De oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland treffen Belgische bedrijven indirect: hetzij door een stijging van de inputkosten, hetzij door acutere bevoorradingsproblemen. Dat blijkt donderdag uit een nieuwe enquête van de Nationale Bank van België en het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) bij 2.415 bedrijven en zelfstandigen.
Oorlog in Oekraïne weegt op bedrijven: 'Steeds sterkere prijsstijgingen'
Eind maart hebben verschillende werkgevers- en zelfstandigenorganisaties, namelijk de Brussels Enterprises Commerce & Industry (BECI), het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ), Unizo, de Union Wallonne des Entreprises (UWE) en Voka, een enquête gehouden bij Belgische ondernemingen. De enquête is afgenomen vóór de Europese Commissie een vijfde sanctiepakket voorstelde. Hoewel de enquête peilt naar de percepties van de deelnemers en enige voorzichtigheid geboden is bij de interpretatie van de resultaten, komen een aantal tendensen naar voren.
Zo zijn de Belgische ondernemingen weinig direct blootgesteld aan de oorlog in Oekraïne. "Volgens de ondervraagde ondernemingen hield gemiddeld 0,7 procent van hun verkoop en 1,6 procent van hun bevoorrading rechtstreeks verband met Oekraïne of Rusland voordat de oorlog uitbrak," stelt de Nationale Bank.
Toch verschilt dat van sector tot sector: de chemische industrie, de farmaceutische industrie, de voedingsindustrie, de landbouw en de sector van transport en logistiek lijken in meerdere mate rechtstreeks blootgesteld, wat verkoop en bevoorrading betreft. De dienstensectoren blijven buiten schot. Hoe groter de onderneming, hoe groter de rechtstreekse blootstelling.
Indirecte impact
De indirecte impact van de oorlog is groter. De Nationale Bank spreekt van een "cocktail van negatieve economische effecten." De bevoorradingsproblemen namen, sinds het begin van de oorlog, opnieuw toe, menen de bevraagde bedrijven. Vooral de groothandel, de industrie, de bouwnijverheid, de detailhandel, de landbouw en de horeca geven aan te kampen met verstoorde toeleveringen.
De ondernemingen die afhankelijk zijn van inputs, zoals energie, halffabricaten, grondstoffen, vervoer en verpakking, melden een stijging van hun inputkosten. De zwaarst getroffen sectoren zijn afhankelijk van hetzij energie, hetzij voedingsmiddelen. (lees verder onder het interview met Olivier Willocx, CEO van Beci)
Hinderpalen
De enquête polste ook naar de hinderpalen waar de ondernemingen tegenaan lopen. Dat zijn niet alleen de hoge energieprijzen (45 procent van de respondenten), de grote onzekerheid (35 procent), de hoge prijzen van halffabricaten en grondstoffen (35 procent) en de bevoorradingsproblemen (34 procent), maar ook de hoge arbeidskosten. Dat laatste vormt een probleem voor 31 procent van de kleine ondernemingen (tot tien werknemers), 41 procent van de middelgrote ondernemingen (tot 50 werknemers) en 49 procent van de grote ondernemingen (meer dan 50 werknemers).
Bijna alle bevraagde ondernemingen die afhankelijk zijn van inputs, hebben het voorbije halfjaar hun prijzen verhoogd. Maar driekwart zegt wel dat de verhoging van de verkoopprijzen lager is dan de stijging van de inputkosten.
Meer dan de helft van de respondenten (59 procent) meent dat de negatieve impact van de oorlog minstens één jaar zal worden gevoeld. Ze zullen hun productie of dienstverlening naar beneden bijstellen en hun investeringsplannen terugschroeven. De overgrote meerderheid van de bevraagde ondernemingen verwacht geen faillissement op korte termijn.
Lees meer over: Brussel , Economie , oorlog oekraïne , Nationale Bank van België