Zelfoogstboerderijen krijgen meer en meer vaste grond onder de voeten in Brussel. Pluktuinen Courjette en Chant des Cailles kondigden de voorbije weken al uitbreidingen aan, en in juni gaat een nieuwe Brusselse zelfoogstboerderij van start: Perkuus.
| Zelfplukboerderij Perkuus in Sint-Pieters-Leeuw. De belangrijkste ingang, een brug over de Vogelzangbeek achter het park bij het Erasmusziekenhuis in Anderlecht.
Honderd procent Brussels is de zelfoogstboerderij niet: de akkers zelf bevinden zich in Sint-Pieters-Leeuw, net over de gewestgrens. Maar de belangrijkste ingang, een brug over de Vogelzangbeek achter het park bij het Erasmusziekenhuis, bevindt zich wel in Anderlecht. De naam Perkuus is een verwijzing naar het dialectwoord voor 'boerkozen', de kleine familiale boerenbedrijven in de streek die vroeger groenten en fruit teelden voor Brussel én de Rand.
Oprichters zijn Hilde De Boeck en Charlotte Vandendriessche, Nederlandstalige Brusselaars uit respectievelijk Anderlecht en Vorst, die elkaar na een carrièreswitch richting biologische landbouw vonden in hun zoektocht naar geschikte landbouwgrond dicht bij de stad.
De Boeck werkte na een carrière als biomedisch onderzoekster een jaar of vijf voor kinderboerderij Het Neerhof in Dilbeek, en bouwde daarna op een eigen veldje leveringen aan een paar Brusselse biowinkels uit. Vandendriessche komt uit de sociale sector en startte twee jaar geleden een zelfplukproject binnen de boerderij La Finca in Wezembeek-Oppem. Ze besloten de krachten te bundelen. Het terrein van iets meer dan drie hectare voor Perkuus kregen ze in bruikleen van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), die een projectoproep rond korteketenlandbouw organiseerde.
“Dit is een erg duurzame manier van groenten telen voor een lokale markt,” zegt Vandendriessche, terwijl ze op haar veld staat. “Tegelijk brengen we mensen weer in contact met de natuur en de plekken waar hun voedsel vandaan komt. Het is een beleving. Ze ontmoeten er nieuwe mensen, en ze kunnen een fietstochtje naar Perkuus ook combineren met een picknick ter plekke.”
De boerinnen mikken op buurtbewoners, mensen uit gemeenten als Anderlecht en Vorst, en de Vlaamse Rand. “Want parkeren hier is niet zo makkelijk. Dat kan enkel betalend, op de terreinen van het Erasmusziekenhuis. Maar de deelnemers kunnen makkelijk naar hier fietsen of wandelen, want het terrein ligt aan de Groene Wandeling, en daarna wat tijd buiten doorbrengen. Bij slecht weer is de metrohalte Erasmus een alternatief.”
Net als Chant des Cailles en Courjette is Perkuus een CSA-project: 'community supported agriculture', of landbouw ondersteund door de gemeenschap. Deelnemers betalen elk jaar vooraf voor een 'oogstaandeel' waarmee de boerinnen de kosten voor de teelt betalen en zichzelf een salaris uitkeren. De deelnemers komen zelf oogsten, op het moment dat het hen het beste uitkomt.
Van spinazie tot knolselder
Omdat Perkuus pas op 1 juni begint en het oogstjaar daardoor een maand korter is dan normaal, betalen de deelnemers het eerste jaar 366 euro per volwassen oogstaandeel, of 1 euro per dag. Voor een kind geldt de leeftijd x 21 euro. Maar wie het bedrag liever opsplitst, kan bij Perkuus in vier schijven betalen, of contact opnemen voor een andere betaalafspraak op maat.
Voor hun lidgeld kunnen de abonnees vanaf volgende maand het hele jaar komen oogsten. “De spinazie is nu al bijna oogstbaar, net als de tuinbonen, de peultjes en de erwten,” somt Vandendriessche op. “We zullen ook heel veel soorten sla hebben, bieslook, peterselie, munt en lente-uitjes.”
