Brussels parlement gunt huurder voorkeurrecht bij verkoop woning

Het Brussels parlement heeft dinsdag met ruime meerderheid de ordonnantie goedgekeurd die de huurders een voorkeurrecht geeft bij de verkoop van de woning die ze betrekken. De regel wordt op 1 januari volgend jaar van kracht.

Het ontwerp van ordonnantie van staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou (PS) is goedgekeurd met 54 tegen 24 stemmen. In de oppositie stemden MR, N-VA, Les Engagés, CD&V en Vlaams Belang tegen.

De oppositie argumenteert dat de ordonnantie de stabiliteit van de vastgoedmarkt aantast, zonder enige garantie dat de tekst een oplossing biedt voor de moeilijkheden met de toegang tot huisvesting in Brussel.

De meerderheid stemde wel in met enkele amendementen van Vincent De Wolf (MR), met name om de toepassing van het voorkeurrecht uit te breiden naar feitelijke samenwonenden.

Het voorkeurrecht is enkel van toepassing voor ongemeubelde woningen waarvoor een langlopende huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats werd gesloten. De huurder moet er ook gedomicilieerd zijn.

Het voorkeurrecht geldt dus niet voor huurovereenkomsten van korte duur (drie jaar of minder), voor woningen met onderverhuring, medehuur of een studentenwoninghuurovereenkomst, voor de verkoop tussen leden van dezelfde familie, voor de verkoop van een gebouw met meerdere woningen, of voor woningen die gelegen zijn in een voorkoopperimeter en waarbij de overheid daadwerkelijk gebruikmaakt van haar voorkooprecht.

De eigenaar moet de huurder voorafgaandelijk op de hoogte stellen van zijn beslissing om het goed te verkopen, met vermelding van de prijs en de voorwaarden van de geplande verkoop, en van zijn voorkeurrecht. Daarna beschikt de huurder over 30 dagen om al dan niet in te gaan op het aanbod tot verkoop.