Lies Craeynest en Karin De Schepper trokken met een paar andere burgers in 2016 naar de rechtbank, om van het Gewest een krachtiger beleid tegen luchtvervuiling te eisen. Die vroeg advies aan het Europees Hof van Justitie. Twee jaar en een hoop burgeracties later wachten ze met spanning op de uitspraak, die dwingende maatregelen als een dieselban kan opleggen.
| Lies Craeynest en Karin De Schepper (schoneluchtbxl.)
Met een paar andere ouders liggen Karin De Schepper en Lies Craeynest in 2015 aan de basis van burgerbeweging SchoneLuchtBXL (CleanAirBXL). Uit verontwaardiging over de toestand van de Brusselse lucht voert de groep actie in de Wetstraat en aan het Brussels parlement. Ze lanceren ook een petitie voor een forser gewestelijk luchtkwaliteitsplan, die inmiddels tienduizend handtekeningen heeft.
Omdat de politiek niet reageert, trekken Craeynest, De Schepper en drie anderen in 2016 met ngo Client Earth naar de rechtbank. Ze eisen een beter luchtkwaliteitsplan, dat luchtvervuiling volgens de Europese regels meet, ook op de drukste wegen. In december 2017 vraagt de Brusselse rechter het EU-Hof van Justitie om advies.
De rechter wil weten hoe de overheid de overschrijding van luchtkwaliteitsnormen moet meten, en of hij als nationale rechter extra meetpunten kan opleggen. Het Hof heeft het laatste woord wat EU-regelgeving betreft. De uitspraak wordt daarom een precedent, bindend in de hele Unie.
Waarom zijn jullie de rechtszaak destijds begonnen?
Karin De Schepper: Bij mij is in 2013 astma vastgesteld. Ik was twee jaar daarvoor beginnen te fietsen, en ik merkte dat ik steeds vaker niet verder kon omdat ik gewoon niet meer kon ademen. Je begint daarover te lezen, en stelt vast dat een overheid al jaren haar eigen wetten overtreedt. Sinds 2010 mochten er volgens de EU-wetgeving geen overschrijdingen van de normen rond stikstofdioxide meer zijn, maar die gaan gewoon door. De concentraties in Brussel nemen de afgelopen drie jaar zelfs weer toe. De overheid heeft – moedwillig of niet – de gezondheid van haar burgers niet beschermd, en dat is haar kerntaak. Voor mij is dat een soort vertrouwensbreuk.
In het begin hebben we aandacht proberen te trekken met ludieke maatregelen, maar die hebben weinig effect. Mij is vooral de actie met het glas vuil water bijgebleven (dat symboliseerde de luchtvervuiling, red.). We hadden postgevat aan de voordeur van het Brussels parlement om daar de parlementsleden op te wachten, maar we ontdekten dat ze bijna allemaal via de parking waren binnengereden. Hoe kun je mensen de boodschap geven: neem het openbaar vervoer, als je dat zelf niet doet?
Naar de rechter trekken klinkt heel negatief, maar anderzijds had ik na mijn diagnose ook kunnen verhuizen. Gewoon buiten Brussel gaan wonen, lekker in het groen. En dan dagelijks met de auto naar het werk.Voor mij is de rechtszaak een liefdesverklaring aan Brussel. Ik wil hier blijven en samen bouwen aan een betere stad. Ik denk dat dat iets is wat de overheid moet leren: burgers van alle slag mee laten bouwen aan het beleid.
Hoe staat het nu met de vraag van de Brusselse rechter aan het EU-Hof?
Lies Craeynest: Op 10 januari worden de partijen officieel gehoord in Luxemburg. We verwachten de uitspraak in het voorjaar, hopelijk voor de gewestverkiezingen.
De Schepper: Een gerechtelijke uitspraak kan definitieve maatregelen afdwingen. In Duitsland bijvoorbeeld (waar Client Earth samen met milieuorganisatie Deutsche Umwelthilfe (DUH) in 28 steden naar de rechtbank trok, red.) zien we dat die vonnissen de doorslag geven. De rechter heeft tot nu toe al in vijf steden, waaronder Stuttgart en München, een dieselban opgelegd. Ook in Tsjechië en Italië zijn inmiddels rechtszaken gestart.
Craeynest: Binnen de Brusselse regering geven partijen aan ons toe dat ze deze druk nodig hebben om verder te kunnen gaan dan het huidige beleid.
Waarom?
De Schepper: Ik denk dat het Brusselse politieke bestel zodanig ingewikkeld is dat het soms moeilijk is om doortastend te handelen. Dat maakt dat externe druk heel belangrijk is.
Je hebt enerzijds de rechtszaak, anderzijds zetten al die burgers die onlangs mee op de kar zijn gesprongen ook druk. De Pano-reportage over de luchtkwaliteit was voor ons feitelijk niets nieuws, maar ze was wel belangrijk omdat het weer nieuwe mensen in gang zet.
Craeynest: Kleine kleutertjes pipi zien doen op het potje, en dan in het laboratorium die roetdeeltjes in hun urine zien, maakt onze drijfveren nog zoveel duidelijker. Ik snap daarom volledig dat de ouders van Maria-Boodschap, waar de opnames gemaakt zijn, met de protestactie Filter Café Filtré zijn begonnen.
Hoe vonden jullie dat?