“In de zomer volgen dan de tomaten, radijzen en raapjes, courgettes, suikermaïs, paprika's en aubergines. In de herfst staan onder meer pastinaak, knolselder, spruiten, wortels, prei, kolen en pompoenen op het menu. Als de tomaten weg zijn, vullen we de serres opnieuw met onder meer kervel, postelein en veldsla. Veel mensen beseffen niet hoeveel groenten ze ook in de winter kunnen krijgen.”
Via een app en een tweewekelijkse nieuwsbrief worden de deelnemers op de hoogte gehouden wat er op dat moment oogstbaar is. Op het veld zelf herhaalt een bord die richtlijnen en werken ze net als de meeste zelfplukboerderijen met een vlaggensysteem: een gele vlag staat voor oogsten voor een normaal gebruik – regels terug te vinden in app en op het bord – een rode vlag staat voor overvloed. Daar mag je zo veel van meenemen als je wil, omdat de opbrengst op dat moment groot is en bijvoorbeeld veel andere deelnemers op vakantie zijn.
Vakantiegevoel
“Nu koop ik mijn groenten bij Abattoir, maar binnenkort maak ik in plaats daarvan een fietstochtje langs het kanaal,” zegt Jan Denoo (27) uit Kuregem, die al lid is van Perkuus.
“Ik zie dit meer als een wekelijks of tweewekelijks uitstapje buiten de stad dan louter boodschappen doen. Ik heb al eens geholpen dingen te planten en zo'n situatie leent er zich wel toe om spontaan een gesprek te starten met anderen. Of juist niks te zeggen en samen van de zon genieten. Ik had meteen voor een halve dag een vakantiegevoel. Je kunt een plukbeurt ook makkelijk combineren met een fietstochtje in het Pajottenland. Na een jaar ga ik wel evalueren of ik er in de winter wel vaak genoeg raak.”
Sonja Verschueren (43) woont op amper tien minuten wandelen van Perkuus. “Ik ken de plek omdat ik er vaak met mijn hond ga wandelen. Voor iemand die net zoals ik op een appartement woont, is een tuin geen optie, maar het lijkt me wel heel leuk om met mijn handen in de aarde te wroeten, mijn eigen verse groenten te plukken en tegelijk van de natuur te genieten. En dat ook op onregelmatige uren, wanneer het me uitkomt. Ik heb me gisteren al regenlaarzen gekocht om te kunnen gaan oogsten (lacht).”
Zelfplukboerderijen Perkuus en Courjette zoeken leden
De komende week organiseren de stadsboerinnen van Perkuus nog infomomenten op het veld. Voor het eerste jaar mikken ze op honderdvijftig volwassen deelnemers, op termijn willen ze er driehonderd. Tot die tijd is de helft van het terrein ingezaaid met glanshaver, om de bodem rust te gunnen.
Ook de collega's van Courjette in Jette, dat in coronatijd van start ging, zoeken nog deelnemers. Ze hebben nu 200 leden en er is dankzij een uitbreiding plaats voor 275. “Vorig jaar hadden we wel een wachtlijst van 150 à 200 mensen, voor een deel hebben we daarmee de bestaande groep aangevuld,” zegt Maarten Dieryck van Courjette. “Maar we merken toch een invloed van de recessie, en een groot deel van die groep haakte ook af zodra ze beseften dat het toch wat tijd vraagt.” Opvallend is dat Courjette, dat vlak bij de Brusselse Ring ligt, geen enkel lid uit nabijgelegen Vlaamse gemeenten als Zellik of Wemmel heeft.
De oudste Brusselse stadsboerderij, Chant des Cailles in Watermaal-Bosvoorde, bestaat al sinds 2012. Zij hebben vierhonderd abonnees, en maar liefst 685 mensen op de wachtlijst. Met een nieuwe uitbreiding in Overijse wil de boerderij groente- en fruitpakketten maken, plukken kan daar niet. “Chant des Cailles is er succesvol in geslaagd een gemeenschap rond het veld te creëren,” zegt Dieryck. “Daar moeten wij nog aan werken, ons derde seizoen begint nu pas.”
Dan is er nog de Cycle Farm-zelfoogstboerderij, met velden in Ukkel en vlak bij het station van Linkebeek. Ook die heeft een wachtlijst van een honderdtal geïnteresseerden.
Lees meer over: Anderlecht , Milieu , Chant des Cailles , zelfplukboerderij , perkuus , courjette , pluktuin , Vogelzangbeek
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.