De zitting op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 begon woensdag andermaal met een discussie over de naaktfouilles. Daarna viel vooral de getuigenis van de taxichauffeur op die kamikazes Laachrauoi en El Bakraoui en beschuldigde Abrini naar Zaventem bracht.
Kamikazes spraken tijdens taxirit over gewelddadige Amerikanen die schieten op zwarten
29.59 uur: Telefonieonderzoek en onderzoek Max Roosstraat donderdag op het menu
Op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 zal morgen/donderdag het telefonieonderzoek na de dubbele explosie in Zaventem uit de doeken worden gedaan. Daarna zal het luik Max Roosstraat worden aangesneden.
Donderdag zal hoofdonderzoeker Kris Meert de presentatie verderzetten met tachtig slides over het telefonieonderzoek. Daarna zal het safehouse in de Max Roosstraat uitgebreid belicht worden. De onderzoeksrechters zullen onder meer het buurtonderzoek ter sprake brengen, maar ook de vuilnismannen die de laptop - die een goudmijn voor de onderzoekers bleek - vonden en de interventies van de speciale eenheden en de ontmijners van DOVO zullen ter sprake komen.
19.65 uur: Onderzoeksrechter en hoofdonderzoeker leggen stap voor stap uit hoe onderzoek gevoerd werd
Hoofdonderzoeker Kris Meert en onderzoeksrechter Patrick De Coster hebben woensdag verder uitgelegd hoe het onderzoek naar de slachtoffers stap voor stap gevoerd werd. Na een verslag van de getuigenis van de taxichauffeur die Najim Laachraoui, Ibrahim El Bakraoui en Mohamed Abrini naar de luchthaven bracht en die de speurders naar de Max Roosstraat leidde, gingen Meert en De Coster dieper in op de eerste onderzoeksdaden na de aanslagen.
Meert legde uit hoe de politie na de aanslagen via videobeelden heeft kunnen reconstrueren hoe de aanslagen gepleegd werden en hoeveel daders er waren - naast de twee kamikazes nog een derde dader met een niet-ontplofte bom. Het hof kreeg daarop de bewakingsbeelden te zien van net voor, tijdens en na de aanslagen, waarop het traject te zien is van de terroristen vanaf hun aankomst aan de luchthaven met de taxi. Een groot deel van de dag ging over de analyse van de beelden in de luchthaven.
De beelden wierpen ook een licht op de rol van Abrini, die verschillende keren terugkeerde op zijn stappen en aanwijzingen kreeg van de twee kamikazes. Na de ontploffing van de eerste bom liet hij zijn karretje met zijn bom achter, om even te schuilen en daarna naar buiten te lopen. Hij werd uiteindelijk op 29 maart geïdentificeerd als 'de man met het hoedje' en op 8 april opgepakt. Abrini was de hele dag aanwezig in de rechtbank. Hij leek bij momenten zenuwachtig terwijl hij het betoog over zijn rol bij de aanslag aanhoorde.
Ook overliep de hoofdonderzoeker de verschillende bewijsstukken gevonden op het luchthaven. Het ging dan onder meer om de wapens gevonden bij de lichamen van de kamikazes, die wel gebruiksklaar waren, maar niet gebruikt werden - de hulzen die werden teruggevonden bleken ontploft door de hitte en de impact van de bommen. Andere bewijsstukken waren tientallen bouten en moeren die in de bommen zaten en fragmenten metaal met rode verf, waarschijnlijk afkomstig van de rode vuilbakken waarin de explosieven zaten. Ook vonden de speurders een MOBIB-kaart, op basis waarvan onder meer gereconstrueerd kon worden waar en wanneer er materiaal voor de bommen werd gekocht.
Voorzitter Laurence Massart had voorgesteld om de zitting tot 19.00 uur te laten lopen donderdag, maar toen om 18.15 uur bleek dat het volgende hoofdstuk over de telefonie bestaat uit tachtig slides, werd beslist om dat hoofdstuk toch maar uit te stellen tot donderdag. Mogelijk wordt donderdagochtend ook nog teruggekomen op de naaktfouilles, aangezien beschuldigde Sofien Ayari aankondigde te zullen weigeren om de fouilles uit eigen beweging te laten uitvoeren.
