Ook dinsdag staat het proces rond de aanslagen van 22 maart 2016 in het teken van vragen aan de speurders en onderzoeksrechters. Die werden afgelopen donderdag aangevat, maar zullen naar verluidt nog minstens de hele week in beslag nemen. De advocate van beschuldigde Mohamed Abrini, Laura Pinilla, heeft bijna tachtig vragen gesteld aan de onderzoekers en onderzoeksrechters, waarmee ze zijn rol leek te willen minimaliseren.
Nieuwe procesdag in teken van vragen over het onderzoek
18:31 Advocate Abdeslam insinueert met vragen dat Abdeslam niet betrokken was bij Belgische cel
Delphine Paci, de advocate van Salah Abdeslam heeft tijdens haar vragenronde op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 verschillende vragen gesteld waarmee ze insinueert dat Salah Abdeslam niet betrokken was bij de Belgische terreurcel. Zo werd er in de safehouses waar hij verbleef geen TATP gemaakt en wist hij niet van het bestaan van de safehouses in de Max Roosstraat en de Kazernenlaan.
Abdeslam moest een bomgordel laten ontploffen in een café in Parijs op 13 november 2015. In een verhoor had hij nog aangegeven dat hij zich moest opblazen aan het Stade de France, maar tijdens het proces van de aanlagen van Parijs paste hij die verklaring aan, benadrukte Paci. Zelf verklaarde hij dat hij het niet over zijn hart kon krijgen om zijn bom te doen ontploffen, volgens het arrest van het assisenhof in Parijs was zijn bomgordel defect.
In de nacht van 13 op 14 november ("de nacht waarin hij volgens de terreurcel moest sterven"), kwam Abdeslam aan in het appartement in de Henri Bergéstraat in Schaarbeek. Hij werd al snel de meest gezochte terrorist van het moment, bevestigden de onderzoeksrechters. "Was hij dan geen last voor de cel? Men kan zich voorstellen dat hij de leden in gevaar brengt", vroeg Paci. Daarover konden de onderzoekersrechters weinig zeggen, al bevestigde Grégoire wel dat hij niet naar buiten mocht.
Ook vroeg Paci hoe Abdeslam ontvangen werd door de leden van de cel. "Uit verhoren was gebleken dat Mohamed Belkaid in eerste instantie niet zo blij was met zijn komst", aldus Grégoire. Na zijn verblijf in de Henri Bergéstraat moest Abdeslam verhuizen naar het safehouse in de Tentoonstellingslaan in Jette. Paci vroeg of er in de Henri Bergéstraat of de Tentoonstellingslaan explosieven gemaakt werden voor de aanslagen van Brussel ("neen") en vroeg de onderzoekers om te bevestigen dat er op een deegrol in de Driesstraat in Vorst, waar Abdeslam daarna verbleef tot de fatale schietpartij van 15 maart 2016, geen TATP gevonden werd en dat er in het appartement wel eieren en bloem lagen ("dat klopt"). Ook vroeg ze bevestiging van het feit dat het vuurwerk dat werd aangetroffen in het appartement nog ingepakt was ("ja") en dat er geen transformator hing aan de kerstlichtjes ("dat klopt").
Daarnaast bevestigden de onderzoeksrechters dat het gemengde DNA-profiel aangetroffen op de ontstekers niet kon worden toegeschreven aan een van de leden van de cel. Ook kwam Paci uitgebreid terug op de schietpartij in de Driesstraat, waarbij Mohamed Belkaid om het leven kwam en Abdeslam en Sofien Ayari konden vluchten. "Dat dossier is al onderzocht, maar ik kom er toch op terug omdat er in dit dossier amper iets staat over Abdeslam", aldus Paci. Ze vroeg aan islamoloog Mohamed Fahmi of de dood van Belkaid tijdens de confrontatie met de politie door terreurgroep IS gezien zou worden als een heroïsche dood, wat hij bevestigde, en liet ook bevestigen dat Ayari en Abdeslam snel op de vlucht waren geslagen. "We hebben hier twee mannen die geen heroïsche dood zijn gestorven, hun wapen hebben achtergelaten en hun gsm hebben laten vallen."
