Na 567 dagen kunnen dj’s opnieuw hun heetste floorfillers de dansvloer op keilen terwijl u zich de pelvis van onder het zweterige lijf danst. Maar pikt het nachtleven de draad gewoon weer op, of heeft de pauze tot nieuwe inzichten geleid? “Geef meer vertrouwen aan de sector.”
| Lorenzo Serra van de Brussels By Night Federation en Sara Dziri van Not Your Techno kijken uit naar de heropening van het nachtleven
Lees ook: Brussels Open Air Festival op vijf centrumlocaties: ‘Clubben versterkt de sociale cohesie'
Wie is Sara Dziri?
- Geboren in Antwerpen, woont sinds tien jaar in Brussel
- Wordt verliefd op elektronische muziek na een Catclub-party en begin in 2014 zelf te dj'en
- Brengt haar debuut-ep uit in 2019, Glimpse of an eye
- Richt Not Your Techno, een collectief dat diversiteit in de elektronische muziek promoot
- Maakt muziek bij de danceperformance van Sidi Larbi Cherkaoui’s voor Walk with Amal
- Wordt resident-dj in Fuse
Wie is Lorenzo Serra?
- Geboren in Brussel in 1968
-
Zet de befaamde Dirty Dancing-party’s op poten in de Mirano, en is de man achter de Libertine Supersport nights in K-NAL
-
Wordt een van de drijvende krachten van het Listen!-festival, hét hoogtepunt van de elektronische muziek in Brussel
-
Richtte in 2020 mee de Brussels By Night Federation op, de federatie die de belangen van het nachtleven verdedigt
“Ik moet bekennen dat ik wel wat moe ben,” grijnst Lorenzo Serra van de vorig jaar in het leven geroepen Brussels By Night Federation, de organisatie die de belangen van het Brusselse nachtleven behartigt. “De voorbije maanden waren erg zwaar. Niet alleen was er het lobbywerk met Brussels By Night om de sector zo goed mogelijk door de crisis te loodsen, ook het organiseren van de Club Open Airs en de guinguette aan See U hebben veel energie gevreten.”
En dan moet 1 oktober nog komen, niet minder dan een big bang van het nachtleven, na achttien maanden van donkerte om de verkeerde redenen. Een periode waarin dj’s ternauwernood het hoofd boven water hielden, clubs faillissementen probeerden af te wenden en clubgangers hun knaldrang amper onder controle hielden.
Maar nu is er licht aan het einde van de tunnel. Buiten het Covid Safe Ticket en extra logistieke voorzieningen zullen nachtbrakers weer als voorheen kunnen feesten in clubs als Fuse, Bloody Louis en C12, of dancebars als Bar du Marché en Jalousy. Toch? “De pauzeknop is héél lang ingedrukt, maar zonder aan energie in te boeten,” zegt Sara Dziri, bezielster van het collectief Not Your Techno en vanaf oktober resident-dj bij Fuse. “In tegendeel, ik denk dat de energie nog veel groter is dan voorheen.”
Hoe kijken jullie naar 1 oktober?
Lorenzo Serra: Met héél véél goesting, dat spreekt. Maar ik ga ook blij zijn dat mijn agenda net iets minder hard geweld wordt aangedaan. (Lacht) Vanaf dan verleggen we met Brussels By Night onze focus hopelijk naar de langere termijn, en kunnen we ons eindelijk bezighouden met onderwerpen die meer tijd vragen. Tot nu was het vooral last-minute de maatregelen opvolgen, lobbyen en heel snel schakelen.
Sara Dziri: Alles kan op het laatste moment veranderen, dat is hels. Ik werk ook in het theater en de dans. Ook daar werden agenda’s en planningen voortdurend door elkaar geschud. Maar natuurlijk is het supercool dat we er nu weer tegenaan kunnen. Ik kijk er hard naar uit.
Serra: Normaal begin je minstens een paar maanden op voorhand een event voor te bereiden. Maar nu is er pas anderhalve week geleden definitief beslist dat we open kunnen, en tegen welke voorwaarden. Al blijven er nog veel onduidelijkheden. Welke ventilatiesystemen zijn er nodig. Waar moeten we CO2-meters plaatsen? Zijn de openingsuren onbeperkt? Het tijdsbestek waarbinnen onze sector moet werken, is compleet gestoord. Maar wat moet je doen? Anderhalf jaar waren we aan handen en voeten gebonden, en nu moet je springen, of je bent out.
