Ondertussen is zowat iedereen zich wel bewust van de problemen rond luchtvervuiling, zeker in grote steden zoals Brussel, maar de impact van lichtvervuiling op mens en dier is een stuk minder bekend – en de oplossingen ervoor nog minder. Het goede nieuws: “Het is een uitdaging die in principe veel gemakkelijker aan te pakken valt dan andere vormen van verontreiniging.” Het proefproject ‘Bat Light District’ in Jette moet de basis vormen voor actie in het hele Brusselse Gewest.
| Twee jaar terug ging het ambitieuze proefproject ‘Bat Light District’ in Jette van start, waar dergelijke vleermuisvriendelijke nachtverlichting voor de eerste keer in een Brusselse woonzone werd geïnstalleerd.
Als u op zaterdag 26 maart meedoet aan Earth Hour, en dus die dag tussen 20.30 uur en 21.30 uur de lichten dooft, dan is de kans groot dat u dat doet als symbolische actie rond energiebesparing en het verminderen van de CO2-uitstoot. Aan lichthinder denkt u dan waarschijnlijk niet, en geheel onlogisch is dat niet. “Ook natuurbewegingen zijn zich nog te weinig bewust in hoeverre lichtvervuiling bestrijden het klimaat vooruithelpt,” zegt Stijn Vanderheiden, voorzitter van de Werkgroep Lichthinder van de Vlaamse Vereniging voor Sterrenkunde. “Er is nog te weinig kennis over de schade die veroorzaakt wordt door overmatig en onnodig gebruik van kunstlicht.”
“Vaak geeft licht een vals gevoel van veiligheid. Op autosnelwegen met meer gedoofde verlichting rijden mensen verantwoordelijker, met minder ongevallen als gevolg"
(Amateur-)sterrenkundigen zijn bijzonder geïnteresseerd in de materie omdat lichthinder maakt dat sterren veel moeilijker te spotten zijn. “Vanuit de ruimte kan je door alle verlichting ons land gemakkelijk zien, maar omgekeerd kan je hier in het grootste gedeelte van België maar heel moeilijk sterren waarnemen. Daarvoor kan je zowat enkel terecht in de Ardennen.”
Lichtvervuiling heeft echter een heel brede impact, op onze fauna en flora, maar ook op de menselijke gezondheid. Wat dieren betreft zijn vleermuizen, nachtdieren bij uitstek, de bekendste slachtoffers. In fel nachtlicht vormen ze een gemakkelijke prooi voor roofdieren zoals uilen of valken en kunstverlichting verkort de periode waarin ze zelf op jacht kunnen. De lichtschuwe dieren verorberen in normale omstandigheden elke nacht grote aantallen muggen, waarbij ze dus een belangrijke rol spelen in het ecosysteem.
“De lichthinder brengt ook vogels in de war en brengt grote schade toe aan insectenpopulaties die belangrijk zijn voor de bestuiving van planten. Ook amfibieën en vissen ondervinden er last van, de gevolgen zijn heel breed. Voor flora zijn er minder studies, maar het bestaande onderzoek toont ook duidelijk aan dat bijvoorbeeld bomen voldoende donkere periodes nodig hebben om gezond te blijven.”
"Slimme verlichting die het licht aanschakelt wanneer het effectief noodzakelijk is, kan een belangrijke rol spelen"
Bij ons, mensen, zorgt een teveel aan kunstmatig licht voor een verminderde productie van melatonine, het hormoon dat onze interne klok en onze slaap regelt. Dat verhoogt niet alleen het risico op slaapproblemen maar ook op stress, obesitas, depressie, diabetes en bepaalde kankers.
De oorzaken situeren zich op verschillende domeinen. “Denk onder andere aan slecht uitgedachte verlichting op straat en langs snelwegen, bij monumenten, op sportvelden, in parken, van serres en van winkels,” legt Vanderheiden uit. “Eigenlijk zijn er amper plekken waar er geen verlichting is, we zijn het idee kwijt dat het ’s nachts echt donker is. We moeten eens goed nadenken of al die verlichting nodig is, er zijn heel veel plaatsen waar je het perfect met minder en zelfs zonder kan doen. Slimme verlichting die het licht aanschakelt wanneer het effectief noodzakelijk is, kan daar een belangrijke rol in spelen. Eigenlijk is lichthinder een van de vormen van vervuiling die in principe het gemakkelijkst aan te pakken vallen, veel gemakkelijker dan luchtvervuiling bijvoorbeeld.”
Het klassieke argument voor verlichting is veiligheid. “Vaak is dat een vals gevoel van veiligheid. Op autosnelwegen met meer gedoofde verlichting rijden mensen verantwoordelijker, met minder ongevallen als gevolg. En met verlichting met bewegingsmelders worden verdachte bewegingen, die op criminele activiteiten kunnen duiden, veel beter waargenomen.”
Veel lokale overheden, ook het Brussels Gewest, hebben lichtplannen opgesteld waarin ze hun beleid rond verlichting uitstippelen, maar volgens Vanderheiden loopt er op het terrein nog veel fout door een gebrek aan expertise en doordat esthetische aspecten voorrang krijgen. Ook de wetgeving heeft dringend een update nodig. Europa zou een leidende rol zou moeten opnemen, maar Vanderheiden ziet onder meer ook heil in regionale expertisecentra, die de verschillende overheidsdiensten de nodige ondersteuning kunnen bieden.
