Een drink na het werk, een spaghetti onder vrienden, een concert of poëzieavond in groep. Over dik twee weken stopt Café Monk in het centrum ermee. Gewurgd door de eigenaar en drankencentrale, zegt de uitbater, maar die volgt strikt genomen gewoon de wet. Het doet de horecasector nog maar eens pleiten voor minder strakke brouwerijcontracten.
| Een drink na het werk, een spaghetti onder vrienden of familie, een concert of poëzieavond in groep. Over dik twee weken stopt Café Monk in het centrum ermee.
Deze dagen baadt Café Monk in een sfeer van weemoed. Op woensdagmiddag, een dag nadat de nakende sluiting bekend is geraakt, zit de zaak in de Sint-Katelijnestraat gezellig vol. “Het is toch drukker dan anders,” vindt Fran Deslé, die met haar drie dochters spaghetti eet in de brasserie achterin. “Wij komen hier elke woensdag eten na schooltijd, dus nu zitten we met een probleem,” vertelt Deslé over de pas aangekondigde sluiting. “Ik kan het met geen andere zaak in de buurt vergelijken. Als het wordt overgenomen, heb ik er niet het volste vertrouwen in dat de sfeer behouden zal blijven. Het kan net zo goed een typisch toeristencafé worden.” Ook de meisjes zullen de traditie missen. “De spaghetti is hier overheerlijk. In Italië doen ze het niet beter,” zegt de 9-jarige Otte, boven haar bord pasta.
“Ik weet echt niet waar ik nu anders naartoe zou kunnen dan hier,” zegt Sofie Janssens, die in het cafégedeelte een boek leest aan het raam. Ze drinkt een Chouffe-bier en zit aan een tafel alleen. “Je kan hier perfect in je eentje komen chillen, maar ook met vrienden spaghetti eten of een aperitiefplank delen. Het is hier zó toegankelijk, voor alles. En dat op elk moment, in elke situatie,” zegt ze. “Je ziet hier ook niet één type volk of stijl, zoals in sommige andere cafés. Natuurlijk hoor je veel Nederlandstaligen, maar het blijft hier gemengd.”
Een plek voor ontmoeting, noemen vaste fans ‘hun’ café Monk graag. Op 13 mei houdt Monk zijn laatste dag. Niet vrijwillig, zegt uitbater Filip Jans, want het is pandeigenaar Horeca Logistic Services (HLS) die hem een nieuwe huurovereenkomst ontzegt. Dat bedrijf is tevens drankenleverancier en heeft met Jans al zo’n vier jaar discussies. Onder meer over de invulling van zijn drankkaart.
“Het is begonnen in 2019, toen ik heb geweigerd om nog flessen water bij hen aan te kopen,” zegt Jans. Volgens het brouwerijcontract was hij verplicht om een welbepaald watermerk bij HLS in te kopen ‘tegen horecatarieven’. “De prijzen gingen plots met 65 procent omhoog. Dat kon ik nooit volledig doorrekenen aan de klant,” zegt Jans. “Nadien zijn er alleen maar meer discussies ontstaan.” Zo mocht hij niet meer dan vijf lokale flesbieren aan de kaart toevoegen, maar had hij er op een bepaald moment tien. “In zeer kleine volumes,” verduidelijkt Jans, “en dat was zes jaar lang nooit een probleem. Pas toen de discussies begonnen, ben ik erop gepakt.” Aan de afgesproken minimumvolumes voor tapbieren heeft hij nooit geraakt, zegt hij nog. “Wij verkochten zelfs het dubbele.”
Officieel zegt HLS de huur niet op door die discussies. In een persmededeling spreekt de pandeigenaar over noodzakelijke “structurele en renovatiewerken teneinde de verdere uitbating in het historisch pand te verzekeren”. De drankenhandelaar wil verder geen enkele vraag rond Monk beantwoorden. Over welke werken het gaat, is dus onduidelijk. Bij de Stad Brussel kwam nog geen stedenbouwkundige vergunningsaanvraag binnen, tweette schepen Ans Persoons (one.brussels-Vooruit) al snel. Het cafégebouw is beschermd. Wel zijn er al langer problemen met de riolering en het dak, weet Jans.
