11,5 procent kantoren staat leeg

1,5 miljoen vierkante meter kantoorruimte staat leeg. Dat is goed voor 11,5 procent van het totale Brusselse kantorenbestand. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van vastgoedgroep CBRE. De oppervlakte is het equivalent van 15.000 woningen van 100 vierkante meter.

De Brusselse kantoormarkt is nog lang niet aan de beterhand. De leegstand schommelt al zes maanden rond de 11,5 procent, goed voor anderhalf miljoen vierkante meter onbenutte kantoren. Een vroeger rapport van de Gomb (Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij Brussel) hield het op 1,2 miljoen vierkante meter (net geen 10 procent) maar zij berekenen de leegstand anders.

In het voorjaar is de leegstand wel licht gedaald in de Noordwijk en in de Europese wijk, maar de vooruitzichten zijn niet gunstig. Veel financiële instellingen willen immers overtollige ruimte afstoten. Onder meer Belfius, het vroegere Dexia, hoopt met de verkoop van kantoren geld in het laatje brengen. Ook ING en Citibank willen kantoren op de markt brengen.

Door de leegstand is verkopen of verhuren momenteel echter geen lucratieve business. "De leegstand zet de huurprijzen onder druk", zegt Dirk Huysmans van vastgoedbedrijf Cofinimmo. "Lagere huurprijzen betekent ook een lagere waarde van de gebouwen."

Nochtans zijn veel leegstaande kantoorgebouwen niet eens zo oud. Een bekend voorbeeld is de Zenith in de Noordwijk: opgeleverd in 2009 en pas in 2011 een eerste huurder. Het gebouw staat nog altijd grotendeels leeg.

De aanhoudende crisis speelt de kantoormarkt parten. Bovendien zijn er zo'n 15 jaar geleden, van de crisis was toen nog geen sprake, een pak kantoren bijgebouwd. Als die niet op een toplocatie liggen, staan ze vaak leeg.

"De locatie heeft alleszinds een invloed. De leegstand is groter in de gedecentraliseerde zones. Daar spelen verschillende factoren in mee, onder meer het feit dat de taksen lager zijn in de Vlaamse Rand."

In de kantoorzone Marcel Thiry in Sint-Lambrechts-Woluwe worden de leegstaande kantoorgebouwen ondertussen verbouwd tot appartementen en een rusthuis.

Ondertussen bouwt men veel voorzichtiger in Brussel; een bouwpromotor begint nu pas te bouwen als hij op voorhand al langlopende huurcontracten op zak heeft.