Naar aanleiding van de release van zijn nieuwe, derde album Multitude, regisseerde Stromae een rondje met de Belgische pers. “Ik ben minder een controlefreak dan vroeger.”
“Dank je om het spel mee te spelen,” verontschuldigde Paul Van Haver alias Stromae zich bij de vragenronde naar aanleiding van zijn nieuwe album Multitude, dat vandaag verschijnt. Het is geweten dat de Brusselse popster graag de touwtjes in handen houdt. Van zijn muziek over zijn videoclips, liveshows en outfits, over elk detail is nagedacht.
Ook een persconferentie ontsnapt niet aan die controlezucht: een geheimhoudingscontract moet worden getekend, vragen moeten op voorhand doorgestuurd worden en mogen niet over zijn privéleven gaan, telefoons moeten uitgeschakeld worden.
Ondanks die restricties zagen we in Maison de la Poste, in de schaduw van Thurn en Taxis, een goedlachse zanger zonder kapsones. Je zou haast vergeten wat voor een absolute wereldster hij is. Op elke vraag ging hij zo goed mogelijk in, ook toen een van de journalisten wilde weten met welk fruit je Multitude kon vergelijken. “Euh, een kiwi. Of doe maar drakenfruit, dat is exotisch en kleurrijk. Of misschien de sinaasappel, die vind je overal.”
De stress van zijn comebackconcerten, onder meer vorige week in Paleis 12, had hij van zich afgeschud, stak hij van wal. “Het deed deugd om mezelf weer eens fysiek uit te putten, dat was even geleden. Na een paar songs zat ik er helemaal in. Maar tegelijk voelde ik ook wel dat ik er niet jonger op geworden ben.”
Het publiek is hem alvast niet vergeten. Negen jaar na Racine carrée en zeven jaar na zijn laatste concerten, een eeuwigheid in popmuziek, lijkt Stromaes aantrekkingskracht alleen maar vergroot. In een paar maanden tijd heeft hij zijn jarenlange sabbat, waarin het onduidelijk was of hij ooit nog muziek zou maken, helemaal uitgevaagd. De Stromae-machine is weer geolied en draait op volle toeren.
In oktober verscheen plots zijn comebacksingle ‘Santé’, daarna volgde een veel gelikete passage bij de Amerikaanse talkshowhost Jimmy Fallon. Begin dit jaar sloeg hij zeven miljoen kijkers met verstomming tijdens een veelbesproken nieuwsuitzending op TF1. In het interview met de nieuwsanker tijdens het zondagavondjournaal van Frankrijks grootste nieuwszender begon Stromae ‘spontaan’ zijn nieuwe single ‘L’enfer’ te zingen, een nummer over mentale gezondheid. Gedurfd en controversieel, want mocht een nationaal medium zich zomaar laten ‘kapen’ ter promotie van een popster?
“Ik denk dat ik minder een controlefreak ben dan vroeger,” schokschouderde de zanger. Het vaderschap had hem daarbij geholpen, in 2018 kreeg hij samen met zijn vrouw Coralie Barbier een zoon. “Ik ben minder gaan muggenziften. Het is goed om aandacht te hebben voor de details, maar je daar te veel door laten leiden, levert niet altijd grootste dingen op. Ik heb ook geleerd dat je niet per se alles vandaag moet doen, het kan ook morgen. ’s Ochtends breng ik mijn zoon weg, en om vijf uur ga ik hem halen. Dan zit mijn werkdag erop. We eten samen en kijken wat tv, maar mijn muziek komt niet meer ter sprake.”
