Theatermaker en performer Ahilan Ratnamohan vermengt in zijn nieuwe stuk Josse Jnr. de persoonlijkheden van acteurs Josse De Pauw en Etuwe Bright Junior, voetbal en taal, en artistieke ambities en sociaal-economische barrières.
| Ahilan Ratnamohan
We zitten voor ons gesprek met Ahilan Ratnamohan in Barbeton. Zo is de Antwerpenaar even terug in Brussel, waar hij zo graag vertoeft. “Als ik hier terugkeer, voel ik altijd wat jaloezie. Mensen zijn hier heel vriendelijk. Ook vergeleken met veel andere grootsteden is Brussel niet agressief. Ik heb ook altijd de indruk dat niemand zich hier aan het aanpassen is. Terwijl ik dat gevoel in Antwerpen soms wel heb.”
We praten met Ratnamohan naar aanleiding van het theaterstuk Josse Jnr., waarin hij het podium deelt met Josse De Pauw en Etuwe Bright Junior. En we hebben het daarom over voetbal. Ratnamohan (die opgroeide in Australië in een Sri Lankaans en Tamil-gezin, red.) was zelf even een semiprofessionele voetballer met professionele ambities. Net als Etuwe Bright Junior, die zelfs speciaal uit Nigeria kwam om hier een voetbalcarrière na te jagen. Josse De Pauw is dan weer vooral (hun) voetbalsupporter. Daardoor ontkwam ook Josse Jnr. niet aan Ratnamohans stokpaardjes: namelijk taal, voetbal, theater en alle mogelijke combinaties daartussen.
Ratnamohan legt uit hoe het niet meteen de choreografische gelijkenissen tussen voetbal en podiumkunsten waren die hem inspireerden. “Toen mijn broer me het boek Brilliant orange over het Nederlandse totaalvoetbal te lezen gaf, was dat de eerste keer dat ik een uiteenzetting kreeg over de artistieke abstractie van voetbal. Maar voor mij waren voetbal en theater in het begin gewoon twee parallelle passies, die los van elkaar stonden en af en toe eens botsten. Ik wilde acteur worden of voetballer. En als theatermaker wilde ik gewoon verhalen vertellen. Maar al in mijn eerste, autobiografische voorstelling was ik redelijk veel aan het filosoferen over voetbal. En choreograaf en regisseur Lee Wilson van Branch Nebula (een Australisch performanceplatform, red.) duwde me ook in de richting van fysiek theater door het potentieel van mijn bewegingen als voetballer te zien. Hoe meer ik dieper groef in theater of voetbal, hoe logischer de combinatie me voorkwam. De combinatie klopte altijd op de een of andere manier.”
Taal en macht
Taal dan. Ratnamohan is een talenknobbel voor wie een korte stage in een buitenland al genoeg aanleiding is om er de lokale taal te leren. Door zijn voorstellingen over taal is hij ook over verschillende aspecten ervan gaan nadenken, en wordt hij geregeld gevraagd voor panelgesprekken. Zoals vanmiddag nog op de Brusselse dag van de meertaligheid in het Vlaams parlement. “Ik omschrijf mijn praktijk niet als meertalig theater. Ik maak wel voorstellingen in verschillende talen, en ik ben bezig met het aanleren van talen, wat dat doet met een mens, en hoe wij taalleerprocessen anders zouden kunnen benaderen. Ik ben ook bezig met de sociale consequenties die het heeft als je een bepaalde taal wel of niet spreekt. Ik verkeer in de geprivilegieerde positie een Engelstalige native speaker te zijn. Maar in een ander scenario was ik misschien Tamiltalig geweest, en bij mijn geprivilegieerde taal hoort een minder geprivilegieerde huidskleur. Vanuit die complexe context is mijn zoektocht naar andere talen ontstaan. Ik ben andere talen gaan leren, omdat ik me een beetje schaamde voor het voordeel dat ik had als Engelstalige. Door die andere talen te leren, botste ik voortdurend op andere machtsrelaties. De complexiteit van taal is net als voetbal een eindeloze bron van inspiratie en ideeën. Net als bij voetbal koester je bij een taal trouwens ook de illusie ooit tot een onbereikbare perfectie te komen.”
