De opmars van de straattuin: 'Ik wist niet dat ik zulke fijne buren had'

Kris Hendrickx
© BRUZZ
18/07/2019

| Walid aan zijn straattuintje: 'De gemeente heeft er een voorbeeld aan genomen en de hele laan zo aangelegd.'

Misschien hebt u er wel een in uw straat. Een buurman of –vrouw die op een dag besliste om van de rommelige zone rond een straatboom een tuintje te maken. Steeds meer Brusselaars nemen zelf het initiatief om een anonieme grijze straat van groen te voorzien. Ze krijgen er niet alleen een huiselijke straat voor terug, het groen is vaak ook zaaigoed voor bloeiend sociaal contact. “Mensen hebben natuur nodig.”

"Kijk, deze klimop lag op straat te sterven nadat een buur de plant met pot en al naar een dief had gegooid. Ik heb hem gered.” We staan op de hoek van de Veydtstraat en de Florencestraat in Elsene, niet ver van de Baljuwstraat. Kathleen ‘Cathy’ Horicks (68) toont ons een armzalig straatboompje waarrond ze een ware urban jungle heeft aangeplant. Naast de gereanimeerde klimop ontwaren we ook een rozenstruik, irissen, clematis, stokrozen, narcissen én struikmalva.

Samen met haar vier bloembakken en de monumentale rozenstruik voor haar huisgevel – “en u bent nog niet op het mooiste moment gekomen” - vormt het ensemble een echte blikvanger op het kruispunt. “Ze zijn hier zelfs al films komen draaien,” glundert Cathy. Ze wijst naar de overkant van de straat, waar ook stokrozen beginnen te groeien. “Ik ga regelmatig wat zaaien in de straat. En zie je het restaurant op de andere hoek? Die zijn er ook mee begonnen nadat ze mijn boomtuin hadden gezien.”

tuintjes Rozenstruik Kathleen Horicks BRUZZ ACTUA 1671

| Kathleen Horicks bij haar rozenstruik. "En u bent nog niet eens op het beste moment gekomen!"

Cathy begon een vijftal jaar geleden met haar straattuin. “Een mens heeft natuur nodig en ik heb geen tuin. Ik ga niet op vakantie, met mijn pensioentje gaat dat niet. De straat is mijn tuin en ik ben er bijna elke dag mee bezig.” Dat er al eens afval in haar perkje wordt gedropt kan de straattuinier niet ontmoedigen. En ook de wildplukkers – “sommigen komen zich hier bedienen als in een bloemenwinkel!” – krijgen Cathy niet klein.

De gepensioneerde secretaresse is maar een van vele Brusselaars die de voorbije jaren de straat op trok met hark en gieter. In tal van wijken kleuren de straten steeds groener, met dank aan buurtbewoners die de bal aan het rollen brachten. Of we nu door hip Sint-Gillis, volks laag-Vorst of de armere Anneessenswijk rijden, overal ontwaren we straattuintjes. Soms strak uitgevoerd, soms weelderig beplant en vaak aandoenlijk gebricoleerd.

Trottoirburgemeester

Winkeluitbater Walid (51) is zo’n vergroeningspionier. Toen hij zeven jaar geleden een zaak in werkkleding op de Bockstaellaan overnam, gaf de Syriër de boom op de stoep meteen een bloemenkuur. Zijn bonte bloemenperk lijkt in een soort kleurencompetitie verwikkeld met de buitenmuur van de winkel waaraan tientallen fluoveiligheidskleren hangen. “De gemeente heeft mijn voorbeeld uiteindelijk gevolgd,” vertelt Walid. “Vorig jaar zijn ze mijn tuintje komen fotograferen en niet zoveel later kregen alle bomen op de laan een omheining.” Zo ver het oog reikt zien we inderdaad boomtuintjes en uniforme boomhekjes. Maar niet een van de perken is zo fleurig als dat van Walid.

'De gemeente heeft mijn voorbeeld gevolgd en de hele laan boomtuintjes gegeven.'

Walid, winkeluitbater en straattuinier

Op de kersverse stadsomheining monteerde de boomvoetboer onlangs een bescheiden bankje. “Ik breng hier de dag door, drink hier mijn koffie en rook er mijn sigaret. De oudere buurtbewoners komen hier vaak zitten om te kletsen en naar mijn bloemen te kijken. Dit is dan ook de enige bank in de hele straat.” Walids broer woont op de eerste verdieping, legt hij uit. “Gisteren zijn we hier na sluitingstijd nog twee uur blijven zitten. Gewoon rondkijken en bijpraten.”