Ik heb geleerd dat je niet per se alles vandaag moet doen, het kan ook morgen
Het creatieve team van Mosaert is sinds zijn burn-out zijn ruggengraat. Een kluitje van acht mensen waarin naast hijzelf zijn vrouw en zijn broer Luc de belangrijkste pijlers zijn. Zelfs zijn moeder draait mee, zij doet de administratie. Het is een klein, hypercreatief team dat Stromae rust geeft, zowel fysiek als mentaal. Zijn broer Luc is een belangrijke motor. Het idee om een stunt te doen in een journaal kwam bijvoorbeeld van hem. “Universal kwam dan weer aandraven met TF1. Het is leuk om over zulke dingen te brainstormen, maar ze moeten altijd ten dienste staan van de songs. Beeld en verhaal zijn belangrijk, maar de muziek staat centraal.”
Voor die muziek is zijn broer Luc ook een belangrijk klankbord. Stromae gaf altijd al aan dat hij zich liet inspireren door klanken van over de hele wereld, van Cesária Évora over Congolese rumba tot Buena Vista Social Club. Op Multitude gooit hij nog nadrukkelijker zijn schuif met een exotisch klankenarsenaal en wereldse ritmes in de mix.
“Bekijk het als mijn versie van wereldmuziek,” zei hij. Het begon bij de Bulgaarse koren die hij in de Japanse sci-fimanga Ghost in the shell hoorde - al dacht hij toen nog dat het Japanse gezangen waren. Die probeerde hij zelf na te bootsen op zijn laptop. Tot zijn broer hem op de schouders tikte: mooi, maar zou het niet beter zijn om echte stemmen te gebruiken? Hij zocht en vond Bulgaarse zangeressen in Frankrijk.
Zo ging het ook met de charango, een Boliviaans gitaartje, dat hem aan de ukelele denken, en de erhu, een Chinese viool. “Ik had die dingen met de GarageBand-app op mijn telefoon geïmiteerd, maar Luc vond dat we echte muzikanten moesten zoeken. Zo zijn we bij Guo Gan terechtgekomen, die erhu speelt op de soundtrack van Kung fu panda. Hetzelfde met de charango en de Turkse ney. Luc heeft dat allemaal geregeld.”
Stromae deed ook een beroep op het Belgian National Orchestra. “Net toen we dachten, we hebben een orkest nodig, contacteerde het BNO ons zelf. Bruno Letort heeft arrangementen geschreven voor zeven songs, en samen met dirigent Dirk Brossé zijn we naar de Dada-studio’s getrokken. Het was indrukwekkend om het koper te horen in ‘Invaincu’. Ik kan klassieke muziek uit mijn computer toveren, maar dat is niet hetzelfde als met een echt orkest werken. Voor mij was het ook een manier om westerse folklore te integreren, klassieke muziek is voor mij een soort van folk.”
Stromae benadrukte dat het een uitdaging was om een evenwicht te vinden tussen pop en wereldmuziek. Dat hij niet per se een nummer in één stijl wilde maken, maar net alles door elkaar. En dat hij de dansvloer een beetje beu was. De blikkerige eurodance-invloeden die hem voorheen zo typeerden, heeft hij op Multitude opvallend genoeg teruggeschroefd. Het geeft zijn album een warme, diepmenselijke gloed waarmee Stromae zichzelf als songschrijver verder uitdiept. Het lange wachten is beloond, Multitude is een parel.
“Ik hang niet meer rond in clubs, ik spendeer mijn avonden nu met mijn vrouw en zoon. Ten tijde van Racine carrée was ik er vooral ook mee bezig om anderen te plezieren, ik kwam zelf op de tweede plaats. Nu heb ik een beter evenwicht gevonden, ik geniet zelf meer en loop minder mijn werk achterna. Ik wil op het podium een leuke tijd beleven en dat delen met het publiek. Ik denk dat je dat voelt.”
Volgende week wordt de soevereine popkoning uit Vorst 37. Stromae heeft altijd slim jong en oud met zijn muziek aangesproken. Maar uit zijn bekommernis om zijn leeftijd die een paar keer tijdens de gespreksronde ter sprake komt en het terugschroeven van die dance-invloeden spreekt een bevreesdheid om niet langer aansluiting te vinden bij de popmuziek du jour. Nergens evolueren trends zo snel als in popmuziek, beseft ook Stromae.