"De helft van de nightlifesector zonk weg in een diepe depressie. We begrepen heel goed dat we niet meetelden"
Begrijp je dat het nachtleven als een van de laatste weer mag openen?
Serra: Het antwoord daarop is niet eenvoudig. Wetenschappelijk gezien was met veel mensen samenkomen in een kleine ruimte totaal onverantwoord, en partyen met een mondmasker en fysieke afstand is onmogelijk. Dus, ja, het is logisch dat we lang moesten wachten. Maar tegelijk deed het pijn om te zien hoe het nachtleven, en de cultuursector in het algemeen, als minder belangrijk werden beschouwd. Minstens de helft van de nightlifesector zonk weg in een diepe depressie. We begrepen heel goed dat we niet meetelden.
België wordt geroemd om zijn elektronische muziekscene en zijn nachtleven. Maar toen het erop aan kwam, bleven jullie in de kou staan. Was dat wrang?
Serra: In de perceptie was cultuur dat gesubsidieerde ding, waar mensen hun plan wel zouden trekken. Terwijl 80 tot 90 procent geen cent overheidsgeld toebedeeld krijgt. Bovendien werd over het hoofd gezien hoe belangrijk cultuur en het nachtleven in het bijzonder zijn voor de mentale gezondheid van een samenleving. Dat dat geen prioriteit was, zullen we de komende jaren meedragen. Ik vrees voor de geestelijke gezondheid van veel mensen. Ik heb adolescenten zien beginnen te dealen. Er zijn mensen die uit het leven gestapt zijn. We hebben ons te veel geconcentreerd op de fysieke impact van het virus, en niet over de mentale nasleep ervan.
Dziri: Ik voelde veel angst in de hele samenleving, iedereen was bang. De prioriteiten voor de politiek lagen daardoor niet op het langetermijnwelzijn van de bevolking. Alle energie was gericht op het onder controle houden van de opnames in ziekenhuizen, wat uiteraard enorm belangrijk is. Ik draag het zorgpersoneel ook een warm hart toe. Het is gewoon spijtig om te zien dat er geen rekening werd gehouden met het andere leed dat werd veroorzaakt. Vaak waren de gemaakte keuzes ingegeven door angst, en niet door cijfers, lessen uit het verleden en boerenverstand.
Serra: À fond. Vorig jaar aan het begin van de zomer waren de besmettingen bijna tot nul gezakt, er vielen geen coronadoden meer. En toch kon er niets georganiseerd worden. Zelfs in Spanje, dat zo zwaar getroffen was, heeft men toen dingen op poten gezet. Overdag, want je hoeft niet per se ’s nachts te feesten. Ik herinner me een concert van twee zussen, een harpiste en een celliste, in de Delhaize in Schaarbeek, bij wijze van protest tegen de sluiting van de concertzalen: in de supermarkt mochten ze wél muziek maken, in een daartoe bestemde plek niet.
Dziri: Ik vond het ook schrijnend dat er zoveel vooroordelen zijn over artiesten. Er werden heel kleine premies voorzien, zonder echte erkenning voor het werk dat artiesten leveren. Er werd een beetje per definitie van uitgegaan dat je als artiest arm leeft, en dus een klein premietje wel moest volstaan. De crisis maakte duidelijk hoe hard er nood is aan een echt kunstenaarsstatuut, want zo veel kunstenaars vielen door de mazen van ons sociaal vangnet. Een vangnet dat er wel bleek te zijn voor anderen.
Frankrijk en Duitsland toonden dan het anders kon. Daar kwamen overheden wel met voldoende steun voor het nachtleven over de brug.
Dziri: Ik denk dat het met een generatiekloof te maken heeft, en een miskenning van de jeugd. De meeste politici zijn al wat ouder. Uitgaan maakt niet per se nog deel uit van hun leven. Ze hebben er geen nood aan. Dus denken ze: we kunnen wel even zonder.
Serra: Ik was gechoqueerd toen Sophie Wilmès de feestende jongeren aan Flagey veroordeelde. Ik ben niet superjong meer, ik ben een vader, maar ik ben niet vergeten wie ik was toen ik achttien was. Oké, Wilmès was op dat moment eerste minister, maar ze moet niet onze moeder spelen en ons behandelen alsof we kinderen zijn. Mensen zijn geen robots. Ze hebben gevoelens en verlangens, en ze willen die uiten. Die kloof tussen ouderen en jongeren vergroten was net de val waar we niet in mochten trappen. Jongeren wáren solidair, ze droegen mondmaskers, ze wilden hun ouders en grootouders beschermen, ze stopten met uitgaan. En zij deed dat in één seconde teniet.
