Jeanne Moreau doolt door het nachtelijke Parijs, streelt achteloos auto’s, laat de wind met haar haren spelen en verbijt met een vleugje melancholie de angst en onzekerheid om haar minnaar die niets van zich laat horen. Niemand minder dan Miles Davis bespeelt de triest schurende trompet die haar begeleidt. Er zijn mooiere fragmenten dan dit stukje uit Ascenseur pour l’échafaud, maar niet veel.
De stijlvolle film noir waarmee Louis Malle in 1958 debuteerde, was geen toevalstreffer. Veel aandacht zou in de jaren 1960 en ’70 naar de nouvelle vague gaan, maar Malle maakt onverstoorbaar de ene steengoede film na de andere, in uiteenlopende registers. Flagey herneemt er zeven anderhalve maand lang. Stadskinderen zullen opkijken van het speelse Zazie dans le métro. Zazie is een tienjarig meisje uit de provincie dat per se de metro wil nemen en half Parijs op stelten zet. Jongeren zullen onder de indruk zijn van Au revoir les enfants en het verhaal van een joodse jongen die zich op een college voordoet als een katholiek om uit handen te blijven van de Gestapo. Ga niet naar het uitgebeende Le feu follet met Maurice Ronet als levensmoe geworden dronkaard en versierder als u daarna nog pintelieren wilt.
> Louis Malle, 1/6 > 16/7, Flagey
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.