Tuintjes Walid Bockstaellaan 2 BRUZZ ACTUA 1671

| Walid in de Bockstaellaan: "Aan jongeren die bloemen stuk maken leg ik uit dat de tuin er voor iedereen is."

Zijn dagelijkse aanwezigheid maakt van Walid een beetje de burgemeester van het trottoir. De winkeluitbater ziet alles en praat met iedereen. We zien hoe een zwarte buur een praatje komt slaan en een Nederlandstalige vader met dreumes hem groet. En als Walid toch zijn winkel binnenstapt, heeft hij altijd wel een half oog op zijn boomtuin. “De jongeren durven al eens zomaar een bloem te plukken. Ik leg hen dan vriendelijk uit dat die straattuin er voor iedereen is. Want veel mensen hebben geen eigen tuin zoals ik.”

De Syrische Brusselaar is een mooie illustratie van wat auteur Jane Jacobs ooit ‘Eyes on the street’ noemde in haar bekendste werk The Death and Life of Great American Cities. In dat boek analyseerde de Amerikaans-Canadese onder meer waarom de sfeer in haar eigen New Yorkse straat nu eigenlijk zo goed zat. Een deel van het antwoord luidt ‘functievermenging’, waardoor er op elk moment van de dag wel iemand een oogje in het zeil houdt. Op de Bockstaellaan luistert die iemand vaak naar de naam Walid.

Stormloop op gevelplanten

Walids verhaal toont hoe initiatiefrijke burgers de overheid op ideeën kunnen brengen. Sint-Gillis ging nog een stapje verder en creëerde een dik jaar geleden een eigen vergroeningscel binnen de administratie, de Saint-Gilliculteurs. “Burgemeester Charles Picqué was altijd al erg begaan met groen in de openbare ruimte,” vertelt verantwoordelijke Jean-François Gheysen. “Wist u dat de bomen op het Van Meenenplein voor het gemeentehuis exemplaren zijn die hij heeft laten overbrengen van de Hallepoortlaan, toen de metro daar werd gebouwd? Hij was toen nog geen burgemeester. Voordien was dat een kaal plein.”

Met de oprichting van de cel speelt Sint-Gillis in op een nieuwe trend, legt Gheysen uit. “Picqué heeft begrepen dat er een nieuw enthousiasme is voor de stad, ook in het buitenland. Veel mensen willen er wonen, maar verwachten wel kwaliteitsvolle openbare ruimte, met gezellige en propere straten.” En groene straten zijn doorgaans ook netter, weet de verantwoordelijke. “Onlangs hebben we krokussen geplant op een bekende wildstortplaats. Sindsdien is het daar schoon.”

"Er is een nieuw enthousiasme voor de stad. Mensen willen er wonen, maar dan wel in gezellige, propere en groene straten."

Jean-François Gheysen, cel stedelijk groen Sint-Gillis

Anders dan op de Lakense Bockstaellaan schiet de cel alleen in actie om buurtbewoners te helpen bij hun project. “Mensen moeten zich betrokken voelen en voor de planten zorgen, anders werkt het niet.” Inwoners van Sint-Gillis kunnen bij de Saint-Gilliculteurs een klimplant aanvragen voor hun huisgevel of raad en daad om een tuintje rond een straatboom aan te leggen.

Vooral de gevelplanten zijn een eclatant succes. De gemeente installeerde er de voorbije jaren al ruim 420, vooral in laag Sint-Gillis. Een indrukwekkend aantal, als je weet dat er in heel Sint-Gillis maar 700 straatbomen staan. En elk jaar lopen zo’n 200 aanvragen binnen, meer dan de cel kan bolwerken. Vandaag zijn die ruim 400 planten doorgaans nog klein, maar veel groenvrije straten in de wijk zullen de volgende jaren geleidelijk een nieuw gezicht krijgen.

