Het Brussels parlement heeft zich afgelopen week gekant tegen het plan van de vier grootbanken om een neutraal netwerk van bankautomaten in de stad te installeren. Ze vrezen voor een ongelijke verdeling van het aantal bankautomaten in de hoofdstad, en een grotere digitale kloof. Maar Brussel is niet bevoegd om de banken restricties op te leggen, en dus moeten de voorstellen op federaal niveau worden bekeken.
Brussels parlement vreest voor grotere sociale kloof door sluiting geldautomaten
Lees ook: PS trekt voorstel decumul terug in
De 'Batopin'-vennootschap - een afkorting van 'Belgian ATM Optimisation Initiative' - is in 2020 opgericht door de grootbanken KBC, Belfius, ING België en BNP Paribas Fortis. Het doel van de vier deelnemende banken is om neutrale geldautomaten uit te baten. Hiermee streven ze naar een 'cashless maatschappij' en een digitalisering van de betalingsmiddelen. 'Niet cashless, wel less cash', luidt hun slogan.
Door dit plan zullen veel bestaande geldautomaten verdwijnen. Tegen 2024 willen de vier grootbanken van 6.000 naar 2.400 automaten gaan. Echter belooft het Batopin-plan dat elke inwoner toegang zal hebben tot een neutrale geldautomaat binnen een straal van 5 kilometer van zijn of haar woning.
Veel Brusselse politici zijn sceptisch over het plan. Ze vrezen voor een ongelijke verdeling van het aantal automaten in de hoofdstad, een probleem dat zich nu al voordoet en bijvoorbeeld in Heembeek en Molenbeek tot problemen leidt. “Er zijn in sommige buurten al zeer weinig automaten. Door er nog een drieduizendtal weg te nemen zal je het probleem niet oplossen”, aldus Brussels parlementslid en ex-burgemeester Marc-Jean Ghyssels (PS), mede-initiatiefnemer van een voorstel van resolutie dat Ecolo en PS op tafel legden, aan BRUZZ. De bestaande kloof tussen de gemeenten wordt volgens de initiatiefnemers hierdoor alsmaar groter.
Digitale kloof
Uiteindelijk steunden alle partijen in het parlement de bezorgdheden rond de verdeling van de geldautomaten, met uitzondering van de N-VA.
De partijen pleiten voor een moratorium op het weghalen van bestaande geldautomaten. “Naast het feit dat de nieuwe automaten geografisch niet ideaal gelegen zijn, zal dit een grotere digitale en sociale kloof tussen de inwoners van de hoofdstad creëren”, aldus Ghyssels. Bij de verdeling van geldautomaten mogen voor de initiatiefnemers niet alleen geografische criteria een rol spelen, maar moet ook rekening worden gehouden met de socio-economische situatie van een buurt, de bevolkingsdichtheid, het toeristische belang van de zone en hoe gemakkelijk het gebied toegankelijk is.
"Op de dag dat er geen contant geld meer in omloop is, zullen de klanten door de banken gegijzeld worden"
Door het gebrek aan overleg met het Batopin-vennotschap en het probleem van toegang tot contant geld, pleiten beide partijen voor een democratisch debat met verenigingen, banken en burgers. “Het doel van ons moratorium is om aan de alarmbel te trekken. Op de dag dat er geen contant geld meer in omloop is, zullen de klanten door de banken gegijzeld worden", zegt Ghyssels zaterdag in La Capitale.
Maar omdat Brussel niet bevoegd is om restricties op te leggen aan de banken, wordt nu hoopvol gekeken naar het federale niveau. Ministers Pierre-Yves Dermagne (PS) en Vincent Van Peteghem (CD&V) zouden het dossier momenteel bestuderen.
Volgens een dossier van Bruxelles Formation zou 25 procent van de Brusselaars het internet amper gebruiken en begrijpen. Een op de vier Brusselaars zou dus niet mee zijn op de digitale trein, het weghalen van de bankautomaten zou de kloof nog vergroten. Een studie van de Koning Boudewijnstichting heeft het zelfs over drie op de tien.
“Door digitale betaalmethodes te pushen, wordt het voor lokale handelaars ook moeilijk. Krantenwinkels, kruideniers of kermiskramen kunnen zonder cash niet winstgevend zijn, op lange termijn zullen ze hun deuren moeten sluiten,” zegt parlementslid Ghyssels.
Lees meer over: Brussel , Economie , geldautomaten , Batopin , Marc-Jean Ghyssels , digitale kloof , sociale kloof