De ex-verloofde van Mohamed Abrini is woensdagnamiddag wegens ziekte niet komen getuigen op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016. Omdat de burgerlijke partijen en het openbaar ministerie niet verzaken aan haar getuigenis, bekijkt het hof maandag of een bevel tot medebrenging nodig is.
Abrini en de vrouw vormden sinds 2007 een koppel en zouden in februari 2016 trouwen. Abrini verdween echter op de avond van de aanslagen in Parijs. Op 31 maart 2016, toen Abrini na de aanslagen in Belgiƫ op de vlucht was, ontmoette hij via een tussenpersoon zijn ex in een park. Zij zou hem hebben aangeraden naar de politie te stappen. De vrouw was woensdag, samen met de familie Abrini, opgeroepen als moraliteitsgetuige. Net als zijn familieleden kwam ze niet opdagen.
Abrini ziet zijn ex liever niet getuigen, gaf hij aan op vraag van Laurence Massart, voorzitster van het hof. "Ze heeft ook heel moeilijke dingen meegemaakt. Ik weet dat het mentaal gezien niet goed met haar gaat. Het is ingewikkeld. We hadden plannen om te trouwen en haar wereld is ingestort." Abrini voegde toe dat de vrouw later getrouwd is en dat haar echtgenoot overleden is. "Ze is depressief en heeft veel gezondheidsproblemen."
De beschuldigde zegt te weten waarom het parket haar wil horen. "Voor de berichten. U kunt erover praten, maar ik denk niet dat haar getuigenis iets zal veranderen." Hij lijkt zo te verwijzen naar berichten die hij haar stuurde in 2014, waarin hij volgens de akte van beschuldiging steeds radicaler werd.
Jonathan De Taye, advocaat van Ali El Haddad Asufi, riep de voorzitster op geen bevel tot medebrenging uit te vaardigen om de vrouw door de politie naar de rechtbank te laten brengen. "Als je een moraliteitsgetuige van haar vrijheid berooft, open je de doos van Pandora voor alle beschuldigden."