Paci vroeg de onderzoeksrechters ook te bevestigen dat er in verhoren sprake was van een "afscheiding" tussen de aanwezigen in de Driesstraat. Dat bevestigden de onderzoeksrechters, bijvoorbeeld op basis van een verhoor van Osama Krayem. Die verklaarde dat er vaak gesprekken waren tussen Mohamed Belkaid en Ibrahim El Bakraoui, waarbij de rest niet betrokken was. Tot slot vroeg Paci om te bevestigen dat Abdeslam geen weet had van de safehouses in de Kazernenlaan of de Max Roosstraat. Dat konden de onderzoeksrechters wel degelijk afleiden uit het onderzoek. Abdeslam werd uiteindelijk op 18 maart 2016 opgepakt, vier dagen voor de aanslagen.
15:28 Advocaten Abrini proberen verwarring te zaaien over testamenten
De advocaten van beschuldigde Mohamed Abrini hebben dinsdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 met hun vragen verwarring proberen te zaaien over de testamenten van Mohamed Abrini. Ze stelden onder meer dat hun cliënt nooit bevestigd heeft dat hij de auteur is van een van de documenten, de 'brief aan Nawal'.
Abrini gaf tijdens zijn verhoren toe een testament te hebben geschreven, maar zei dat hij dat bij elkaar copy-pastete om het niet te laten opvallen dat hij andere intenties had dan de andere leden van de terreurcel. Op de laptop gevonden in de Max Roosstraat werden twee documenten aangetroffen die werden toegeschreven aan Abrini, en die mogelijk als testament naar terreurgroep IS werden doorgestuurd.
De advocaten focusten in het bijzonder op de 'brief aan Nawal' die aanvankelijk werd toegeschreven aan Khalid El Bakraoui, wiens ex-vrouw Nawal heet. Op basis van onder meer de stijl schreven de speurders de brief later echter toe aan Abrini, wiens ex-vriendin eveneens Nawal heet.
Laura Pinilla benadrukte dat Abrini nooit over die brief werd ondervraagd, waardoor hij nooit bevestigd heeft dat hij de auteur was. "Hij heeft dat steeds ontkend", zei ze. Pas tijdens de voorbereidingen rond de voorstelling van het onderzoek voor het assisenhof legden de onderzoekers de link met Abrini, bevestigde een van de onderzoeksrechters.
Pinilla benadrukte bovendien dat verschillende elementen in de brief ook konden verwijzen naar de situatie van Khalid El Bakraoui, en dat in de brief naar Nawal eenzelfde zin stond als in documenten toegeschreven aan Abu Walid, de strijdnaam van El Bakraoui. De onderzoekers stelden dan weer dat er eveneens persoonlijke elementen zijn die naar Abrini kunnen verwijzen.
Bovendien had El Bakraoui volgens beschuldigde Osama Krayem al een brief overgemaakt aan zijn ex-vrouw. "Stel dat ik deel uitmaak van IS en een terreurcel en ik schrijf een testament, richt ik mij dan aan een vriendin met wie ik niet getrouwd ben?", vroeg advocaat Stanislas Eskenazi ook aan islamoloog Mohamed Fahmi.
Die antwoordde dat er geen reden is om een testament te richten aan een vrouw met wie men niet getrouwd is. Bovendien worden relaties buiten het huwelijk - Abrini en Nawal waren niet gehuwd - sterk onderdrukt binnen IS.
14:29 Advocaat Abrini benadrukt dat hij steeds heeft meegewerkt bij het onderzoek
Stanislas Eskenazi, een van de advocaten van beschuldigde Mohamed Abrini, heeft met zijn vragen aan de onderzoekers dinsdag op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 de nadruk gelegd op het feit dat Abrini steeds heeft meegewerkt aan het onderzoek naar de aanslagen.
Eskenazi vroeg de onderzoekers maandag naar de gemoedstoestand van Abrini tijdens zijn verhoren en zijn reconstructie. "Hij werkte goed mee, hij had niet echt stress maar het leek erop dat hij heel nauwkeurig wilde zijn over wat hij had gedaan", zei onderzoeksrechter Berta Bernardo Mendez.
