De pandemiewet was nodig omdat er sinds begin maart geen wettelijke basis meer was voor de mondmaskerplicht. De ordonnantie geeft de regering verregaande bevoegdheden om de pandemie in Brussel te bestrijden. Maar minister van gezondheid Alain Maron (Ecolo) verzekert dat het niet de bedoeling is om strenger te zijn dan noodzakelijk.
Brussels parlement keurt pandemiewet goed om mondmaskerplicht te redden
De stemming van de Brusselse pandemiewet ging niet zonder slag of stoot. Minister van Gezondheid Maron wou die vorige week al in spoed laten goedkeuren, maar het parlement vroeg meer tijd omdat de ordonnantie verregaande beperkingen mogelijk maakt in het openbaar leven en raakt aan grondwettelijke vrijheden van de Brusselaar.
Vandaag, woensdag, heeft de commissie Gezondheid de ordonnantie meerderheid tegen oppositie goedgekeurd.
"We nemen maatregelen die noodzakelijk zijn maar die zo weinig mogelijk raken aan de vrijheden"
Volgens minister Maron is de vrees voor een inperking van de vrijheden onterecht. “Er is een misvatting over de ordonnantie. Ze is beperkt tot de coronapandemie.” Zodra de Wereldgezondheidsorganisatie verklaart dat de coronapandemie voorbij is, stopt ook de toepassing van de wet.
Volgens Maron is het ook helemaal niet de bedoeling om strenge maatregelen te nemen. “We nemen maatregelen die noodzakelijk zijn maar die zo weinig mogelijk raken aan de vrijheden. Dat is de algemene regel. Kijk naar het Covid Safe Ticket. Zodra dat niet meer nodig was, hebben we het afgeschaft.”
Ongenoegen
Bij meerderheid en oppositie bestond wel ongenoegen omdat het parlement hiermee buiten spel dreigt gezet te worden. De Brusselse regering krijgt erg ruime bevoegdheden om op te treden als de coronacijfers terug verslechteren. Ze kan een samenscholingsverbod of een avondklok instellen, scholen sluiten, de toegang tot horeca beperken, etcetera. En dat allemaal zonder inspraak van het parlement.
Maron had begrip voor dat argument, maar gelooft dat in een federaal land alleen een regering beslissingen kan nemen die coherent zijn met de maatregelen in de rest van het land. “Wie zit in het Overlegcomité en in de Interministeriële Conferentie Gezondheid? De regering toch, en niet het parlement.”
Parlementaire controle
Om het parlement meer te betrekken, heeft de meerderheid (socialisten, groene partijen, Défi en Open VLD) via amendementen wel de parlementaire controle op de maatregelen versterkt.
Zo moet de regering elk maand de gezondheidsindicatoren communiceren (ziekenhuiscijfers, besmettingen, etcetera) waarop de regering zich baseert om mogelijke maatregelen te nemen. Ook de besluiten zelf die genomen worden moeten aan het parlement worden overgemaakt.
De maatregelen moeten ook elke drie maand geëvalueerd worden waarop een parlementair debat kan volgen. Het parlement wil zo vermijden dat de regering al te voortvarend maatregelen neemt die ingaan tegen de burgerlijke vrijheden.
'Circusgehalte'
De oppositiepartijen kunnen daar geen genoegen mee nemen. N-VA-parlementslid Gilles Verstraeten noemde de amendementen van een "circusgehalte" en noemt de ordonnantie “een blanco cheque aan de regering.”
Vrijdag komt het Brussels parlement in spoedzitting bijeen om de ordonnantie definitief goed te keuren.
Daarmee zal er opnieuw een juridische basis zijn voor de mondmaskerplicht in het openbaar vervoer. Die was juridisch wankel sinds België op 11 maart uit de federale fase is gegaan. Toen bleek dat Brussel geen geschikte pandemiewet had om de mondmaskerplicht op het openbaar vervoer te handhaven.
Vrijdag zou die er dus moeten zijn, waarna de regering de mondmaskerplicht op het openbaar vervoer en in de zorg formeel kan afkondigen. Op middellange termijn moet er een volwaardige pandemiewet komen, zodat Brussel, los van corona, beter voorbereid is op mondiale epidemieën.
Lees meer over: Brussel , Gezondheid , Politiek , pandemiewet , Alain Maron , Gilles Verstraeten , mondmaskerplicht , grondrechten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.