Ik ben andere talen gaan leren, omdat ik me een beetje schaamde voor het voordeel dat ik had als Engelstalige. Door die andere talen te leren, botste ik voortdurend op andere machtsrelaties. De complexiteit van taal is net als voetbal een eindeloze bron van inspiratie en ideeën
Met taal, voetbal en ook machtsverhoudingen hebben we dus een belangrijk deel van het lijstje ingrediënten beet waarmee Josse Jnr. gestoffeerd is. Die ingrediënten maken ook dat er tussen de drie spelers op het podium wel wat dingetjes gaan spelen. “Josse is een Nederlandstalige met uitzonderlijke taalbeheersing én maatschappelijke status. Ik ben iemand die voor een migrant een redelijk goede beheersing heeft van het Nederlands en een redelijk geprivilegieerde migratieachtergrond heeft. Junior zit nog in het eerste leerstadium, en als economische migrant uit Nigeria is theater een laatste mogelijkheid om te ontsnappen aan een job in de fabriek na een voetbalcarrière die niet bracht waar hij op had gehoopt.”
Met Etuwe Bright Junior heeft Ratnamohan al verschillende stukken gemaakt bij hun gezamenlijke Star Boy Collective. Ratnamohan: “Ik heb Junior ontmoet tijdens het onderzoek voor Michael Essien, I want to play as you, mijn eerste voorstelling als regisseur, met een groep overwegend Nigeriaanse voetballers zonder contract. In Josse Jnr. hebben we het trouwens over het feit dat hij eerst niet met mij wilde praten, omdat hij net iets ergs had meegemaakt in het Europese voetbalmilieu, waardoor hij ook mij niet vertrouwde. Hij engageerde zich dan ook minder, maar ik zag dat hij iets had. En nu heb ik echt het gevoel dat dingen beginnen te bewegen voor hem als acteur.”
Moet het feit dat hij nu samenspeelt met Josse De Pauw daarvan de bevestiging zijn? Zitten we daarmee niet midden in dat problematische kluwen van privileges en machtsrelaties? “Precies, en dat leggen we, hoop ik, ook bloot op de scène. Een van de vorige stukken die ik met Junior maakte, heette Look on the bright side en eindigde met Junior die een tekst uit het boek Werk van Josse De Pauw las, in een poging om zichzelf als acteur te overstijgen. We trekken dat nu extreem door met de vraag of Junior de status en de aandacht die Josse genereert, kan gebruiken om een ster te worden. We stellen de vraag of de Belgische maatschappij het een Nigeriaanse voetballer die pas Nederlands begon te leren gunt om een steracteur te worden, en op welke voorwaarden.”
Bij een topclub
Ook Ratnamohan zelf geeft toe dat hij het een eer vindt om met De Pauw samen te werken, en dat je zo dynamieken riskeert die ze in hun kleine groepje net willen vermijden. Ratnamohan en Junior hebben niet alleen een andere taal moeten leren en zich in een ander land moeten vestigen, ze hebben zich als ex-voetballer tot theatermaker moeten omturnen, en maakten ook een ander soort theater dan De Pauw. Ze hebben met andere woorden veel in hun carrière geïnvesteerd, in de hoop dat de scouts van de topclubs hen opmerken. Het doet wat denken aan de afhankelijkheidsrelatie van de beloftevolle voetballer, die voor hetzelfde geld toch weer op de bank moet blijven zitten.
Ben je dan nog jezelf? Ratnamohan knikt bevestigend: “Het is opmerkelijk dat het deze keer eigenlijk niet de bedoeling was om voetbal te gebruiken in de voorstelling, want ik zie het soms ook als een uitdaging om dat eens niet te doen. Maar toevallig is Josse ook een groot voetballiefhebber, zodat de voetbalparallellen er langzaamaan weer in zijn geslopen. En over jezelf zijn: mijn eerste idee was om Junior nog meer teksten van Josse te laten spelen. Maar stilaan zijn we gaan experimenteren met schrijfopdrachten voor elkaar. Als Junior begint te improviseren, speelt hij je van het terrein. Josse is een aantal verhalen die Junior vertelde gaan vertalen. En ik durfde het ook al eens aan om een tekst voor Josse te schrijven. Daar begonnen we mee te spelen. Op een bepaald moment zijn we ook voetbalbewegingen gaan integreren in de repetities en kantelde nog het een en ander. Bij bepaalde oefeningen was Josse namelijk snel aan het zweten, terwijl Junior nog altijd de conditie van een topsporter heeft.”
Ahilan Ratnamohan: Josse Jnr.
6 & 7/10, 20.30, GC De Kriekelaar, kaaitheater.be
Lees meer over: Podium , Ahilan Ratnamohan , josse de pauw , Etuwe Bright Junior , Josse Jnr.