Mensen van vreemde origine vinden nog steeds moeilijker werk

Meer mensen van vreemde origine vinden vandaag een job (3,6 procentpunten meer in 2016 dan in 2008), maar dat neemt niet weg dat ze nog steeds een pak minder kans op werk hebben dan hun landgenoten van Belgische origine. Dat blijkt uit een nieuw monitoringrapport. "Aan dit tempo duurt het nog decennia voor beide groepen evenveel kansen hebben op de arbeidsmarkt", aldus Unia.

Gelijkekansencentrum Unia trekt uit een rapport van de nieuwe Socio-economische Monitoring, dat het samen met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg om de twee jaar publiceert, een aantal conclusies.

Diploma niet hetzelfde effect

Door structurele discriminatie blijft onze arbeidsmarkt volgens Unia vierkant draaien voor werkzoekenden van vreemde origine. Slechts 46,5 procent mensen van Maghrebijnse origine vond werk, tegenover 73,7 procent van de personen van Belgische origine.

Mensen uit het Midden-Oosten komen er nog slechter vanaf met een tewerkstellingsgraad van 33,6 procent. Dat kan voor een groot stuk verklaard worden omdat uit die regio meer nieuwkomers in ons land arriveren. Zij moeten hun plaats op de arbeidsmarkt nog zoeken.

Gediplomeerde inwoners van vreemde origine genieten volgens Unia-directeur Els Keytsman niet of veel minder van het effect dat een diploma kan hebben. "Dat zelfs een diploma weinig verschil maakt, blijft zorgwekkend", aldus Keytsman. "Een hoog gediplomeerde kandidaat met een vreemde origine heeft nog altijd relatief minder kansen op werk dan een kandidaat van Belgische origine met hetzelfde diploma."

Jongerenwerkloosheid

Uit de analyse van de data blijkt dat jongeren van Belgische origine ongeveer binnen 3 maanden een eerste job vinden. Jongeren met Maghrebijnse roots doen er drie keer zo lang over. Jongeren vanuit het Midden-Oosten doen er soms wel meer dan een jaar over. "Zo wordt de kloof al van aan de start gemaakt", merkt Keytsman op.

Alle betrokken ministers moeten volgens het gelijkekansencentrum daarom de koppen bij elkaar steken om de jobkansen van mensen van vreemde origine te verhogen. Werkgevers moeten gemakkelijker een tijdelijk aanwervingsbeleid kunnen voeren gericht op die groep. Vandaag kijken ze op tegen de administratieve last en onduidelijkheid die dat met zich meebreng.