Brussel hinkt steeds meer achterop met vaccinaties

Evenveel leveringen per inwoner en toch maar half zo weinig vaccins gezet: Brussel vaccineert steeds trager ten opzichte van Vlaanderen en Wallonië. Een duidelijke uitleg ontbreekt zowel bij bevoegd minister Alain Maron als bij de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).

Per dag ongeveer 0,7 prikken per 100 inwoners. Dat is het Brusselse vaccinatietempo de voorbije zes dagen, zo blijkt uit de cijfers van Sciensano (zie grafiek). Een week geleden lag dat ritme nog hoger, met bijna 0,8 prikken per 100 inwoners. Maar het ligt vooral beduidend lager dan de andere twee gewesten. In Vlaanderen loopt de vaccinatie volgens deze cijfers dubbel zo snel, met dagelijks 1,4 prikken per 100 inwoners. Wallonië volgt in stijgende lijn tot 1,2 prikken per dag per 100 inwoners.

Aan de geleverde vaccins zal het niet liggen. Elk gewest krijgt ongeveer evenveel dosissen per aantal inwoners. Toch zet Brussel minder afsprakenslots open in de vaccinatiecentra, of raken die niet even vlot ingevuld. Dinsdag bleek dat er nog 14.000 plaatsen vrij waren in de Brusselse vaccinatiecentra voor deze week. Die raken nu wel stilaan ingevuld met de mensen op de wachtlijst. Vorige week waren er eigenlijk 69.000 vaccinaties gepland, zo werd aangekondigd tijdens het wekelijkse persmoment van de GGC. Maar volgens de geregistreerde vaccinaties zijn er maar ongeveer 60.000 prikken toegediend.

“De motor begint effectief te sputteren in Brussel”, zegt de federale taskforce vaccinatie dinsdagavond in Het Laatste Nieuws. Bij BRUZZ wil de taskforce woensdag niet reageren. Zij verwijzen door naar de bevoegde Covid-administratie bij de GGC, maar daar blijft coronacrisismanager Inge Neven voorlopig onbereikbaar. (Lees verder onder de grafiek)

Groepsimmuniteit nog ver weg

De vaccinatiegraad kan alleszins een duwtje in de rug gebruiken. In Brussel zijn nu 45 procent van de volwassenen minstens één keer gevaccineerd, maar in de twee andere gewesten is dat al 65 procent. Dat blijkt woensdag uit de dagelijkse cijfers van Sciensano. Om een voldoende hoge groepsimmuniteit te bereiken, is een vaccinatiegraad van minstens 70 procent nodig. De vaccinatiegraad in de gemeenten Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek, Sint-Joost-ten-Node en Koekelberg ligt zelfs nog onder de 30 procent. Dat is bij de laagste van het land.

Bevoegd minister van Gezondheid Alain Maron (Ecolo) heeft altijd ontkend dat Brussel trager vaccineert. “Het verschil is volledig te wijten aan het feit dat wij ook Vlamingen, Brusselaars en eurocraten vaccineren", klonk het maandag nog in Le Soir. "Alle slots zijn ingevuld in onze tien vaccinatiecentra”, aldus de minister. Het verschil wordt echter alsmaar groter en een goede uitleg ontbreekt zowel bij de GGC als bij minister Alain Maron.

Grotere stock

Maar gaat Marons verklaring, over de in Brussel gevaccineerde niet-Brusselaars, nog op? Een groot deel van deze gevaccineerde niet-Brusselaars zijn zorgmedewerkers en politiemensen. Zij kregen hun eerste prik al in februari of maart en konden hun tweede prik dus vorige maand (vier tot twaalf weken later) verwachten. In hoeverre zij de huidige cijfers nog kunnen beïnvloeden, is onduidelijk. Het kabinet-Maron kon woensdag geen cijfers geven over het aantal niet-Brusselaars dat deze of vorige week nog een prik kreeg in Brussel.

Ook aan de leveringen schort het niet. De federale taskforce vaccinatie publiceert dagelijks cijfers over het aantal toegediende vaccins per gewest, in verhouding tot de leveringen. Alle gewesten krijgen ongeveer even veel vaccins per inwoner. In Brussel waren dat er tot nu toe 953.435, in Vlaanderen 5.361.100 (cijfers t.e.m. 14 juni, red.). Wat opnieuw opvalt: verhoudingsgewijs heeft Brussel nog maar 72 procent van die dosissen toegediend, maar Vlaanderen al 98 procent. Ook Wallonië en de Oostkantons hebben al meer dan 9 op de 10 geleverde vaccins effectief ingezet (zie tabel hieronder).

De cijfers over toegediende vaccins zijn wel opnieuw op basis van woonplaats en niet volgens het vaccinatiecentrum waar de prik is gezet. Het is dus mogelijk dat er nog enkele Vlamingen, die bijvoorbeeld in de Heizel gevaccineerd zijn, toch niet in de Brusselse cijfers opduiken. Maar dat verschil is onvoldoende groot om de vaccinatiekloof volledig te verklaren.

Het verschil lijkt vooral te wijten aan het feit dat Brussel een grotere stock aan vaccins bijhoudt dan de andere twee gewesten. Dat doet het naar eigen zeggen om de nodige tweede prikken te garanderen, in het geval er toch leveringsproblemen zouden opduiken. Noch het kabinet-Maron, noch de GGC reageerden woensdag op de vraag hoe groot de stock op dit moment is.