15.23 uur: De arrestatie van de verkeerde 'man met het hoedje'
Onderzoeksrechter Patrick De Coster is woensdag op het proces teruggekomen op de arrestatie van Fayçal Cheffou, vlak na de aanslagen. De man was herkend als de 'man met het hoedje', toen die zijn identiteit nog niet vaststond, maar dat bleek uiteindelijk niet te kloppen.
Een fotojournalist had Cheffou, zelf een journalist, herkend op de dag van de aanslagen in de buurt van metrostation Maalbeek. Volgens de fotojournalist vertoonde hij gelijkenissen met de zogenoemde 'man met het hoedje', waarvan op dat moment nog niet duidelijk was dat het om beschuldigde Mohamed Abrini ging. Die had zijn lading explosieven in de vertrekhal in Zaventem laten staan en was op de vlucht geslagen.
De fotojournalist stapte met de informatie en een zelfgemaakte foto van de man naar de politie. Er volgde een huiszoeking, die weinig opleverde, en Cheffou werd verhoord. "De man was nerveus tijdens zijn verhoor, werkte niet mee. Hij weigerde een line-up of een DNA-afname", zei De Coster.
Uiteindelijk ging Cheffou alsnog akkoord met een line-up, nadat zijn advocaat hem had bijgestaan. Enkele dagen later toonde onderzoek aan dat Cheffou toch niet 'de man met het hoedje' was. "Ik liet hem gaan op 28 maart, met mijn excuses", zei De Coster. "Het zijn momenten die nooit meer in te halen zijn, als iemand onterecht opgepakt wordt. Het toont wel aan dat we als onderzoeksrechter onderzoek voeren à charge en à décharge. Hier was het dus à décharge."
13.20 uur: Brandweerman: 'Met twee voor twintig slachtoffers'
"Het beeld van een jong Aziatisch meisje dat de moeren en bouten uit de bom had opgevangen om haar zus te beschermen, is een beeld dat me is bijgebleven." Dat heeft brandweerman Loïc D.V. vanmiddag verklaard tijdens zijn getuigenis op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016. Met zijn getuigenis is het eerste luik van de presentatie van de onderzoeksrechter nu definitief afgerond.
De onderzoeksrechters hebben sinds dinsdag de tweede fase van hun presentatie aangesneden - over het onderzoek na de aanslagen in Zaventem.
Woensdag kwam echter nog een laatste hulpverlener getuigen. De brandweerman, die met een ambulance naar de luchthaven werd gestuurd, vertelde dat hij toekwam in een "oorlogsscène". Samen met zijn collega heeft hij zich meteen ontfermd over de gewonden, ook al beschikten ze niet over de nodige middelen. "We waren met twee voor een twintigtal slachtoffers", zei hij. Het werk van de brandweer werd ook niet geholpen doordat er allerlei onbevestigde berichten circuleerden: over een schutter die zich zou verschansen, over een derde bom en over een verdachte camionette. De man verklaarde dat hij de afgelopen jaren heeft geprobeerd om alle beelden en herinneringen uit zijn hoofd te krijgen.
Een beeld dat wel is blijven hangen, is dat van twee jonge Aziatische meisjes. "Een van hen heeft alles wat in de bom zat, opgevangen voor haar zusje. Dat is een beeld dat me is bijgebleven", verklaarde Loïc D.V. De brandweerman zei ook dat hij achteraf te horen kreeg dat de meisjes het hadden overleefd.
Ook herinnert de man zich de "heroïek" van alle brandweerlui. "Niemand was in paniek en niemand heeft slecht werk geleverd", klonk het. "Iedereen was stuk voor stuk een held, maar ik denk dat we pas na de interventie allemaal onze klop hebben gekregen. We waren hier niet op voorbereid en beschikten ook niet over de nodige middelen."
Zelf heeft de man het nog enkele maanden geprobeerd om zijn job, die hij nog maar twee jaar uitvoerde, voort te zetten. Toen dat niet ging, heeft hij een overplaatsing naar de dispatching aangevraagd.
