite built for entertainment, the sun may rise but I’m glued to the pavement,” zingt hij in ‘Before we fall from grace’. “Ik wilde altijd in de muziekindustrie werken, bij een label of in een studio. Ik ben een tijdje in een platenwinkel aan de slag gegaan, en in een concertzaal. Maar ik heb mezelf nooit als entertainer gezien. Ik ben eigenlijk per ongeluk songschrijver geworden. Maar ik ben er wel blij mee. Ik probeer ook zo groot mogelijk te denken. Deze zomer zag ik The National een geweldige show spelen. Ik wil daar wel een stuk van. Ik zeg niet dat ik er zó hard in geloof. Maar toch.” (Glimlacht)

Het is die versmelting van euforie en melancholie die Woods typeert en die ook in de naam van zijn band verweven zit. The Golden Dregs betekent zoveel als ‘gouden droesem’. “Het beste halen uit de shitty bits, zeg maar. (Lacht) Een vriend suggereerde die naam toen we aan de eerste plaat werkten, hij had ‘m uit de song “Deadweight” van Beck geplukt, met die mooie clip van Michel Gondry. Hij vatte perfect samen hoe ik naar het leven kijk.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni