De ene zegt dat hij "niets zag", de andere spreekt van "een tijdelijk delirum": op het proces over de aanslagen op 13 november 2015 gingen de debatten donderdag over de "tekens van radicalisering" bij de broers Abdeslam, die erop hadden kunnen wijzen dat ze tot daden zouden overgaan.
Verdachten zagen geen radicalisering bij broers Abdeslam of namen tekens niet serieus
Lees ook: Opschorten van overlevering van Abdeslam naar Frankrijk was niet wettelijk, stelt Cassatie
Hamza Attou en Ali Oulkadi, die donderdag verschenen voor het bijzondere hof van assisen in Parijs, zijn twee van de drie verdachten die sinds 8 september vrij zijn onder gerechtelijk toezicht.
Ze worden ervan beschuldigd het enige overlevende lid van het commando van terreurgroep Islamitische Staat (IS), Salah Abdeslam, te hebben geholpen bij zijn vlucht na de aanslagen. De eerste ging hem in de nacht van 13 op 14 november 2015 ophalen in de omgeving van Parijs, de tweede verborg hem in Brussel.
Die feiten zullen echter pas eind maart door de rechter worden behandeld. Donderdag ging het om andere vragen: wat hebben zij gemerkt van de radicalisering van de broers Abdeslam?
Begin 2015 hoorde Ali Oulkadi, een vaste klant van "Les Béguines", het café van Brahim Abdeslam in Molenbeek de eerste "radicale uitlatingen" van de latere terrasmoordenaar, die op 13 november omkwam toen hij zijn bommengordel liet ontploffen.
Hij hoorde hem zeggen dat een moslim zijn geloof niet kon belijden in België en bekeek samen met hem enkele propagandavideo's van IS.
Ali Oulkadi, nu 37, nam hem echter niet serieus. Zijn daden kwamen niet overeen met zijn woorden", zei hij met een licht trillende stem in de getuigenbank.
Geen tekenen
Hamza Attou zag zelfs "geen tekenen". De jongste van alle verdachten, 21 ten tijde van de aanslagen zag Brahim Abdeslam IS-video's bekijken, maar zonder "erop te letten". "Het interesseerde me niet", aldus Attou, die zei dat hij "elke dag" in Les Béguines kwam, waar hij cannabis verkocht voor zijn "vriend en baas" Brahim.
Eind januari 2015 vergezelden Oulkadi en Attou Brahim Abdeslam naar de luchthaven van Zaventem. Waren ze daar om afscheid van hem te nemen bij zijn vertrek naar Syrië, zoals de vierde reisgezel, die in december gehoord werd als getuige, beweert?
"Niet waar", reageerden de twee verdachten. "Hij ging op vakantie naar Turkije." "Ze verborgen hun plannen goed", beweert Attou. "Dat zeg ik nu, nu ik kan terugkijken, in 2022."
Lees meer over: Brussel , Justitie , Salah Abdeslam , Brahim Abdeslam , proces aanslagen Parijs