Onlangs fotografeerde een man uit Sint-Pieters-Woluwe een vrouwtjeslibel, hangend aan de luchter van zijn woonkamer. Het ging om een paardenbijter, maar paarden bijt ze niet.
De paardenbijter is een stadsmus
Hoe de libel in huis kwam weten we niet, maar heel verwonderlijk is de waarneming niet, want de nazomer is dé periode voor deze fraaie libel. De paardenbijter is een van onze meest stedelijke libellen. Ze hebben open water nodig om eitjes te leggen, met riet of andere vegetatie rond, maar ze kunnen kilometers ver vliegen van dat soort biotoop. Je ziet ze daarom ook patrouilleren in parken, kerkhoven en tuinen tot diep in de stad.
De paardenbijters behoren tot de familie van de glazenmakers en kunnen uiterst behendig vliegen. Ze kunnen op een plaats blijven hangen, of heel plots hoeken maken in hun vlucht, of onverhoeds verticaal naar boven schieten. Ze kunnen zelfs kleine stukjes achteruit vliegen.
Dat komt omdat hun vleugels onafhankelijk van elkaar functioneren. Je ziet paardenbijters vaak op warme zomeravonden hoog en onophoudelijk scheren langs bomen op zoek naar insecten.
Eind augustus en begin september is de beste periode om ze te zien. Ze herkennen vergt enige ervaring, want ze gaan zelden rusten. Als ze dat toch doen, dan hangen ze met hun mooie, mozaïekkleurige lijfje naar beneden.
De paardenbijter is een soort die intussen in bijna heel Europa te zien is, en is een voorbeeld van libel die, door de klimaatopwarming, naar het noorden en de Britse eilanden oprukt.
Alleen in het Nederlands kreeg de paardenbijter zo’n tot de verbeelding sprekende naam. Boeren zagen ze vaak in de nazomer vliegen, soms in groten getale, en dachten dat ze paarden kwamen bijten. Maar de beestjes kwamen alleen maar af op de vele vliegen die je rond paardenweides kan vinden. Om die te verorberen. Een best nuttig dier dus.
Beestig Brussel
Lees meer over: Brussel , Milieu , Beestig Brussel