'Eat it', 'Like a surgeon', 'Smells like Nirvana': niemand die zo de draak steekt met bekende hits als Alfred 'Weird Al' Yankovic, de nar van het popcircus.
De postironische strik van 'Weird Al' Yankovic: 'Be as weird as you wanna be'
“Life is like a parody of your favourite song,” probeerde Weird: the Al Yankovic story ons vorig jaar op z’n Forrest Gumps diets te maken: “Just when you think you know all the words, surprise, you don’t know anything.” Of de rest van de gepimpte ‘biopic’ deugt, laten we gemakshalve in het midden. Maar de slagzin uit de film met Daniel ‘Harry Potter’ Radcliffe in de rol van de fortuinlijke nerd vat het leven en de werken van Alfred ‘Weird Al’ Yankovic (rijmt op ‘kick’) wel goed samen. De ook als het stenen uit de grond vriest met spuuglelijke hawaïhemden uitgedoste Amerikaanse muzikant, componist en regisseur heeft van die persiflages zijn succesrecept gemaakt, ook al word je soms even mottig van zijn muzikale frutsels als van zijn gefriseerde permanent (de laatste jaren gaat hij helaas wel zonder johnnysnor door het leven).
Yankovic steekt niet alleen de draak met het zichzelf te serieus nemende popcircus, maar ook met zichzelf en de luisteraar.
Die look en dat recept waren er al in 1979, toen Yankovic met ‘My bologna’ (‘mijn hespenworst’), zijn versie van ‘My Sherona’ van onehitwonder The Knack, de ether kaapte. Zijn parodiërende herwerking sloeg aan, snel volgden ‘Another one rides the bus’ en ‘I love Rocky Road’ - u mag gissen naar de originele titels van die laatste twee. In 1983 speelde hij zijn eerste album vol met dat soort spoofs. Bijna 45 jaar later zijn er dertien van die platen, en toert hij de wereld rond.
Het blijft onwaarschijnlijk hoe de intussen 63-jarige Yankovic met zijn popparodieën blijft scoren, zoals de voorbije jaren met songs van Pharrell en Lorde. Hij werd er niet alleen supersuccesvol mee – samen met Madonna en Michael Jackson is hij de enige artiest die een topveertighit scoorde in elk van de voorbije vier decennia, heeft een paar Grammy’s op de schouw, verkocht 12 miljoen platen en kreeg een ster op de Hollywood Walk of Fame – hij oogstte er ook respect mee van de artiesten die hij persifleerde. Michael Jackson lachte zich een neusvleugelbreuk met ‘Eat it’ en ‘Fat’, Yankovics hilarische versies (en clips) van ‘Beat it’ en ‘Bad’. Madonna, met wie hij in The Yankovic story tussen de lakens duikt (het gebeurde enkel in zijn eigen nerdy brein), kwam hem zélf smeken om ‘Like a virgin’ te verbasteren tot ‘Like a surgeon’. En nadat Kurt Cobain ‘Smells like Nirvana’ had gehoord, vond hij dat ze het “eindelijk gemaakt hadden”.
Yankovic doet niet zomaar wat, aan zijn teksten zit hij soms maandenlang te schaven. Ook al zou je dat niet denken als je zinnen hoort als “Just eat it, if it’s getting cold reheat it.” Humor is voor hem een ambacht. Wars van zijn podiumpersoonlijkheid staat Alfred Yankovic bij familie en vrienden ook bekend als beleefd, verlegen en introvert. De ‘Weird Al’-totem kreeg hij door zijn jaargenoten opgespeld tijdens zijn studies architectuur aan de universiteit. Inspiratie voor zijn fratsen vond Yankovic bij ander besnord volk als Frank Zappa en Charlie Chaplin, maar ook bij de Britse kolderbrigade van Monty Python en de films van Jim Abrahams, en David en Jerry Zucker, verantwoordelijk voor jarentachtigongein als Airplane! en The naked gun.
Yankovic steekt niet alleen de draak met het zichzelf te serieus nemende popcircus, maar ook met zichzelf en de luisteraar. Zijn teksten zijn een heerlijk alternatief voor wie geen snars begrijpt van neuzelende zangers of zich verliest in mamma-appelsapversies van zijn favoriete songs. Vandaag heeft Yankovic zelfs de tijdgeest mee: wees jezelf, hoe raar je ook bent, wars van alle perfecties die sociale media je opspelden. Of om het met een van zijn eigen pralinewijsheden te zeggen: “Be as weird as you wanna be.”
Lees meer over: Muziek , 'Weird Al' Yankovic , Koninklijk Circus