Het proces van de aanslagen van 22 maart 2016 gaat dinsdag voort met de getuigenissen van de slachtoffers van de aanslag op Brussels Airport. Onder hen de Indiase Nidhi Chaphekar, die stewardess was op het moment van de aanslagen en wier foto de wereld rondging.
Indiase airhostess van wereldberoemde foto 'wil hoofdstuk afsluiten'
16.35 uur: Incident met Ibrahim Farisi, die slachtoffer omvergelopen zou hebben
Beschuldigde Ibrahim Farisi heeft dinsdag een slachtoffer van de aanslag in metrostation Maalbeek omvergelopen in de zittingszaal. De vrouw, die met haar been omhoog zat vanwege haar verwondingen, moest met een ziekenwagen weggebracht worden. Dat zei advocate Olivia Venet dinsdagnamiddag aan het einde van de zitting.
Farisi, die als vrij man verschijnt op het proces, was weggestoven uit de zaal tijdens de getuigenis van een vrouw wier man een been verloor bij de aanslag in Brussels Airport. Hij deed dat vlak nadat ze had verklaard dat ze hoorde dat een chirurg haar man aanvankelijk niet wou opereren. Hij zou gedacht hebben dat het om een terrorist ging. Toen Farisi zijn zitplaats verliet, gooide die nog een stoel omver.
Vennet zei op de zitting dat Farisi nadien ook nog tegen een vrouw was gelopen die op een van de laatste rijen in de zaal zat en vanwege haar verwondingen met haar been omhoog moest zitten. De vrouw, die gewond raakte bij de aanslag in metrostation Maalbeek en in een rolstoel zit, moet later deze maand nog komen getuigen. Volgens Venet moest de vrouw met een ziekenwagen weggebracht worden. "Het is onaanvaardbaar", zei Venet.
Voorzitster Laurence Massart zei dat ze het incident niet had gezien, omdat ze gefocust was op de getuigenis van de vrouw. Ook de advocate van Ibrahim Farisi zei dat ze enkel had gezien dat Farisi was opgestaan, maar niet dat hij nadien nog iemand omvergelopen had. Het is niet voor het eerst dat Ibrahim Farisi hevig gesticulerend de zaal verlaat. Bij verschillende incidenten leek hij onder invloed. Farisi beschadigde ook al zijn microfoon.
16.10 uur: Vrouw van zwaargewonde: "Na hel van 22 maart kwam het onrecht"
Na de hel van de aanslagen van 22 maart 2016 is het onrecht gekomen. Dat zei de echtgenote van een bagagist van Swissport, die zwaargewond raakte bij de aanslagen. "We worden als laboratoriumratten van expertise naar expertise gestuurd, om de verwondingen van mijn man te rechtvaardigen."
De voorzitter begon de emotionele getuigenis door te vragen hoe het nu gaat met de man. "Heel moeilijk, we wachten nog steeds op een juridische expertise, het is moeilijk om dag na dag te leven", aldus de vrouw. "Er is een leven voor en een leven na 22 maart 2016." De vrouw kreeg die bewuste dag om 8.45 uur, ongeveer een uur na de eerste ontploffing op Zaventem, een telefoon van haar man. "Ik hoorde geroep, en hoorde mijn man zeggen: 'mijn been, mijn been', en toen was er niets meer", aldus de vrouw. Ze kwam snel te weten dat er ontploffingen waren geweest op de luchthaven en ging met haar zus naar de luchthaven. Alle toegangswegen waren toen al afgesloten. Daarop trokken de vrouwen naar verschillende Brusselse ziekenhuizen om de man te vinden. Uiteindelijk bleek hij in Sint-Augustinus in Antwerpen te liggen. "Ik krijg aan de telefoon te horen dat zijn been geamputeerd werd, zoals een fait divers. Dat gebeurde op zo een brutale manier dat ik instortte."
Toen de vrouw haar echtgenoot eindelijk zag, was ze "blij dat hij leefde, maar in shock. Ik zag onder het deken dat zijn been weg was", aldus de vrouw. "Enkele dagen later hoorden we dat de chirurg eerst twijfelde om hem te helpen omdat hij dacht dat hij een van de terroristen was. Dat was heel hard om te horen en we vragen ons tot vandaag af of zijn been gered kon worden."