Dat bevestigde ook hoofdonderzoeker Kris Meert. "Hij was niet van slechte wil", zei hij. Onderzoeksrechter Sophie Grégoire, die Abrini ondervraagde nadat hij werd opgepakt als de vermoedelijke 'man met het hoedje', verklaarde dat het verhoor kalm en niet agressief verliep. "Toen hij bekende leek het alsof hij opgelucht was, dat hij alles kon loslaten", zei ze.
"Was er een moment waarop Abrini niet wilde spreken?", vroeg Eskenazi nog. "Enkel wanneer er werd teruggekomen op de aanslagen van Parijs, daar wilde hij niet over spreken", antwoordde hoofdonderzoeker Kris Meert. Eskenazi vroeg ook naar een moment waarop Abrini zich "verraden voelde", maar daarover konden de onderzoekers niets zeggen.
"Waarom wil Abrini nu dan niet deelnemen aan zijn proces en zich verdedigen?", vroeg voorzitter Massart daarop. "Het is een manier voor hem om de transfervoorwaarden aan de kaak te stellen", aldus Eskenazi. Hij verwijst ook naar de publicatie in de pers van pv's van de Britse politie over het feit dat Abrini een informant was voor de Britten - het "verraad" waarover hij het eerst had.
"Toen reageerde hij op dezelfde manier", aldus de advocaat. "Ik heb hem een jaar gezien in Parijs, toen was hij wel aanwezig en antwoordde hij wel op vragen." Eskenazi wees ook op de verantwoordelijkheid die de voorzitter volgens hem heeft in de transferkwestie, zelfs al is het hof van assisen niet verantwoordelijk voor het overbrengen van de beschuldigden. "Ze zitten in een positie dat ze zich zelfs niet willen verdedigen tijdens hun eigen proces."
12.52 Advocate Pinilla stelt vragen over en bij radicalisering Abrini
De advocate van beschuldigde Mohamed Abrini heeft dinsdagvoormiddag op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 verschillende vragen gesteld waarmee ze de mate waarin haar cliënt geradicaliseerd was leek te willen afzwakken. Ze legde daarbij islamoloog Mohamed Fahmi op de rooster, die had verklaard dat Abrini zijn testamenten niet zomaar kon gecopy-pastet hebben.
Advocate Pinilla stelde tijdens de eerste twee uur van de zitting al bijna tachtig vragen, alvorens de voorzitster van het hof een korte pauze inlaste. Het ging daarbij ook over de mate waarin haar cliënt geradicaliseerd was. Islamoloog Fahmi herhaalde op haar vraag de uitspraak dat het voor hem moeilijk is om te bepalen hoever Abrini gevorderd was in zijn radicalisering. Mogelijk schommelde hij tussen een engagement tegenover vrienden, een zeker politiek bewustzijn en een daadwerkelijke ideologisering.
In latere vragen was Pinilla kritisch over een uitspraak van Fahmi, die uitsloot dat Abrini niet zomaar zijn testamenten kon gecopy-pastet hebben. Abrini had in een verhoor verklaard dat hij de testamenten had geschreven onder druk van anderen. "Waarom zegt u dat hij in sms'en aan zijn vriendin Nawal woorden (uit het officiële IS-discours, nvdr) herhaalt die hij moet opgevangen hebben en vindt u het ongeloofwaardig dat hij inhoud kopieerde voor zijn testamenten?", vroeg Pinilla.
Fahmi verduidelijkte dat hij tot zijn conclusie kwam omdat Abrini - naast jihadistische inspiratie - putte uit persoonlijke elementen. Pinilla drong aan, herformuleerde haar vraag, maar Fahmi's antwoord bleef hetzelfde. Abrini begon zijn testamenten te schrijven in januari 2016, toen hij ondergedoken zat in de Driesstraat in Vorst. In februari verhuisde hij naar de Max Roosstraat in Schaarbeek. Op vragen van Pinilla antwoordden de onderzoekers dat de documenten niet meer geopend werden van 8 tot 15 maart, toen Abrini verbleef in de Max Roosstraat.