Om een breed draagvlak te creëren voor de thematiek, organiseert de Werkgroep Lichthinder samen met de Bond Beter Leefmilieu (BBL) al zo’n 25 jaar de Vlaamse ‘Nacht van de Duisternis’ in het najaar, met activiteiten zoals donkertewandelingen en sterrenkijkavonden. In Brussel vertaalde men dit evenement zo’n vijftien jaar geleden naar de ‘Nuit de l'Obscurité’, met als trekker de Association pour la Sauvegarde du Ciel et de l'Environnement Nocturne (Ascen). De volgende editie is voor 8 oktober.
Maar wat denkt Vanderheiden dan van lichtfestivals zoals Bright Brussels, die veel volk trekken? “Mij zal je daar in ieder geval niet zien. Met zo’n evenementen belicht je alleen de mooie kant van nachtelijke verlichting, het stoort me dat er geen bijkomende uitleg wordt gegeven over alle nadelen die dat met zich meebrengt als je er niet verantwoordelijk mee omgaat. Zo geef je mensen een verkeerde indruk.”
Om de situatie op het terrein van naderbij te bekijken, laten we ons een avond op sleeptouw nemen door Friedel Pas, voorzitter van de vzw Preventie Lichthinder. Die vereniging is gegroeid uit de Werkgroep Lichthinder en geeft organisaties zoals lokale overheden concreet advies. Aan onze plaats van afspraak, het Noordstation, wijst Pas meteen op belichting op een bouwwerf die op dat late uur natuurlijk verlaten is. “In principe zou je die lampen ’s nachts moeten doven op dergelijke terreinen. Je kan veel oplossen met verlichting met bewegingsmelders, wat ook veel beter is voor de sociale controle.”
Even verderop baadt een deel van het Maximiliaanpark in het licht, al staan we er zo goed als alleen. “De meeste lampen zijn ook niet goed afgeschermd, waardoor het licht verschillende kanten op gestraald wordt, in plaats van mooi van boven naar beneden. Op een basketbalpleintje kan je ook een simpele lichtknop installeren, waarmee je het licht aansteekt wanneer het nodig is.”
Aan het IJzerplein houdt Pas halt en wijst de fotograaf hoe je hier een mooi overzicht krijgt van allerlei soorten verlichting. “En nu moet je er ook eens op letten wat de donkerste plek hier is. Het zebrapad, dat eigenlijk het best aangeduid zou moeten worden. Om maar aan te geven dat er heel vaak niet goed over wordt nagedacht.”
Volgens Ben Van der Wijden, departementshoofd Biodiversiteit bij Leefmilieu Brussel, zijn de geesten op het Brusselse niveau de laatste jaren wel gerijpt. “Terwijl het laatste Lichtplan uit 2017 helaas niet ingaat op de noden rond biodiversiteit, is er bijvoorbeeld bij een recente reflectie over de verlichting van het kanaal wel goed geluisterd naar onze bezorgdheden daarrond. Er zijn de laatste jaren parlementaire vragen over lichthinder gesteld en de kwestie is ook voor het eerst opgenomen in het regeerakkoord, wat ons een mandaat geeft om hier meer rond te werken.”
Veel actie focust op de problematiek rond vleermuizen, onder meer omdat de dieren in Europa een beschermde status hebben. Zo werd er jaren geleden oranjerode nachtverlichting geplaatst op twee plekken in het Zoniënwoud, aan het Rood Klooster in Oudergem en in Watermaal-Bosvoorde, omdat dit soort licht de nachtdieren veel minder stoort.
Twee jaar terug ging het ambitieuze proefproject ‘Bat Light District’ in Jette van start, waar dergelijke vleermuisvriendelijke nachtverlichting voor de eerste keer in een Brusselse woonzone werd geïnstalleerd. Zo werd een dertigtal straatlampen in de Heilig-Hartlaan in Jette uitgerust met deze technologie. De bedoeling is om een donker of lichtluw netwerk te creëren, geënt op de groene zones in het noorden van de gemeente. Het project is het resultaat van een samenwerking tussen Leefmilieu Brussel, Sibelga, Natagora en de gemeente Jette.
Op basis van de resultaten zullen andere gemeenten dan ook actie kunnen ondernemen. “Na dit proefproject willen we de logische stap zetten naar projecten op grotere schaal,” voegt Van der Wijden toe. “We hebben eveneens betere monitoringinstrumenten nodig om de lichthinder grondiger in kaart te brengen, zodat we op een duidelijke wetenschappelijke basis te werk kunnen gaan, wars van emoties, en de problematiek ook beter kunnen visualiseren voor het brede publiek. We zijn momenteel actief op zoek naar bijkomende middelen om die projecten te realiseren.”
Lees meer over: Brussel , Milieu , Gezondheid , lichtvervuiling , Bat Light District , Stijn Vanderheiden , Vlaamse Vereniging voor Sterrenkunde , Ben Van der Wijden , Leefmilieu Brussel , vzw Preventie Lichthinder , Friedel Pas , Earth Hour
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.