Begroeide vlotten om Brusselse vijvers biodiverser en gezonder te maken

In de vijver van de Koninklijke Visserij in Watermaal-Bosvoorde is dinsdag een eerste begroeid vlot van 36 m² geplaatst in het kader van de hernaturalisering van de Brusselse waterlopen en vijvers. De plantensoorten die de vlotten bedekken moeten de waterkwaliteit verbeteren terwijl watervogels en vissen er een veilige plek vinden voor hun nesten en eieren.

De Brusselse vijvers worden blootgesteld aan verschillende soorten verontreiniging en zijn vaak arm aan zuurstof, een nochtans essentieel element voor het waterleven. De hoge temperaturen versnellen dat fenomeen nog meer en zetten deze kwetsbare biotoop onder druk.

En als de vissen schaarser worden, zullen de vogels die zich ermee voeden, zoals reigers en ijsvogels, waarschijnlijk ook zeldzamer worden in Brussel. Om dat verlies aan biodiversiteit tegen te gaan, hernaturaliseert het Brussels Gewest op initiatief van minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) geleidelijk zijn waterlopen en vijvers.

Het Gewest was in april 2022 al een innovatief proefproject voor hernaturalisatie gestart, met de installatie van begroeide vlotten in het kanaal door de Haven van Brussel, op basis van de samenwerking met Leefmilieu Brussel via de nieuwe beheersovereenkomst van de Haven. Nu wordt een tweede reeks vlotten door Leefmilieu Brussel aangebracht in de Brusselse vijvers.

Waterkwaliteit

De vlotten hebben verschillende functies. Zo kunnen watervogels, zoals meerkoeten, er hun nesten bouwen en kunnen kleine vissen veilig hun eieren leggen in de onderwaterkooien onder de vlotten. De verschillende plantensoorten die de vlotten bedekken, verbeteren de waterkwaliteit door fosfaten en nitraten op te nemen en de algengroei te verminderen.

De grootte van de vlotten verschilt van locatie tot locatie, net als de plantensoorten, die gekozen worden in functie van de fauna en de behoeften van elke vijver. Het grootste vlot, met een oppervlakte van 144 m², wordt in juli in de Mellaertsvijvers geplaatst. Daarna volgen er nog in de Tercoignevijver en de visvijver van het Rood Klooster.