De man was drie maanden gehospitaliseerd. De eerste maand bleef zijn vrouw heel de tijd bij hem. "We hadden elkaar nodig en ik had zelf schrik om naar buiten te gaan, van mensen, van de menigte, van het openbaar vervoer", zei ze. In het ziekenhuis werd de communicatie bemoeilijkt omdat de artsen Nederlands spraken. "Het was voor mij ook traumatiserend dat ik niet op een degelijke manier voor mijn kinderen (toen 7 en 9, red.) kon zorgen. Ook zij zijn getraumatiseerd, ze kampen met pijn en onbegrip, snappen niet waarom mensen andere mensen doden en tot vandaag hebben ze schrik dat er met ons iets gebeurt."
Na drie maanden in het ziekenhuis kon de man naar huis. Pas toen besefte hij welke impact zijn geamputeerd been had op zijn leven. "Toen is de strijd begonnen. Ik ben op deuren gaan kloppen van dokters, psychologen, schreef brieven naar de premier en de koning, waarvan er sommige nooit beantwoord werden. We waren op onszelf aangewezen", aldus de vrouw. "Na de hel van 22 maart 2016 kwam het onrecht." De vrouw beschreef de moeilijkheden die ze had om een advocaat te vinden ("iemand zei me dat ik Kim Kardashian niet ben en hem dus niet kan betalen") en de muren waartegen ze botsten om de geschikte artsen te vinden. "Als het om geld gaat, verdwijnt de menselijkheid."
"Is het normaal dat mijn man zes maanden heeft moeten wachten op een prothese? Mijn man heeft vandaag nog steeds geen aangepaste badkamer. Dat is geen waardige behandeling van een slachtoffer", aldus de vrouw ook. "Ik betreur dat de staat ons overlaat aan de verzekeringsmaatschappijen. We ondergingen talrijke onderzoeken en werden van het ergste beschuldigd. Terwijl de diensten net bedoeld zijn om ons te helpen, ze moeten begrijpen dat we hulp nodig hebben."
De vrouw besefte zelf in 2020 dat ze niet meer kon, dat ze hulp nodig had. Ze is gestopt met werken en neemt antidepressiva. "Ik ben ondergedompeld in verdriet, mijn hart is gebroken. Ik weet niet of ik mijn levensvreugde en onbezorgdheid van voor 22 maart 2016 ooit nog terugvind", zei ze. "En ik ben het beu om in de vier hoeken van het land expertise te gaan zoeken, dat mijn salaris zonder goede reden wordt opgeschort. Ik ben het beu om gebruikt te worden als marionet."
De vrouw richtte zich op het einde van haar getuigenis naar de beschuldigden. Zij hebben de keuze om niet te komen naar hun proces en een nieuwe box te eisen in naam van de mensenrechten. "Ik bid elke dag voor het welzijn van mijn familie en vraag me af welke god jullie heeft verplicht om zo veel pijn en horror te veroorzaken", zei ze. "Ik wil eraan herinneren dat mijn geloof, de islam, niet verward mag worden met de verwerpelijke daden die gepleegd werden. En ik denk veel aan jullie gezinnen, die zich ook in een onnoemelijke situatie bevinden."
14.33 uur: Echtgenote omgekomen Nic Coopman: "Dagboek bijgehouden om hem voor te lezen in ziekenhuis"
"Ik ben Karina Ponnet, fiere echtgenote van Nic Coopman, vermoord op 22 maart 2016 bij de tweede bomaanslag in Zaventem." Met die woorden begon de 64-jarige vrouw dinsdag ferm haar getuigenis op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016.
De vrouw excuseerde zich bij aanvang van haar getuigenis dat ze het waarschijnlijk niet droog zou houden. Ze zei ook dat ze zich strikter dan gepland zou houden aan de tekst die ze had voorbereid, omdat ze te zeer overmand is door emoties. Maar ze stond erop om haar verhaal te doen, om "over mijne Nic" te praten.
De voorzitster van het hof, Laurence Massart, liet enkele foto's projecteren van Ponnet en Coopman samen. Twee foto's samen op reis in Londen, vrolijk poserend op een kerstmarkt of tussen twee grote beren, een andere foto in het centrum van Gent. Maar ook een foto van de met bloed besmeurde resten van de jas die haar echtgenoot de ochtend van de aanslagen droeg.