“Ik moest bij elke stortbui pompen,” zegt hij. De rioleringswerken zelf bekostigen vond hij geen faire vraag. “Ze kenden die en probeerden die op mij af te schuiven. Ik vind het erg dat ik het café verlies, maar absoluut niet erg dat ik niet meer met hen moet samenwerken. Hoe meer opmerkingen je maakt, hoe meer ze je de strot dichtknijpen.”
“Ik wil Monk zeker een vervolgverhaal geven. Zonder brouwerijcontract, uiteraard”
Volgens Jans zijn heel wat horecazaken in zijn directe omgeving afhankelijk van HLS als eigenaar of leverancier. “Velen willen niet praten omdat zij het mes op de keel hebben,” meent hij.
HLS is de grootste onafhankelijke drankenverdeler in ons land en de grootste speler op de Brusselse markt. Onder cafébazen luidt het gerucht dat ze hier zo’n tweeduizend panden bezitten. Het familiebedrijf weigert daarover commentaar. Zaakvoerders Paul en Michel Haelterman zijn de zonen van die andere Michel Haelterman, ooit de bierkoning van Brussel genoemd. In de jaren 1990 baatte hij een honderdtal cafés in de stad uit. Hij kreeg de fiscus achter zich voor grootschalige belastingfraude, maar kon in beroep een schikking treffen. Zijn zonen bouwen voort op hetzelfde bedrijf.
Juridisch kluwen
Met de sluiting van Monk staan de zogenoemde wurgcontracten in de sector weer in de aandacht. Maar die vraag is complex, zegt Jacob Reniers van de KU Leuven. Hij is doctoraatsstudent contractenrecht en deed onlangs een studie naar brouwerijcontracten in de horeca. “Die term bestaat juridisch niet echt,” zegt hij. “Een brouwerijcontract hangt altijd af van andere juridische formules, zoals handelshuur, commerciële samenwerking of een lening. Daaraan worden verplichtingen en schadebedingen gekoppeld. Vaak wordt afgesproken dat je een minimumhoeveelheid drank bij een bepaalde handelaar aankoopt in ruil voor voordelen. Bij Monk was dat de huur van het pand.”
Er bestaat wel een gedragscode om excessen te vermijden, die onlangs nog is aangescherpt. “Als zelfs de koekjes bij de koffie verplicht moeten zijn, gaat het te ver,” geeft Reniers als voorbeeld. En wettelijk is het onmogelijk om een huurcontract zomaar, zonder tussenkomst van een rechter, te verbreken na inbreuken op de drankafspraken, benadrukt Reniers. In het geval van Monk is de huur simpelweg niet hernieuwd op basis van de handelshuurwet. “Die is soms zeer formalistisch,” zegt hij. “Zodra een huurcontract afloopt, mag een verhuurder een verzoek tot vernieuwing altijd weigeren. Hij hoeft daar zelfs geen reden voor te geven,” zegt Reniers. “In dit geval heeft de verhuurder de weigering toch gemotiveerd met geplande werken. Die moeten dan wel effectief opstarten binnen de twee jaar. Anders moet HLS in principe een hogere vergoeding aan de huurder betalen.”