“Ik luister ook naar drill en trap, maar ik wil niet die oude pee zijn die krampachtig jonge artiesten achternaholt. Niet dat er een leeftijd staat op muziekstijlen, maar er is een generatieverschil. Gasten van twintig maken drill, geen kerels van 37. Het moet vooral naturel blijven, het mag niet geforceerd klinken. Dus doe ik er mijn eigen ding mee, afropopritmes vermengen met bailefunk en rumba, invloeden uit Venezuela en barok door elkaar gooien en denken: zit ik nu in China of in Nigeria?”
TikTok volgt hij uit nieuwsgierigheid sinds ‘Alors on danse’, zijn doorbraakhit uit 2009, vorig jaar een tweede adem vond op TikTok. Enkele jonge Amerikanen maakten er een slow-motionversie van, die gretig opgepikt werd. “TikTok is superverslavend. In anderhalve seconde zie je of je iets leuk vindt of niet, en je scrolt verder en verder. Ik vind het cool dat die gasten met mijn nummer aan de slag gaan, of ze nu weten wie het gemaakt heeft of niet.”
Ik luister ook naar drill en trap, maar ik wil niet die oude pee zijn die krampachtig jonge artiesten achternaholt
Zeven jaar hulde Stromae zich nagenoeg in muzikale stilte. Hij hield zich bezig met de uitbouw van de kledinglijn van zijn vrouw, draaide videoclips voor onder meer Billie Eilish en Dua Lipa, en proefde van autodesign. Er waren berichten over burn-out en depressie, na zijn intense wereldtournee die hem langs de VS en Afrika voerde. Nadat hij het medicijn Lariam had gebruikt om zich te wapenen tegen malaria, kreeg hij paniekaanvallen.
Over zijn depressie zingt Stromae in ‘Invaincu’ en ‘L’enfer’, en ook elders op Multitude schuwt hij donkerte niet. “Ik ben een gelukkig man. Maar ik heb de neiging om het glas halfleeg te zien. Dat doe ik om mezelf te beschermen. Ik heb genoeg positieve songs gehoord, ik hou ervan om de dingen door de mangel te halen.”
“’J’tai donné la vie, tu a sauvé la mienne’, zing ik in ‘C’est que du bonheur’. Daarmee is alles gezegd over het vaderschap, het is een van de mooiste dingen die mij zijn overkomen. Maar er komen natuurlijk ook andere dingen bij kijken. Dat je met je handen in de kaka zit, bijvoorbeeld. Dat zijn dingen waar niemand je op voorbereidt. Ik besef ook dat mijn zoon me op een bepaald moment als puber zal misprijzen, maar ik hoop dat hij voor me zal zorgen als ik oud ben.”
Ook hij was overdonderd door de reacties op zijn passage bij TF1, geeft hij toe. “Natuurlijk wist ik wel dat als je in primetime op zondagavond op tv verschijnt, je veel mensen bereikt. Maar ik was meer bezig met de uitvoering dan met de inhoud. Ik moest me concentreren op de camera, niet te veel bewegen zoals ik doorgaans doe wanneer ik zing, emotie tonen maar ook niet te veel zodat het niet te plastiekerig werd. Zoveel respons had ik niet verwacht. Zelfs de directeur van de Organisation mondiale de la Santé reageerde. Maar als mensen zich daarin kunnen herkennen en denken ‘j’suis pas tout seul à être tout seul’, des te beter.”
Zoals zijn grote voorbeelden uit het Franse chanson, genre Jacques Brel, is Stromae een grote verhalenverteller. Hij evoceert meesterlijk universele thema’s in kleine, menselijke verhalen. Wat ook betekent dat niet altijd uit een autobiografisch vaatje tapt.