Ponnet vertelde dat zij en haar echtgenoot onafscheidelijk waren. "Op straat gebeurde het maar weinig dat je een van ons zag", getuigde ze. Ze vertelde hoe ze elkaar hadden leren kennen in 1973, op een vakantiejob in Wenduine en hoe ze al snel vrienden waren geworden. "Het was de periode van flower power."
Ze vertelde ook dat zij en Nic, die enorm geïnteresseerd was in techniek, informatica en "alles wat met computers te maken had", uitkeken naar de tijd die ze samen zouden doorbrengen als ze met pensioen zouden gaan. Het was voor zijn werk dat Nic Coopman de ochtend van de aanslagen op de luchthaven was. De ingenieur zou vertrekken naar een klant in het Zwitserse Zürich. Ponnet getuigde dat ze onmiddellijk na de aanslagen haar echtgenoot probeerde te bereiken via telefoon maar dat die niet antwoordde, wat zeer tegen zijn gewoonte was.
In de dagen nadien zochten ze "in heel België" naar Nic. Ze vermoedden dat hij in een ziekenhuis in een kunstmatige coma lag en zich als dusdanig niet kenbaar kon maken. Maar op vrijdag 25 maart kregen ze het nieuws dat hij overleden was. Ponnet begon onmiddellijk na de aanslagen een dagboek bij te houden, dat ze wou voorlezen aan haar man terwijl die in het ziekenhuis lag. "Het werd een boek voor mijn man zodat hij het in de hemel zou kunnen lezen", zei Ponnet, die op de zitting drie passages voorlas uit het dagboek, dat uiteindelijk meer dan tweehonderd pagina's telde.
De dagboekfragmenten getuigden over het immense verdriet dat de vrouw heeft over het verlies van haar man. Uit de fragmenten blijkt ook dat ze veel troost vindt bij haar poezen. Op het einde van haar getuigenis zei ze dat ze Nic "nog ieder duizendste moment van de dag mist".
Ponnet beklaagde zich er daarnaast over dat een journalist al aan het rondvragen was bij de buren naar haar man, toen ze in de avond na zijn identificatie in het mortuarium naar huis terugkeerde. Ze vertelde ook dat ze op een vrijdagavond tien dagen na de aanslagen opgebeld werd met de mededeling dat haar man die namiddag al gecremeerd was. Terwijl de begrafenisondernemer haar aanvankelijk had gezegd dat dit niet mogelijk zou zijn, omdat het om een moord ging en zijn lichaam nog moest kunnen onderzocht worden.
Ook begreep ze niet waarom ze zich moet verantwoorden bij de verzekeringsmaatschappij van de luchthaven. "Nic en alle slachtoffers waren niet op het verkeerde moment op de verkeerde plaats", klonk het nog. "Het waren de terroristen die niet het recht hadden daar te zijn, zeker niet met de intenties die ze hadden. Alle anderen waren op het goede moment op de juiste plaats."
14.01 uur: Indiase airhostess: "Heb beschuldigden zelfs niet gezien"
Haar getuigenis was belangrijk om een hoofdstuk af te sluiten, zei de Indiase airhostess Nidhi Chaphekar dinsdag na afloop van haar beklijvende getuigenis op het assisenproces over de aanslagen. Ze wou dat de rechters, de advocaten, de jury "en zelfs de terroristen" weten wat ze voelde en wat ze geleden heeft na de aanslagen.
Volgens de airhostess was het wel "heel moeilijk" om te getuigen. "Sommige zaken wil je vertellen, maar niet aan iedereen. Zelfs die zaken heb ik hier verteld, voor de jury." Chaphekar zei dat het aan haar familie te danken is dat ze er na de aanslagen weer bovenop kwam. Ze kwam ook nog even terug op de bekende foto die van haar onmiddellijk na de aanslagen de ronde deed op sociale media.
"Toen mijn familie die zag dachten ze dat ik oké was en snel terug zou zijn, maar ik had te veel verwondingen." Haar job raakte ze kwijt, maar vandaag is ze vooral blij dat ze haar kinderen nog kan zien, "om hen liefde te geven".