“En weet u wat gek is?” vraagt Gheysen. “Het zijn vooral de exotische planten die het goed doen, doordat we hier in een stedelijk warmte-eiland zitten. De Chinese trompetklimmer gedijt hier bijvoorbeeld uitstekend, terwijl inheemse planten vaak moeite hebben.” De boomtuintjes, waar de bewoners een vergroeningsvergunning voor moeten aanvragen, zijn vandaag veel minder populair. “Nochtans biedt zo’n vergunning meteen een garantie dat de tuin beschermd wordt.”

Geen dada van bobo’s

Wie zijn die burgers die naar groen snakken? Het cliché wil dat het les bobos zijn, de hippe en progressieve middenklasse, zegt Gheysen. “Maar dat klopt helemaal niet. De aanvragen tonen gewoon een dwarsdoorsnede van de bevolking van Sint-­Gillis.” Ook de Cathy’s en Walids uit de gemeente vinden met andere woorden de weg naar de Saint-Gilliculteurs.

Halvemaanstraat

| Een weelde van bloempotten - 107 op een trottoir - in de Vorstse Halvemaanstraat, het werk van le 'jardinier philosophe'.

Dat de liefde voor groene straten geen kwestie is van afkomst of sociale klasse, zien we ook op een tocht door laag-Vorst. De wijk, die er vijftien jaar geleden nog verwaarloosd bijlag, zit de voorbije jaren in de lift en wordt ook steeds groener. De vonk voor die vergroeningsgolf ontstond wellicht in de Halvemaanstraat, waar één bewoner een ongezien enthousiasme tentoonspreidde. Tussen de Wielemans Ceuppenslaan en de Montenegrostraat tellen we liefst 107 plantenpotten en -bakken, allemaal het werk van Mohamed Boulahya. Geen kleine minipotjes, maar exemplaren die soms tachtig centimeter hoog zijn, met onder meer olijfbomen, bananenplanten, vijgenbomen en bamboe. Een titanenwerk, al was het maar omdat die planten ook allemaal water willen.

De wilde planter, die zichzelf ook le jardinier philosophe noemt, is op vakantie als we aanbellen, maar verschillende buurtbewoners wijzen hem aan als de aanstichter van een beweging die naar de aanpalende straten oversloeg. In de Berthelotstraat ontstond zo ‘Verte Berthelot’, dat een reeks van boomvoeten onder handen nam en op zijn beurt de bewoners van de nabijgelegen Edisonstraat overtuigde.

In die Edisonstraat bellen we aan bij Natalia en Dimitri, een Duits-Italiaans paar. “Ik kom uit Hamburg, een veel groenere stad dan Brussel, ook op straat,” vertelt Natalia. “Brussel is een stad waar al het groen achteraan zit. Ik vind dat tamelijk oninteressant voor alle mensen die geen tuin hebben of geen blik op een groen binnenblok.”

Netwerk

In haar eigen straat was Natalia voortrekker voor een groep die klimplanten, bloembakken én boomtuintjes aanlegde. “We hebben met Facebook en flyers gewerkt en dan bereik je maar een bepaalde groep, merkte Dimitri. “Zodra je echt op straat staat met je tuinmateriaal verandert dat en merk je dat ook de mensen die buiten die circuits vallen echt geboeid zijn door groen op straat.”

Tuintjes Edisonstraat BRUZZ ACTUA 1671

| Ondertussen in de Edisonstraat: straattuinen verbinden

De ‘Verte Edison’-actie leidde niet enkel tot een minder troosteloze straat, merkte Natalia. “Je leert vooral veel mensen kennen, ik wist echt niet dat ik zoveel sympathieke buren had. En de kinderen ontdekken plots dat er buren zijn van dezelfde leeftijd met wie ze het kunnen vinden.”

De impact blijkt groter dan occasionele contacten. De plantacties zorgen er op hun beurt voor dat de buren sneller op de kar springen als er andere dingen op het spel staan. Het geplande immoproject naast het nabijgelegen kunstencentrum Wiels volgen veel straatbegroeners vandaag met argusogen. En ook de toekomst van het moeras - een volgelopen bouwput - op de site laat hen niet onberoerd. “Daar ruimen we dit weekend op, kondigt Dimitri aan. “We gedragen ons steeds meer als die Italiaanse anarchisten, die zelf in actie schoten waar de staat dat niet deed en bijvoorbeeld zebrapaden gingen herschilderen. Wat begon met een paar straatplantjes, is vandaag een echt netwerk.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Milieu , straattuin , bomen , boomvoet , stedelijk groen

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni