Megabus wordt nu al het Ryanair van de autocars genoemd, voor zijn laag tarief op busreizen tussen Europese steden. Sinds half september timmert het Schots moederhuis Stagecoach Group vanuit Brussel aan een sternetwerk op het vasteland. De Britse flair zorgt voor een wervelwind in de sector van collectief busvervoer. Maar klant is koning.
Voor anderhalve euro naar Rijsel, hoelang nog?
Lees ook: Nog geen busterminal
A l sinds twee jaar biedt de Schotse openbaar vervoermaatschappij Stagecoach Group – met 71.000 chauffeurs megagroot in het Verenigd Koninkrijk en Amerika – lijndiensten aan op het vasteland. Het begon met Parijs-Londen voor iets meer dan een pond in 2012. Vanaf medio september 2014 kan je ook vanuit Brussel dagelijks met hen naar Londen, Keulen, Rotterdam, Amsterdam, Luxemburg en Rijsel. Brussel-Parijs, biedt verbindingsmogelijkheden met Limoges, Toulouse en Barcelona. De internationale intercitybuslijnen zitten, uitgezonderd bestemming Amsterdam, nog niet vol. Er is geen ticketbureau. Je moet via internet kopen en reserveren (altijd 50 eurocent). En last minute op de bus, kan je geen ticket meer aanschaffen, zoals andere reisbussen al eens aanbieden. Maar mondjesmaat geraakt het grote gouden logo van ‘vanaf 1* euro’ bekend en vindt het reizigers.
“Sinds de opstart van Brussel-Luxemburg en Brussel-Rijsel noteren we een passagiersstijging. We geven nieuwe bestemmingen altijd voldoende de kans om bekend te geraken. Een testperiode voor rendabiliteit voeren we niet in, we geloven in het groeipotentieel,” aldus Tony Simmons, Operations Director Belgium vanuit Schotland. Daarmee is de toon van concurrentie met Eurolines, de grote speler in Brussel sinds een kwarteeuw, gezet. Populaire bestemmingen als Amsterdam en Parijs, zijn nu al toppers voor Megabus. Bij de enige bushalte aan de Kardinaal Mercierstraat (Centraal Station) vertrekken al achttien bussen per dag: Brussel-Parijs (5 vertrektijden), Amsterdam (4), Rijsel (3), Keulen (2), Londen (2), Rotterdam (1), Luxemburg (1). De prijzen bedragen ongeveer 15,50 euro voor een heenrit naar de meeste bestemmingen. De nieuwe rit naar Toulouse, tweemaal daags, zou medio december voor 12,50 euro al kunnen. Maar de promoprijs van één euro (heen of terug) naar Rijsel, Luxemburg en soms Parijs blijft het volgen waard.
Megabus introduceerde zich netjes volgens het boekje van de Europese en Belgische regelgeving. Er werd een bvba opgericht, en een zetel gezocht. Die vond busbouwer Van Hool voor hen in Sint-Pieters-Leeuw bij autocarreizen Bell Tours, een familiebedrijf van drie generaties. De Megabus-vloot slaapt dus in Leeuw. Vandaar wordt telkens via de Tweestationsstraat en het Zuidstation naar het centrum gependeld. “We verkochten eerder al duizend bussen aan Stagecoach,” bekent Dirk Snauwaert van Van Hool. “De hogere frequenties en het grotere aanbod aan bestemmingen vanuit Brussel zijn een logisch (commercieel) ‘voedingstraject’ naar het Verenigd Koninkrijk.” De hoofdwerkzaamheid van Stagecoach Group over het Kanaal is gericht op het aanbod openbare buslijnen. Correspondentie vanuit en naar de hoofdstad van Europa voorzien is dus mooi meegenomen.
Binnen de lijntjes
Het verhaal van Megabus is echter niet dat van een low cost carrier die vanuit lageloonregio’s de Brusselse markt inpikt. Alle voertuigen van Megabus werden in België ingeschreven, en zijn van Belgische makelij. En alle chauffeurs, nu al een twintigtal, hebben de Belgische nationaliteit – al is de coördinator in Sint-Pieters-Leeuw wel een Schot, die er private lessen Nederlands krijgt. De chauffeurs werken allemaal volgens de Belgische CAO voor de sector en worden in het kader van de sociale wetgeving betaald in functie van de ‘amplitude’ (term die staat voor loonvariatie afhankelijk van de maximale uitwijking van een diensttijdopdracht). VUB-econoom Michaël Dooms schoot trouwens in eigen voet, door in 2012 voor tvbrussel / brusselnieuws.be te verklaren ‘ze zullen waarschijnlijk geld aanrekenen voor bagage en eten en drinken aanbieden op de bus’ en ‘ze zullen ook besparen op personeel, dat niet in België zal betaald worden’. Niets daarvan. De sectorfederatie FBAA juicht de komst van de nieuwe buslijnspeler toe (zie pagina 8). De bus is naar kwaliteitsreisbussen elementair, zonder ruitenwisser op de bovenetage en zonder radio, dat wel. Maar er is Wifi, een toilet en de chauffeur verdient niet bij met drankverkoop. Wel deed Jeannine Vandermeersch van Bell Tours nog een goed woordje ‘opdat de chauffeurszetel vervangen zou worden door een comfortabeler model’. Bell Tours verhuurt trouwens niet enkel een kantoor aan Megabus, ook de busreiniging en het mechanisch onderhoud wordt daar verzorgd, Binnenkort wil Bell Tours er een buscarwash bij. Of er spoedig dubbeldekkers worden ingezet, en lijnen tot Portugal en München aangeboden worden kan Stagecoach niet bevestigen. Simmons: “By the time zullen we over ons aanbod communiceren via de website. Half december zit Portugal er nog niet bij. Ik kan wel zeggen dat we onze service continu zullen verbeteren.”
Eurolines reageert
Wie dit soort interstedelijk vervoer over de grens heen gebruikt, wordt duidelijk na een rondvraag bij de passagiers. In hoofdzaak zijn het jongeren, mensen die het traject per auto als last, tijdsrovend of duur aanzien, de trein als kostelijk beschouwen of altijd op zoek zijn naar ‘de beste koop’. En dat brengt ons bij de overige spelers, die vanuit Brussel opereren. “Internationaal reizen per bus, met goede verbindingen, groeit in populariteit,” stelt Hugo Faria, marketing en sales manager van Eurolines (een merknaam van 29 onafhankelijke busbedrijven), dat al 25 jaar in Brussel dé marktleider blijft. “Eurolines vervoert 250.000 passagiers per jaar. Onze reizigers zijn hoofdzakelijk zij die weekends of korte breaks gebruiken om de meeste Europese steden te bezoeken, of om naar familie en vrienden reizen. Een busreis is de beste optie voor niet geplande, spontaneaous journeys. Een nieuwkomer op de markt houdt ons scherp. Elke concurrent zal een nieuw potentieel aan klanten aantrekken op de markt, en dat is goed.” Eurolines biedt dagelijks 40 vertrekken vanuit Brussel aan (van de 600 bestemmingen in Europa), waarvan twaalf naar Parijs, tien naar Amsterdam, vijf naar Londen en negen naar Duitse steden, tegen prijzen vanaf negen euro. Een retourtje Brussel-Keulen kost 36 euro, Rotterdam 27 euro. Rijsel is 30 euro heen-terugmet Eurolines, terwijl Megabus nu dus 2,50 euro heen-terug Rijsel aanbiedt, ook in anderhalf uur tijd. Maar ook naar Malmö, Talinn, Moskou, Plovdiv, Praag en Marokko kan gehopt worden. Vooral het zuiden scoort goed. En dat in luxecars met Wifi, airco en extra beenruimte. Voordeel is dat Eurolines twee fysieke verkoopbalies heeft, één bij het Noord- en een bij het Zuidstation, met personeel dat minstens vier talen spreekt, en Arabisch kent.
Van die markt willen nieuwkomers als Megabus dus een graantje inpikken. Maar er is ook al Ecolines, de grootste autocaroperator van de Baltische Staten, die vanuit Riga (Letland) intercitybusverkeer heeft verkregen met Brussel. En hier dagelijks in de Kardinaal Mercierstraat met luxecars pronkt. De Europese regelgeving geeft mee dat vanuit één Europese stad een aanvraag voor vaste lijnen kan verkregen worden, en daardoor zit Brussel op het traject Parijs-Riga. Voor trajecten van meer dan 350 kilometer reist een hostess mee aan boord. Zij controleert de discipline (!), helpt passagiers en levert drinks en snacks. Zo kun je met Ecolines naar 200 steden (Berlijn 50 euro, Vilnius 17 euro, Sint-Petersburg 21,50 euro) en landen als Oekraïne, Wit-Rusland en Rusland, waarbij de hostess voor migratiekaarten zorgt. Voor lege stoelen is een (duurder) last-minute ticket mogelijk. En kortingen worden via de sociale media gecommuniceerd.
Trein is bus
Ook bieden twee buitenlandse treinmaatschappijen, het Franse SNCF sinds 2012 en Deutsche Bahn sinds 2014, intercitybuslijnen aan vanuit Brussel, via verkoopsagent NMBS. De tickets voor de Franse iD-bus en de Duitse IC-bus zijn bij twee balies (vertrek zelfde dag, of later) te koop in het Zuidstation. De dubbeldekkers vertrekken in de Frankrijkstraat (iD-bus) en aan het Centraal Station (IC-bus). “Als bevoorrecht partner verkopen wij die producten (die we niet zelf ontwikkelen), wat een troef is om mee te gaan in het totaalplaatje van concurrentie en mogelijke grotere liberalisering van de markt,” stelt Alex Smeyers, Manager Internationaal bij NMBS. Voor ID-bus is dat intercityverkeer van Brussel naar Rijsel (2 per dag tegen een vast tarief van 15 euro), Brussel-Parijs Bercy (7 bustijden), Brussel –Amsterdam (2) en ’s nachts Brussel-Londen (1). Brussel-luchthaven Charles de Gaulle (Parijs) wordt maar eenmaal daags aangeboden, en er is geen aansluiting verderop. “Men denkt aan nieuwe verbindingen, zodanig dat iD-bus een netwerk kan creëren, precies om de aanvoering vanuit Brussel naar de lokale markt te vergroten,” zegt Smeyers. “Mensen willen vlug kunnen beslissen, vandaar het succes van de bus. Complementair aan het treinvervoer is er groeipotentieel voor dit type vervoer. Ook de IC-bus Brussel-Düsseldorf met tussenstop in Roermond past in dat buitenlands plaatje als ‘voedingstraject’ voor het eigen Duitse bus- en treinnetwerk.”
Al die intercitybussen zorgen voor nieuwe mobiliteitscirculaties in de stad, zoveel is duidelijk. Maar het kabinet van bevoegd minister Pascal Smet heeft er (nog) geen zicht op. Kabinetschef Gorik Van Holen: “Wel heeft Megabus aan de Stad Brussel gevraagd om een specifieke parkeerplaats te krijgen, maar het kreeg als antwoord dat de openbare weg niet geprivatiseerd kan worden voor één bedrijf. Nadien werd dezelfde vraag aan het Gewest gesteld. Megabus kreeg hetzelfde antwoord.” Neemt niet weg dat de gezonde concurrentie aan intercitybussen met schakelpunt Brussel risico’s inhoudt. Het zijn private initiatieven die zonder subsidies de collectieve mobiliteit ten goede komen.
Intercitybussen
Lees meer over: Economie , Intercitybussen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.