Hoe ze de confrontatie met de beschuldigden ervaarde? "Ik zag ze zelfs niet", zei ze, waarna ze de jury, justitie en haar advocaat bedankte. Die advocaat, Anthony Mallego, wees in een reactie nog op het belang van de getuigenissen van slachtoffers voor de zaak. "Ze tonen de impact van wat de terroristen deden. Nidhi lag 23 dagen in coma, honderd dagen in het ziekenhuis. Haar familie wist verschillende dagen niet hoe het maar ging. Ze dacht zelfs dat ze haar benen kwijt was. Er was niet alleen het fysieke leed, maar ook het psychische."
12.52 uur: Nidhi Chaphekar vertelt haar verhaal "om dit hoofdstuk voor eens en altijd af te sluiten"
Nidhi Chaphekar, de Indiase airhostess van wie de foto na de aanslagen van 22 maart 2016 de wereld rondging, heeft dinsdag in het assisenhof haar verhaal verteld "om dit hoofdstuk voor eens en altijd af te sluiten". "Ik wil hier vertellen wat ik zag, wat ik voelde en wat mijn familie heeft meegemaakt", zei ze.
"Ik werkte voor Jet Airways, vliegen was een passie voor mij en ik kwam regelmatig naar Brussel", aldus de nu 47-jarige Chaphekar. Op die bewuste 22 maart 2016 moest ze zich om 08.00 uur aanmelden op de luchthaven, maar als het hoofd van de vlucht was ze wat vroeger.
Toen om 07.58 uur de eerste explosie plaatsvond, zag ze "iets omhoog vliegen, allemaal rook en kleuren en kleinere stukken die naar beneden kwamen".
Net voor de tweede ontploffing wil de vrouw weglopen, maar ze is te laat. "De ontploffing voelde als een vuurbal die op me neerviel. Het geluid was vreselijk en heeft mijn oren beschadigd en het licht leek een bliksemschicht in mijn ogen".
"Ik verloor het bewustzijn en dacht aan mijn zoon, die vandaag een examen moest afleggen. 'Je moet rechtstaan', vertelde ik mezelf, 'je moet aan je familie laten weten dat je nog leeft'."
Toen de vrouw uiteindelijk haar ogen opende zag ze niets door de rook. Ze wilde rechtstaan ("ik moet hier weg want er kan nog een bom ontploffen"), maar haar benen werkten niet en ze begon om hulp te roepen.
"Iemand riep: 'komaan mevrouw, sta recht', en die persoon zette me op een stoel. Daar is die foto genomen die de wereld is rondgegaan." De foto van de vrouw, half ontbloot met haar gele vest op een bank, werd ook dinsdag in de rechtbank getoond.
Na de ontploffing denkt de vrouw er alleen aan om haar familie in India te verwittigen. Uiteindelijk kwam de familie zelf te weten dat er een ontploffing was geweest, maar kwam ze pas na 10 uur te weten in welk ziekenhuis de vrouw lag, het Sint-Augustinusziekenhuis in Antwerpen.
Toen de echtgenoot van Chaphekar haar kinderen op de hoogte bracht van het nieuws, viel hun dochter (10) flauw en had de zoon (13) geen enkele uitdrukking op zijn gezicht. "Later is mij gezegd dat hij stopte met praten."
Via de Franse ambassade kregen de echtgenoot en de schoonbroer van de vrouw een visum, en in de nacht van 22 op 23 maart vlogen ze naar Parijs. Bij aankomst hoorden ze dat de vrouw naar een gespecialiseerd ziekenhuis in Charleroi was gebracht en dat haar situatie zorgwekkend was.
"Toen hij me zag in het ziekenhuis is mijn echtgenoot beginnen te huilen, hij was in shock", zei ze. "Aan mijn familie vertelde hij dat ik een diepe slaap was." Op 30 maart werd een eerste keer geprobeerd om Chaphekar uit haar coma te halen.
Haar echtgenoot mocht voor het eerst bij haar komen in een antibacterieel pak en er werd hem gevraagd om tegen zijn vrouw te praten. Toen dat niet lukte werden zijn kinderen opgebeld. "Toen mijn dochter begon te spreken bewoog ik een van mijn vingers en later begonnen mijn armen te bewegen en ik begon te trillen. 'Stop, ze is er nog niet klaar voor'", zei de dokter.