12.20 uur: 'Misschien zien we elkaar terug', vertelde El Bakraoui aan taxichauffeur
De taxichauffeur, die nietsvermoedend het terreurcommando van Schaarbeek naar Zaventem had vervoerd, moest bij het wegrijden van de luchthaven zijn ramen moeten openzetten vanwege de doordringende chemische geur die er in zijn taxi hing. Dat bleek tijdens een reconstructie van de taxirit, die woensdag getoond werd op het assisenproces over de aanslagen in Brussel.
Uit die reconstructie, met de taxichauffeur zelf, bleek dat die bij aankomst in de Max Roosstraat de naam die hij had doorgekregen van de centrale niet kon vinden op de deurbel. Hij nam daarom contact op met de centrale, die hem het nummer bezorgde. De chauffeur probeerde het nummer te bellen, maar kreeg geen gehoor. Net op het moment dat hij wou vertrekken, hoorde hij iemand roepen: "Ik kom".
Toen de drie mannen - Mohamed Abrini, Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui, zo zou achteraf blijken - beneden waren, wilde de man hen helpen met hun bagage. Met een handgebaar zou Abrini dat afgewimpeld hebben. De taxichauffeur verklaarde ook dat El Bakraoui, net als de andere twee, achterin ging zitten. Dat is niet zonder belang, omdat Abrini aangegeven zou hebben dat hij voorin plaatsnam. De chauffeur had het vervolgens over het gesprek dat zich ontspon. Ibrahim El Bakraoui zou gezegd hebben dat ze studenten waren, op vakantie in België.
Aangekomen op de luchthaven waren het weer de drie aanslagplegers die hun zakken uit de taxi halen. "Ibrahim El Bakraoui lachte, tevreden dat ze hun bestemming bereikt hadden. Mohamed Abrini zei dat hij de karren zou halen. Ibrahim El Bakraoui haalde zijn portefeuille boven."
Nadat de chauffeur de koffer had gesloten en de laatste deur, kwam Ibrahim El Bakraoui dichterbij. "Hij vroeg of ik hier nog klanten kwam oppikken. Ik zei dat dat niet mocht, dat andere chauffeurs hier werken. Daarop zei hij: 'Misschien zien we elkaar terug'. Vervolgens reed ik weg, met de ramen open. Want als ik later andere klanten zou oppikken, zouden ze vragen wat ik met mijn taxi gedaan heb", zei de chauffeur.
De man pikte later in Evere nog een andere klant op, om naar de Marollen te brengen, in het centrum van Brussel. "Toen de vrouw in de auto zat, hoorde ik van de aanslag in Zaventem. Ik begon na te denken en begon te twijfelen over de drie ik vervoerd had. Ik vertelde dat aan de vrouw en die zei: 'Als je twijfelt, moet je naar de politie'."
11.50 uur: Taxichauffeur: 'Uit de tassen kwam een chemische geur'
De getuigenis van de taxichauffeur die de kamikazes Najim Laachrauoi en Ibrahim El Bakraoui en beschuldigde Mohamed Abrini naar de luchthaven van Zaventem bracht, heeft ervoor gezorgd dat de safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek werd opgenomen in het dossier van het onderzoek naar de aanslagen. Dat heeft een politiecommissaris die mee het onderzoek voerde naar de aanslagen, woensdagochtend gezegd. Die safehouse bleek een enorme bron van informatie te bevatten voor het onderzoek.
De politiecommissaris verklaarde dat de taxichauffeur zich rond 8.20 uur aanmeldde bij de politie, nadat hij gehoord had dat er ontploffingen waren geweest in de luchthaven. Hij vond dat zijn cliënten zich verdacht hadden gedragen. De drie hadden een taxi besteld voor de Max Roosstraat 4, voor 07.15 uur. De chauffeur arriveerde om 07.08 uur en zette zijn cliënten om 07.33 uur aan de 'kiss & fly'-zone van de luchthaven.
