Mohamed Abrini, de man met het hoedje, dacht naar eigen zeggen alleen maar aan ontkomen op die bewuste 22 maart 2016, toen hij naliet zijn bom te laten ontploffen op de luchthaven van Zaventem. Naar eigen zeggen heeft hij ook "elke dag spijt" van wat er is gebeurd. Dat staat in de akte van inbeschuldigingstelling, die ook woensdag nog wordt voorgelezen op het proces rond de aanslagen in ons land.
Het terreurnetwerk, waar Abrini deel van uitmaakte, broedde na de aanslagen van Parijs op een nog grotere aanval in Frankrijk, tijdens het EK in de zomer van 2016. Maar door de arrestatie van onder meer Salah Abdeslam en Sofien Ayari kwamen de terroristen onder druk te staan en besloten ze snel tot actie over te gaan, in Brussel.
Abrini zelf beweert dat hij pas op de vooravond van 22 maart te horen kreeg dat hij moest toeslaan in Zaventem en dat hij niet betrokken was met de productie van de TATP. "Die springstof werd verdeeld over drie reistassen voor Zaventem en twee rugzakken", aldus Abrini in zijn verklaring. Dat Abrini de aanslag zou overleven, stond dan ook niet in het draaiboek van de terroristen. Het plan was dat hij zich samen met Ibrahim El Bakraoui en Najim Lachraaoui zou opblazen op de luchthaven van Zaventem. Op een computer van de terroristen is zelfs een testament van Abrini gevonden, opgesteld anderhalve maand voor de aanslagen, waarin hij zegt dat het zijn wens was "om als martelaar te sterven". Zelf zei Abrini daarover achteraf dat het testament hem eigenlijk niet interesseerde, dat hij het opstelde onder druk en dat hij zelfs letterlijk zinnen had gekopieerd van anderen.
Op 22 maart 2016 trok Abrini samen met de twee andere terroristen met een taxi en een valies vol explosieven naar de luchthaven. Daar aangekomen, dronken ze eerst nog een koffie alvorens richting de wachtrijen voor de vluchten richting Rusland, Israël en de VS te gaan, waar ze de bommen tot ontploffing wilden laten brengen. Na de eerste twee explosies, keerde Abrini echter zijn kar: hij liet zijn bommenkoffer achter en zette het op een lopen. "Natuurlijk besefte ik het gevaar daarvan. Maar ik dacht enkel aan ontsnappen, niet aan de bom onschadelijk maken", verklaarde Abrini daarover. Uiteindelijk duurde het tot 8 april voor Abrini werd opgepakt bij een politieactie. 'De man met het hoedje' was daarvoor al op camerabeelden gesignaleerd terwijl hij wegwandelde van de luchthaven en werd ook al gezocht voor zijn aandeel in de aanslagen van Parijs in november 2015. "Ik had geen idee waarin ik betrokken was", verklaarde Abrini over zijn betrokkenheid. "Sinds 13 november 2015 is er geen dag geweest dat ik geen spijt heb. Erg graag zou ik de klok terugdraaien, maar dat is onmogelijk."