Dat stigmatiseren deed me denken aan de jaren 1980, toen aids om zich heen greep. Dat je aids kreeg was het gevolg van immoreel gedrag, werd toen gedacht. Ik kan er niet tegen dat mensen anderen de les spellen. Blijkbaar is het normaler om in een fabriek te werken, dat begrijpen mensen. Dat is de economie. De cultuur, dat is verstrooiing, tijdverdrijf.
Dziri: Er wordt sterk onderschat wat voor impact onze sector heeft op de economie en de uitstraling van een stad. Ondanks de problematieken rond drugs, nachtelijke mobiliteit en veiligheid, blijven we nog steeds de meest populaire vrijetijdsbesteding voor heel wat jongeren. Laten we aan de slag gaan met deze problematieken, in plaats van dit onder de mat te blijven vegen. Het was tijdens de lockdown overduidelijk hoezeer jongeren gaan blijven samenkomen, hoezeer er nood is een aan uitlaatklep. Ga hier niet licht over, hecht er belang aan. Geef meer vertrouwen aan de sector.
Hoe groot is de schade die corona heeft aangericht?
Serra: Dat is moeilijk te zeggen. De stad heeft zelfs nauwelijks cijfers van het Brusselse nachtleven, hoeveel mensen er werken, hoeveel geld er om gaat. Met Brussels By Night hebben we ons in eerste instantie beziggehouden met de clubs, de partycollectieven en de festivalorganisatoren, minder met de individuele artiesten. Voor hen waren er in het beste geval het overbruggingsrecht en de technische werkloosheid, al waren die lang niet altijd toereikend. Maar de zalen zaten ook met enorme vaste kosten, variërend tussen de 8.000 en de 45.000 euro per maand. Als je dat maal achttien doet, daar moet ik geen tekening bij maken... Wij wilden er in de eerste plaats voor zorgen dat die clubs zouden blijven bestaan. Anders riskeer je een heropstart te doen zonder plekken waar de dj’s en de feestgangers terechtkunnen.
Dziri: Net voor de pandemie uitbrak, had ik beslist om professioneel voor muziek te gaan. (Lacht) Maar eigenlijk heb ik me dat niet beklaagd. Ik had zelfs geluk dat ik voltijds artiest was, omdat ik zo gebruik kon maken van het overbruggingsrecht. Anderen, die af en toe aan de slag gingen in de sector en eigenlijk geen statuut hadden, en daarbuiten nog kruimels verzamelden in horeca, hadden helemaal niets. Maar ik wilde wel muziek uitbrengen, en net zoals zovele anderen heb ik dat naar volgend jaar verschoven. Nu pas kan ik beginnen te plannen.
Serra: Buitenstaanders beseffen vaak niet hoe problematisch dat is. Artiesten die op het punt stonden om door te breken, zagen dat mislukken en nu hebben ze geen plek op overvolle affiches. Culte Agency, bijvoorbeeld, dat artiesten uit de elektronischemuziekscene boekt en managet, ging in 2020 ontploffen. Jaren werk werd door de pandemie in de vuilnisbak gekieperd.
Wat de schade betreft, er zijn effectief drie clubs verdwenen, drie zijn er in gerechtelijke vereffening. Sommige clubs hebben betalingen kunnen uitstellen. Maar nu zal het erop aan komen om volle zalen te trekken. Want als dat niet lukt, zal het écht een bloedbad worden.
Zijn de danslustigen daadwerkelijk zo hongerig als we denken, of bespeuren jullie nog reserves?
Serra: Ben je gek, de knaldrang is immens! (Lacht) Dat hebben de Club Open Airs de voorbije maanden bewezen. Mensen feestten er als broeders en zusters, zonder de minste incidenten. Het was lang geleden dat ik dat gezien had. Echt zot.
Wordt het Covid Safe Ticket een hindernis?
Serra: De Club Open Airs hebben bewezen van niet. Ik vind het niet logisch om in een democratie zoiets op te leggen, maar we moeten samen kunnen leven en dit is de enige manier. Bij de afgelopen events verliep het allemaal heel vlot. Er waren geen relschoppers die toch binnen wilden zonder coronapass. De dansvloer is ook geen plek om te protesteren, als je je wilt verzetten tegen het systeem moet je met een pancarte de straat op.