Tijdens zijn verhoor verklaarde de taxichauffeur dat de drie mannen elk een gelijkaardige lange, zwarte valies in stof bij hadden en dat de taxichauffeur de mannen niet mocht helpen bij het in- of uitladen van de reistassen. "De tassen leken zwaar en op een van de tassen zat een wit poeder. Er kwam een chemische geur uit, die van een mengeling op basis van alcohol", zei hij volgens het verslag van het verhoor.
Volgens de man spraken de mannen tegen hem tijdens de rit over het feit dat de Amerikanen gewelddadig zijn en dat ze schieten op zwarten, "terwijl ik ook zwart ben", en dat de Amerikanen geweld brengen in de wereld. Ze spraken nooit over hun bestemming met hem en enkel in het Frans, en volgens de man namen enkel twee mannen het woord, zij die later geïdentificeerd werden als Mohamed Abrini en Ibrahim El Bakraoui.
De man die achteraf Najim Laachraoui bleek te zijn, leek volgens de taxichauffeur aan iets helemaal anders te denken. Tijdens de reconstructie op 6 mei 2016 gaf de taxichauffeur ook aan dat de drie zeiden dat ze studenten waren. Via camerabeelden en de GPS van het voertuig kon ook bevestigd worden dat de taxi wel degelijk de rit aflegde. De taxi werd op 22 maart in beslag genomen. Het ging om een Volkswagen Caddy, met twee schuifdeuren, drie zetels achteraan en een grote kofferruimte, waarin ook mensen met een rolstoel vervoerd kunnen worden.
Die grote wagen werd expliciet gevraagd tijdens de reservatie van de taxi: "Het is voor verschillende personen en we hebben heel wat bagage", klonk het. De oproep voor een taxi in de Max Roosstraat gebeurde door ene David Olive Serra - wat achteraf een valse naam bleek van Najim Laachraoui, met een gsm-nummer eindigend op 373. Op 22 maart werd nog een analyse uitgevoerd van het voertuig, eerst met een explosievenhond, daarna door een expert van de Europese Commissie en tot slot door de gerechtelijke en wetenschappelijke politie. Die analyses leidden niet tot pertinente resultaten, aldus de politiecommissaris, al had de hond wel een bijzondere aandacht voor de achterbank van het voertuig.
De politieman benadrukte ook dat de analyses van de politie, zoals de zoektocht naar vingerafdrukken, haar, vezels en DNA, bemoeilijkt werden door de eerste sweeping door de explosievenhond. En in een taxi passeren tal van cliënten, wat een analyse nog moeilijker maakt. De politiecommissaris ging tijdens zijn getuigenis dieper in op de vraag of de drie mannen alledrie op de achterbank zaten, of of er ook iemand vooraan zat. De verklaringen van de taxichauffeur (de drie zaten achteraan) en die van Abrini (El Bakraoui zat op de passagierszetel) verschilden hierover namelijk. De politie besloot na het onderzoek dat de versie van de taxichauffeur waarschijnlijk de juiste was.
09.45 uur: Abdeslam nog steeds afwezig
Beschuldigde Sofien Ayari liet weten donderdag te zullen weigeren om de fouilles, waarbij door de knieën moet worden gegaan, uit eigen beweging uit te voeren. "Op die manier gaan we het verschil zien tussen het gebruik van dwang en geweld", klonk het.
Beschuldigden Bilal El Makhoukhi en Hervé Bayingana Muhirwa gaven bij het begin van de zitting opnieuw aan een naaktfouille te hebben ondergaan, waarbij ze door de knieën moesten buigen. De advocaat van Bayingana Muhirwa, Vincent Lurquin, zei dat zijn cliënt deze fouille moest ondergaan zelfs al heeft de politie toegegeven dat Bayingana Muhirwa nog nooit werd veroordeeld.
In eerdere motiveringen werd nog gesproken van een veroordeling in het kader van de aanslagen van Parijs. Procureur Paule Somers liet beide beschuldigen daarna verklaren dat de fouille uit eigen beweging is gebeurd. Al voegden die er wel aan toe dat de politie anders dwang zou gebruiken.
Daarop pikte Sofien Ayari in door te stellen dat hij donderdag zal weigeren om zich uit te kleden en de naaktfouilles waarbij door de knieën moest gaan, ging weigeren. "Op die manier zullen we het verschil tussen het gebruik van dwang en geweld zien", stelde hij. Voorzitter Massart riep de politie alvast op om geen geweld te gebruiken.
