Appartementsprijzen tonen groeiende kloof in Brussels gewest

De prijzen van een appartement in het Brussels gewest tonen hoe de kloof tussen oost en west groter wordt. Die vaststelling maakt het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) bij een blik op de evolutie van de appartementsprijzen in de afgelopen 25 jaar. Het toont dat de prijzen aan beide kanten van de symbolische grens van het Brusselse kanaal niet in gelijke mate zijn gestegen.

De periode die het BISA analyseerde, loopt van 1995 tot de recentste cijfers uit 2020. De prijzen van appartementen zijn sinds 1995 over verschillende periodes sterk gestegen. Het begin van de jaren 2000 werd gekenmerkt door de boom in de vastgoedsector, waarna de financiële crisis van 2008 de prijsstijging bijna een decennium lang heeft afgeremd. Tussen 2017 en 2020 stegen de prijzen weer en bleven ze dat doen, ondanks de Covid-19-crisis.

In 1995 bevonden de goedkoopste appartementen in Brussel zich in de gemeenten Sint-Joost-ten-Node, Sint-Gillis en Schaarbeek, allemaal ten oosten van het kanaal. De duurste gemeenten in die tijd waren Sint-Lambrechts-Woluwe, Ukkel en Sint-Pieters-Woluwe, maar die bevonden zich ook in het oosten. Het prijsverschil tussen het westen en het oosten was toen miniem.

Tussen 2002 en 2017 nam het prijsverschil aan beide kanten van het kanaal geleidelijk aan toe en de relatieve prijsverschillen binnen de gemeenten van de twee zones namen sterk af. De recentste mediaanprijzen uit 2020 tonen dat de laagste appartementsprijzen zich duidelijk in het westen bevinden. Het kanaal vormt vandaag de symbolische breuk waarbij de vastgoedprijzen het gewest in twee zones heeft verdeeld.