“Ik creëer personages om verhalen te vertellen, zoals een scenarist. Verhalen vertellen is wat ik doe, het is mijn job. De rode draad is belangrijker dan de metafoor of het rijm.” Het schrijven zelf is dan weer niet zijn favoriete bezigheid. “Dan zit ik daar met een synoniemen- en een rijmwoordenboek op mijn schoot. En daarna moet ik de teksten vanbuiten leren. Ik ben altijd blij als ik ze klaar zijn en ik ze gewoon kan zingen.”
Het blijft bijzonder dat Stromae zich zo lang in de luwte ophield. Je zou kunnen denken dat hoge piefen uit de muziekindustrie lang alle kanten aan de mouwen van het goudhaantje stonden te trekken. “Ik kreeg die vraag natuurlijk wel af en toe, maar nooit van ‘morgen moet je absoluut bij ons tekenen.’ Mosaert had ook geen contract meer met een label. Ik begon weer wanneer ik dat zelf wilde. Toen ik op een bepaald moment jaloezie voelde bij artiesten als Aya Nakamura en Billie Eilish, dacht ik: het is tijd om mij er weer aan te zetten.”
Het komende jaar heeft Stromae een veertigtal show op het programma staan, waarvan een negental in de VS en Canada. “Ik heb tijdens mijn jeugd altijd naar Engelstalige muziek geluisterd, dat heb ik zelf nooit als een probleem ervaren. Dus dacht ik: laat ik het omgekeerde ook eens proberen. Ik heb ginds een publiek, dus waarom zou ik er niet opnieuw naartoe gaan?”
In april mag hij twee keer aantreden op het over twee weekends gespreide Coachella-festival, een uitstalraam voor de hipste sterren van het moment. In het najaar trekt hij net zoals in 2015 naar Madison Square Garden in New York. “We hadden niet verwacht dat de ticketverkoop zo goed zou lopen, voor de nieuwe plaat uitkwam en zonder dat we er een crazy promocampagne hebben lopen.”
Tot juni volgend jaar trekt hij onder meer langs Canada, de UK, Frankrijk, Duitsland en Italië. Hij zou ook graag naar Afrika terugkeren, maar er zijn ook nog andere plekken waar er hard naar zijn komst wordt uitgekeken, zoals Brazilië en andere landen in Zuid-Amerika. “Maar ik besef ook dat ik niet overal naartoe kan, ik kan me niet vermenigvuldigen, ik zal keuzes moeten maken.”
“Tant qu’j’suis en vie, j’suis invaincu,” zong Stromae bij zijn terugkeer in Paleis 12. Een glorieus moment, ook voor hem. Plots baadde hij weer in het licht, letterlijk en figuurlijk. “Dat deed me enorm veel deugd. Ik was echt ontroerd.”
Maar sinds zijn burn-out houdt Stromae zijn vinger op de veiligheidspal. Hoe zal hij zich beschermen tegen een nieuwe uitputtingsslag? “Ik doe sport, ook al is sporten een opgave voor mij. Maar sinds een jaar of vier speel ik tennis, zo probeer ik in vorm te blijven.”
De mensen rond hem moeten op tijd aan de alarmbel trekken. “We hebben een paar regels afgesproken die ik niet mag overtreden, om niet meer in dezelfde nare situaties als vroeger te belanden. Mijn positie is nu ook anders, ik kan makkelijker beslissen om iets niet te doen.”
Hij wil nooit meer zo uitgeput zijn als destijds, toen hij in een burn-out en een depressie sukkelde. “Ik moet mezelf beschermen. Ik wil genoeg energie overhouden voor mezelf en mijn familie. Ik wil een gezond en evenwichtig leven.” Dat is ook de belangrijkste les die hij de voorbije jaren heeft geleerd, zegt hij. “Ik kan mijn werk van negen tot vijf doen, en dan kan ik naar huis. Ondanks mijn bijzondere job kan ik een normaal leven leiden.”
STROMAE
Multitude is nu uit (Mosaert/Universal)
15, 16 & 17/3, 1, 2 & 3/6/2023, Paleis 12, www.paleis12.com
Lees meer over: Muziek , Stromae , multitude , racine carrée , alors on danse