Op 20 maart werd het document wel geopend, maar het is onzeker dat Abrini er in die periode ondergedoken zat. Bovendien bleken de documenten geopend op de dag van de aanslagen om 5.07 uur 's ochtends, terwijl Abrini zelf verklaarde dat hij toen twee uur te laat was geweest voor het ochtendgebed, bleek uit enkele antwoorden op Pinilla's vragen.
11.49 uur Advocate Abrini lanceert spervuur van vragen aan onderzoekers
Zo vroeg Abrini bijvoorbeeld "of hij niet een beetje een last was" voor de kamikazes in Brussels Airport.
Vanaf dinsdag is het aan de advocaten van de verdediging om vragen te stellen aan de onderzoeksrechters en onderzoekers over het onderzoek. Een moment waar ze al lang naar uitkeken, want de voorzitster bepaalde dat er pas vragen gesteld konden worden aan het einde van de presentatie, die van start ging op 21 december.
Eerste aan de beurt was Laura Pinilla, die samen met Stanislas Eskinazi beschuldigde Mohamed Abrini verdedigt, de zogenoemde 'man met het hoedje', die in Brussels Airport zijn bagagekarretje met explosieven achterliet om weg te vluchten. Pinilla vroeg de onderzoekers of Abrini geen woord zei in de taxi naar de luchthaven? En of hij zich afzijdig houdt als kamikazes Najim Laachraoui en Ibrahim El Bakraoui in de luchthaven eerst kijken naar het scherm met het vluchtschema, toen ze bepaalden waar ze precies zouden toeslaan? En of hij wat achterblijft als Laachraoui en El Bakraoui op twee momenten lijken te overleggen?
Pinilla vroeg ook of het juist is dat Laachraoui hem tot twee keer toe moest gaan halen omdat hij hen niet volgde? En dat Laachraoui hem tot slot aanwees waar hij moest zijn en daarvoor zelfs even zijn karretje liet staan? Het antwoord was telkens bevestigend. Waarna Pinilla de onderzoekers vroeg of "hij niet een beetje een last was voor de anderen". Voorzitster Laurence Massart greep daarop in en zei dat dat een vraag was voor de jury.
06.51 Nieuwe procesdag in teken van vragen over het onderzoek
Maandagvoormiddag waren het de federale procureurs die vragen stelden aan de onderzoekers. Die waren vooral erg technisch van aard en gingen diep in op details, waardoor ze niet altijd even makkelijk te volgen waren. Zo merkte voorzitster Laurence Massart op dat de jury "niet zo geconcentreerd als gewoonlijk leek".
Maandagnamiddag kregen de burgerlijke partijen de kans vragen te stellen aan de onderzoeksrechters en de onderzoekers. Zij stelden opvallend veel vragen over Salah Abdeslam, die nog voor de aanslagen in ons land werd gearresteerd. Zo vroegen ze onder meer hoe vaak Abdeslam en zijn kompaan Sofien Ayari ondervraagd werden na hun arrestatie en of ze iets losten over mogelijke plannen die de resterende leden van de terreurcel hadden.
Dinsdag krijgt de verdediging van de beschuldigden de kans om vragen aan de onderzoekers hen te stellen. Er is voor hun vragen al zeker tot donderdag tijd uitgerokken. Dinsdag is het eerst aan de advocaten van Mohamed Abrini om vragen te stellen, nadien aan die van Osama Krayem en Salah Abdeslam.
Mogelijk volgen ook nog enkele vragen van burgerlijke partijen. Het assisenproces wordt in de week van 20 tot en met 24 februari opgeschort voor het krokusreces. Voor de week nadien is het precieze programma nog niet vastgelegd. Ofwel worden de vragen aan de onderzoekers en onderzoeksrechters voortgezet, ofwel komen de achtergrondgetuigen dan aan bod.
Lees meer over: Brussel , Justitie , proces aanslagen 22 maart 2016