“Hier kan je elkaar nog ontmoeten, je hoort hier alle talen. In nieuwe horecaconcepten vind je die mix minder”
Dat alles binnen de wet verloopt, maakt de ontzetting bij de vaste klanten er niet minder om. “Het is een terugkerend probleem in Brussel: ik herinner me nog protest tegen de sluiting van cafés in de Noordwijk in de jaren 1970. Of acties tegen het einde van café Le Coq in Elsene,” zegt Antonio Jimenez Saiz, die met zijn partner en een bevriend schrijver uit Frankrijk een croque-monsieur eet bij café Monk. Le Coq sloot in 2017 omdat pandeigenaar AB Inbev de huurovereenkomst niet wilde verlengen, tot ongenoegen van de buurtbewoners. In het pand huist nu het moderne Café Tulipant, met plaats voor brunch en cocktails. “We hebben onze Franse vriend speciaal naar Monk meegenomen om hem de authentieke Brusselse sfeer te tonen,” zegt Jimenez. “Hier kan je elkaar nog ontmoeten: ik spreek Spaans, mijn vrouw Frans en je hoort hier alle talen. In nieuwe horecaconcepten vind je die mix minder,” vindt hij.
“Je kon hier iemand als Arno tegen het lijf lopen, dat is gezellig,” zegt de gepensioneerde Carlo aan de toog. “Iedereen is hier welkom. En als het gewone bier op is, drink ik hier wel een Saint-Huberrekke uit ons mooie Wallonië.” Eigenaar HLS benadrukt dat “de Monk niet zal verdwijnen”, maar gewoon een nieuwe uitbater krijgt. Al een tiental kandidaten hebben zich gemeld.
Grote spelers
Zo’n overname is niet nieuw in Brussel. In 2012 moest de uitbater van El Metteko op de Anspachlaan ook een nieuw contract afsluiten met pandeigenaar HLS. “Mijn advocaat had de aanvraag tot huurverlenging één dag te vroeg verstuurd, dus gold ze niet,” vertelt toenmalig uitbater Jean-Claude Robinet. “HLS heeft ons niet verwittigd en een nieuw contract voorgeschoven.” De huurprijs steeg fors en hij moest verplicht de gevel en vier appartementen boven het café opknappen, zegt hij. “Ik wou mijn bloeiende zaak niet kwijt, wat kon ik doen?” Na twee jaar besloot Robinet zijn handelsfonds alsnog te verkopen aan een overnemer. Die moest op zijn beurt stoppen in 2017. “Ik had het echt moeilijk,” vertelt Robinet over die periode.
Hij werkt intussen niet meer in de horeca, maar baatte wel nog een tijd café Excelsior in Jette uit, gehuurd via de lokale kerkfabriek. “Daar had ik betere voorwaarden met eigen leveranciers. Nooit wil ik nog met een brouwerij werken,” zegt hij stellig.
“Zeker sinds de covidcrisis krijg je bij banken geen lening meer voor horecaprojecten, dus moet je wel hopen op geld van een brouwerij”
Het is een keuze die niet iedereen kan maken, blijkt na rondvraag bij cafébazen. “Zeker sinds de covidcrisis krijg je bij banken geen lening meer voor horecaprojecten, dus moet je wel hopen op geld van een brouwerij,” zegt de uitbater van een bekend café in Brussel, die liever anoniem blijft. Zelf huurt hij een pand van eigenaar Alken-Maes, maar die verplicht hem om alle drank aan te kopen bij leverancier HLS. “Ik werk nu al dertig jaar met hen samen en heb nog nooit problemen gehad, maar ik heb die ook bewust nooit gezocht,” vertelt de cafébaas. “Ik mag maar twee bieren van lokale brouwerijen op mijn kaart zetten, dus doe ik dat. Ik ga niet proberen om drie of vier eigen bieren te kiezen. Natuurlijk kan je zo moeilijk een eigen identiteit opbouwen. En het is een pak duurder dan rechtstreeks aankopen bij kleinere drankencentrales, waar je doorgaans tot 30 procent korting krijgt.”