Heeft de sector ook iets positiefs uit deze crisis gepuurd?
Serra: Het meest positieve aan deze crisis voor mij de oprichting van de Brussels By Night Federation. Als te veel mensen tegelijk roepen, hoor je alleen maar lawaai. Nu hebben we een stem, een woordvoerder, en kunnen we eindelijk gehoord worden. We staan als sector sterker. We hebben workshops georganiseerd, er zijn protocols geschreven voor de heropening. Zowel met mensen uit de technowereld als de hiphopscene, latinliefhebbers, de queer scene, de gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde cultuur. Er zijn nieuwe contacten gelegd, mensen die elkaar niet kenden weten nu van elkaar dat ze bestaan. En we worden erkend door de overheid, die beseft dat de wereld van de nacht een deel is van het Brusselse ecosysteem. Dat is enorm.
Ten tweede is er wat ik noem de boemerang van de creativiteit: jongeren willen zich uitdrukken, dat hou je niet tegen door even op pauze te drukken. Die boemerang gaat nu keihard terugkomen, in de positieve zin. Er werd veel over Brussel gesproken vóór de coronacrisis, de scene was écht, ze bruiste, en na dit debacle zal dat nog veel meer zijn. Ik zie bijvoorbeeld dat er een club bij komt, Rust, opgericht door een paar jonge gasten. Dat zegt veel.
"Hoewel diversiteit nu een hot topic is en ik merk dat veel mensen in de scene hier dingen rond doen, blijf ik erbij dat er nog een lange weg te gaan is"
Pikt het nachtleven gewoon de draad weer op, of staat het met frisse ideeën aan de start? Not Your Techno ijver jij voor meer inclusiviteit, Sara. Dat zegt toch dat daar nood aan was.
Dziri: Ja, er is nog veel nood aan. Hoewel diversiteit nu een hot topic is en ik merk dat veel mensen in de scene hier dingen rond doen, blijf ik erbij dat er nog een lange weg te gaan is, en hoop ik vooral dat dit niet een tijdelijke trend is. Met Not Your Techno hebben we tijdens de lockdown talks georganiseerd over een aantal zaken die volgens ons beter kunnen in de elektronische muziekscene. Nadat de VRT een documentaire over de Belgische elektronische muziek had gedraaid waar amper een vrouw in voorkwam, hebben we het bijvoorbeeld gehad over de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de scene. Onze tweede talk ging dan weer over de deelname van de Maghrebijnse gemeenschap in de elektronische muziek. Buiten mezelf – ik ben half Tunesisch – en twee of drie anderen zie ik amper mensen met deze achtergrond actief in onze scene. We vragen ons af hoe dat komt, en hadden het daarnaast ook over tips en tricks voor beginnende artiesten om zich meer empowered te voelen in onze toch heel overwegend cis, blanke en mannelijke scene.
Serra: Voor mij is het nachtleven altijd de ‘shaker’ van de democratie geweest. La nuit, tous les chats sont gris, zegt men. Dat is waar, maar alle lagen van de bevolking komen al partyend wel samen, alle kleuren, geaardheden en sociale klassen. Niet altijd en overal op een perfecte manier, maar het kan wel. Vroeger hadden we daar ook aandacht voor, maar we zeiden het niet openlijk. Ik vond het evident dat er lhbtiq+-mensen naar mijn party’s kwamen. Maar nu wordt het luidop gezegd, en eigenlijk is dat best cool.
De nacht is een soort vergrotende spiegel van onze maatschappij: alles gebeurt er in de overtreffende trap. De tekortkomingen, de excessen zijn er veel zichtbaarder. Aan de ene kant zijn we de narren die de koning moeten entertainen, aan de andere kant moeten we wel de veiligheid garanderen, drugs en alcohol onder controle krijgen, grensoverschrijdend gedrag beteugelen, werkgelegenheid bieden... Dat is een hele verantwoordelijkheid en daar werken we met de Brussels By Night hard op. Maar onze sector kan dat. Kijk naar die clandestiene feestjes: daar zijn doden bij gevallen. Dat gebeurt niet in onze clubs. Wij zijn een deel van de oplossing, niet het probleem.
Lees meer over: Muziek , clubs , brussels by night federation , Not Your Techno , Lorenzo Serra , Sara Dziri , heropening nachtleven