De zitting vandaag wordt bijgewoond door vier van de zeven gedetineerde beschuldigden. Salah Abdeslam is nog steeds afwezig door ziekte. Osama Krayem en Ali El Haddad Asufi vroegen om terug te keren naar het cellencomplex.
09.00 uur: Wachten op getuigenis taxichauffeur
Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 komt vandaag de getuigenis van de taxichauffeur aan bod die de twee kamikazes (Ibrahim El Bakraoui en Najim Laachraoui) en Mohamed Abrini heeft vervoerd van het safehouse in de Max Roosstraat in Schaarbeek naar de luchthaven. Daarna zullen onderzoeksrechter Patrick De Coster en hoofdonderzoeker Kris Meert verder uit de doeken doen hoe het onderzoek na de aanslagen in Zaventem is verlopen.
De getuigenis van de taxichauffeur was van groot belang voor het onderzoek, omdat op die manier voor het eerst het adres Max Roosstraat 4 ter sprake kwam. Dat is de locatie van waaruit de drie verdachten (Ibrahim El Bakraoui, Najim Laachraoui en Mohamed Abrini) vertrokken.
Daarna zal ook een korte reconstructie van het traject van de taxi ter sprake komen.
Vervolgens zullen onderzoeksrechter Patrick De Coster en hoofdonderzoeker Kris Meert hun verslag voortzetten over hoe het onderzoek naar de aanslagen van Zaventem de eerste dagen is verlopen vooraleer beide onderzoeken - dat van Zaventem en dat van Maalbeek - na negen dagen werden samengevoegd. Onder meer de camerabeelden vanop de luchthaven zullen daarbij gepresenteerd worden, net als het telefonieonderzoek.
15u25: De arrestatie van de verkeerde 'man met het hoedje'
Onderzoeksrechter Patrick De Coster is woensdagnamiddag teruggekomen op de arrestatie van Fayçal Cheffou, vlak na de aanslagen. De man was herkend als de 'man met het hoedje', toen die zijn identiteit nog niet vaststond, maar dat bleek uiteindelijk niet te kloppen.
Een fotojournalist had Cheffou, zelf een journalist, herkend op de dag van de aanslagen in de buurt van metrostation Maalbeek. Volgens de fotojournalist vertoonde hij gelijkenissen met de zogenoemde 'man met het hoedje', waarvan op dat moment nog niet duidelijk was dat het om beschuldigde Mohamed Abrini ging. Die had zijn lading explosieven in de vertrekhal in Zaventem laten staan en was op de vlucht geslagen.
De fotojournalist stapte met de informatie en een zelfgemaakte foto van de man naar de politie. Nadat de taxichauffeur die het terreurcommando naar Zaventem vervoerde hem ook had herkend als 'man met het hoedje', ging de politie over tot zijn observatie. Toen Cheffou op 24 maart bovendien werd opgemerkt in een auto in de buurt van het Brusselse Justitiepaleis, waar ook het federaal parket huist, was dat voldoende reden voor zijn arrestatie.
Er volgde een huiszoeking, die weinig opleverde, en Cheffou werd verhoord. "De man was nerveus tijdens zijn verhoor, werkte niet mee. Hij weigerde een line-up of een DNA-afname", zei De Coster. Uiteindelijk ging Cheffou alsnog akkoord met een line-up, nadat zijn advocaat hem had bijgestaan. Maar de taxichauffeur herkende hem weer.
Enkele dagen later toonde onderzoek aan dat Cheffou toch niet 'de man met het hoedje' was. "Ik liet hem gaan op 28 maart, met mijn excuses", zei De Coster. "Het zijn momenten die nooit meer in te halen zijn, als iemand onterecht opgepakt wordt. Het toont wel aan dat we als onderzoeksrechter onderzoek voeren à charge en à décharge. Hier was het dus à décharge."
Lees meer over: Justitie , Sofiane Ayari , proces aanslagen 22 maart 2016 , proces aanslagen