Hij redt het omdat hij een tweede zaak runt waar hij wel vrij kan aankopen. Ook El Metteko, intussen omgedoopt tot Café Metteko, heeft een nieuwe uitbater met meerdere horecazaken op zijn naam. Dat vergroot de onderhandelingsmarge met leveranciers. “Ik raad elke cafébaas aan om bij aanvang van het huurcontract goed te onderhandelen over de duurtijd. Negen jaar is het minimum, dus je kan altijd langer vragen,” zegt jurist Reniers. “Voor het brouwerijcontract heb je altijd twee weken de tijd om het voorstel na te kijken. Doe dat zeker met juristen.”
Advocaat
De Brusselse horecafederatie geeft hetzelfde advies. “Laat je bijstaan door een advocaat,” klinkt het. “We zien wel dat huurcontracten strikter worden. Covid heeft daarbij niet geholpen.” Duidelijke cijfers heeft de horecafederatie niet, maar verhuurders van handelspanden, zoals cafégebouwen, zouden nu sneller in zee willen gaan met grotere spelers. Bij een goed draaiende drankencentrale lopen ze minder risico op huurachterstal dan bij de cafébaas zelf.
Het overkwam een bekende zaak uit het stadscentrum dit jaar. De private eigenaar besloot daar een eigen huurcontract af te sluiten met HLS, die op zijn beurt nu een brouwerijcontract afdwingt van de uitbater. “Helaas is dat de fout van onze eigenaar, maar wij zullen onze prijzen fors moeten verhogen,” vertelt de cafébaas, die ook anoniem wil blijven. “Het gebeurt meer en meer dat leveranciers op die manier huurcontracten proberen over te nemen. Wij stappen binnenkort naar de rechter.”
“Het is belangrijk om alle contracten in de horeca eens grondig te verzamelen en evalueren. Nu is er geen duidelijk zicht op de excessen”
Dat de naam HLS zo vaak opduikt in deze verhalen, is volgens deze cafébaas geen toeval. “Ze hebben zeer goede juristen en kennen de wet door en door,” zegt hij. “Ik ben universitair geschoold, geen dommerik en liet me bijstaan door advocaten,” zegt ook Filip Jans van Monk. “Alleen stel ik vast dat brouwerijcontracten, als de verhuurder dat wil, zeer ver kunnen gaan in pestgedrag.”
Moet de wet dan worden aangepast, om drankcontracten minder ‘wurgend’ te maken? “Het is vooral belangrijk om alle contracten in de horeca eens grondig, op grote schaal te verzamelen en evalueren,” zegt Jacob Reniers. “Pas als de politiek een duidelijk overzicht heeft van hoeveel contracten echt excessief zijn, kan ze nagaan of er genoeg juridische instrumenten bestaan om het evenwicht te bewaken. Evalueer eerst wat er is voor je met iets nieuws komt.” Zo’n inventaris is voorlopig niet in zicht. Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) rekent eerst op een nieuwe verzoeningscommissie voor de horeca, meldt zijn woordvoerder, die moet bemiddelen tussen brouwers en cafébazen. De commissie is twee jaar na het voorstel nog niet operationeel.
Voor café Monk zijn de komende weken een gouden ererondje. “Ik heb mijn collega’s nog snel meegenomen voor een spaghetti,” lacht An Van Dessel in de brasserie, die een paar dagen per week in Brussel werkt. “We moesten toch afscheid komen nemen. Dit is het Brussel dat ik ken, ik vind het een monument voor de wijk.” Het café geeft nog een groot feest op 13 mei en sluit die avond meteen de tap. Dan trekt uitbater Jans naar Oostende, waar hij de bar van het Noordzeeaquarium vorm zal geven. “Ik heb geluk dat dat samenvalt, maar het was nooit mijn bedoeling om de Monk daardoor te sluiten,” zegt hij. “Ik wil Monk zeker een vervolgverhaal geven in Brussel. Zonder brouwerijcontract, uiteraard.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Economie , Resto & Bar , café monk , wurgcontracten , Brusselse horeca , filip jans , Horeca Logistic Services (HLS) , Michel Haelterman
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.