"Mijn gezondheidstoestand ging daarna achteruit, en mijn man vreesde dat hij een infectie had binnengebracht in de kamer." Uit een scan bleek uiteindelijk dat er een groot stuk metaal in een van haar beenderen zat, waarvoor ze geopereerd moest worden.
Na 23 dagen werd Chaphekar wakker uit haar coma. "Mijn man mocht binnen in mijn kamer maar was meteen weer buiten. Hij zag iemand zonder haar, met littekens en wonden. Hij dacht dat ik iemand anders was en zei aan de verpleegster dat hij zijn vrouw wilde zien."
De schok voor de man werd des te groter toen Chaphekar hem niet herkende. Uiteindelijk kwamen haar herinneringen terug, maar ze heeft nog steeds gaten in haar herinneringen en maakt nog steeds fouten als ze praat of leest.
Terug in India werd de vrouw overgebracht naar het ziekenhuis, waar ze 100 dagen doorbracht. Bij de luchthaven kon ze haar kinderen eerst ontmoeten.
"Mijn zoon was niet klaar om me te zien. Hij huilde voor de eerste keer sinds de aanslag en zei: 'waar ben je geweest, je hebt ons alleen gelaten, je weet niet wat wij hebben meegemaakt." De 13-jarige jongen bleek symptomen van een depressie te vertonen en kreeg psychologische hulp. Hij durfde 's nachts niet meer te slapen en sliep overdag.
"Ik heb later zijn dagboek gelezen en daaruit bleek dat hij heel snel volwassen is moeten worden. Hij heeft voor zijn zus moeten zorgen omdat mijn man mij moest verzorgen. Ik denk dat kinderen het hardste afzien van zo'n gebeurtenis."
"Hoe gaat het nu met u?", vroeg voorzitter Laurence Massart. "De aanslag heeft een psychologische, mentale, finaciële en sociale impact gehad", antwoordde ze. "Ik heb mijn benen nog, maar ik heb nog littekens en jeuk. Ik mank omdat een been korter is, wat problemen veroorzaakt voor mijn knie, rug, schouders. Ik heb oorsuizingen die me hoofdpijn geven en heb te weinig druk ik mijn linkeroor. Ik heb ook nog metalen stukken in mijn lichaam, ook in mijn oog."
De financiële impact is eveneens groot. "In India moet je mooi zijn om te kunnen vliegen. Toen mijn bedrijf nog bestond kon ik nog op de grond werken, nu kan dat niet meer. Niemand wil me nog inhuren, ze denken dat ik mogelijk mentaal zwak ben en geen 100 procent kan zijn", aldus Chaphekar.
"Mensen vragen: waarom doe je niets anders? Maar het is moeilijk om dat elke keer opnieuw te horen. Ik ben niet verantwoordelijk voor wat er is gebeurd, maar mensen trekken zich daar niets van aan."
Chaphekar eindigde haar getuigenis met de aanwezigen te bedanken om te willen luisteren. "Wat ik vertelde komt uit het hart. Ik spreek hier met niemand over, enkel mijn man kent mijn verhaal. Ik wil niet dat iedereen denkt dat ik afzie. Ik zie af, maar het is belangrijk om dit hoofdstuk af te sluiten."
5.00 uur: Twaalf getuigenissen van slachtoffers op de planning
Het proces ging maandag een nieuwe fase in, gefocust op de slachtoffers. Na getuigenissen van medische experts over de medische en psychologische problemen waarmee terreurslachtoffers kunnen kampen, kwam maandagnamiddag het eerste slachtoffer aan het woord.
Op de planning vandaag staan twaalf personen, maar voorzitter Laurence Massart liet weten dat acht van hen niet zullen komen getuigen. Mogelijk leest de voorzitter van die getuigen wel voor uit verhoren of verklaringen, zoals ze dat maandag ook deed voor twee familieleden van slachtoffers die niet kwamen getuigen. De getuigenissen van de slachtoffers en hun nabestaanden duren tot eind maart.
Lees meer over: Brussel , Evere , Justitie , aanslagen zaventem , slachtoffers aanslagen , terreursproces , proces aanslagen 22 maart 2016