Craeynest: De afgelopen drie jaar hebben wij enorm veel energie, emotie en tijd gestopt in SchoneLuchtBXL. Het was dus absoluut fantastisch dat eerst Bruxsel’Air en daarna Filter Café Filtré zijn ontstaan, want dat helpt echt om de boodschap in het nieuws te houden. Op de school van Karins en mijn kinderen was ik een van de trekkers van de schoolacties. We hebben er zelfs een liedje geschreven: ‘Wij willen ademen.’ (lacht)
De Schepper: Hoe meer aandacht voor het probleem, hoe meer mensen ook openstaan voor de wetenschappelijke informatie. Dat luchtvervuiling een invloed heeft op de foetus, op de cognitieve ontwikkeling, dat het de astma van kinderen verergert, dat het leukemie, hart- en vaatziekten, long- en blaaskanker veroorzaakt.
"Waarom zouden de sjoemelende autoconstructeurs niet kunnen opdraaien voor de investeringen om alternatieven voor de auto aantrekkelijk te maken? Een soort 'luchtvervuilingscompensatiefonds'"
De bezorgdheid over de leefbaarheid van de stad lijkt de kiesuitslag te hebben beïnvloed.
Craeynest: Luchtkwaliteit was zo’n belangrijk onderwerp van debat. Dat we er mee een mainstream issue hebben van gemaakt, vind ik onze grootste verdienste tot nu toe.
De Schepper: Elke burger die protesteert, draagt bij tot de noodzakelijke kritische massa. Op een bepaald moment kom je op een point of no return. Maar om te bereiken dat dat in het Brusselse bestel ook leidt tot een robuust ander beleid, heb je een consensus over de partijen heen nodig. Tegelijk: lippendienst aan een betere luchtkwaliteit is niet genoeg. Ze moeten nieuwe maatregelen ook nú durven in te voeren. Ik word een beetje wanhopig als ik bepaalde partijen hoor zeggen dat ze alles zullen oplossen met extra metrolijnen tegen 2030.
Craeynest: Op een recent politiek debat hadden alle partijen op voorhand laten weten dat ze akkoord gingen om de grenswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in te voeren. Die zijn meestal een stuk strenger dan de EU-normen rond vervuilde lucht. Maar als je hun voorstellen analyseert, zag je dat die nog niet eens aan de Europese normen zouden voldoen. De financiering ervan is evenmin duidelijk.
De regering heeft dit jaar een lage-emissiezone ingevoerd die de alleroudste dieselwagens uitsluit. Welke andere maatregelen willen jullie dat het Gewest neemt?
Craeynest: De lage-emissiezone is een onderdeel van het Lucht-Energie-Klimaatplan, dat volgens ons bijlange niet ambitieus genoeg is. Een dieselban tegen 2030 werd dit voorjaar aangekondigd, maar is volgens minister-president Vervoort ‘nog niet verworven’ (een voorstel voor dieselban tegen 2025 werd deze week in het parlement verworpen, red.). Vergelijk dat met Parijs, waar ze er veel vroeger uitstappen. Die dieselban kan en moet dus zeker sneller. Het allerbelangrijkste is dat er snel en krachtig wordt opgetreden om de Europese luchtkwaliteitsnormen te halen. Er moet een vorm van kilometerheffing komen die het autoverkeer ontmoedigt.
Hoe verkoop je dat aan het grote publiek?
De Schepper: Politici denken nog altijd dat ze autobestuurders straffen door de stad anders in te richten. Maar je kan ook compleet anders denken: hoe ga ik het mensen gemakkelijker maken om zich anders te verplaatsen? Niet vanuit vervoersmiddelen denken, maar vanuit verplaatsingsnoden.
Een grote informatiecampagne met borden die op drukke punten het publiek informeren over luchtverontreiniging en de impact op de gezondheid kan gedrag helpen te veranderen. Die verkeersborden voor de bestaande LEZ zijn niet duidelijk trouwens. Ik kan me voorstellen dat iemand die een boete in de bus krijgt zich afvraagt waar het over gaat.
"Als we winnen, zou ik niet meer moeten beslissen om Brussel te verlaten. Soms overweeg ik dat: een properdere stad"
Craeynest: Als werkende moeder besef ik door alle haast- en vliegwerk dat een auto soms ook nodig is. Het zou schandalig zijn als de kosten van jarenlang laks beleid en van een sjoemelende auto-industrie worden afgewimpeld op de economisch minder krachtige bevolkingsgroepen. We willen dat dieselwagens verdwijnen, maar ook dat de Brusselse regering nadenkt over hoe ze mensen die zonder auto vallen zal helpen.De auto laten staan moet gemakkelijk en aantrekkelijk worden.
En daar zijn serieuze investeringen voor nodig: veel veiligere fietspaden, subsidies voor elektrische (deel)auto’s, goedkopere abonnementen, en veel uitgebreider openbaar vervoer. Ook voor mensen die heel vroeg moeten gaan werken bijvoorbeeld. Zo niet creëer je weerzin tegen een beleid dat eigenlijk de gezondheid beschermt. Dat zie je ook met de (eerste, red.) protesten van de gele hesjes bijvoorbeeld. Als je een oneerlijke oplossing voorstelt, krijg je snel - en terecht - een tegenreactie.
Waarom zouden de sjoemelende autobedrijven hiervoor niet kunnen opdraaien? Een luchtvervuilingscompensatiefonds, zoals dat bestaat in industrieën zoals olie of tabak, kan helpen om de nodige miljoenen te vinden.
"Welk gezag heb je als agent als je zelf de motor stationair laat draaien?"
Kunnen we op de heel korte termijn al iets doen?
De Schepper: Zeker. Door mensen te informeren over de uitstoot van houtkachels, door carpoolen te stimuleren, en door dat eengemaakte parkeerbeleid nu eindelijk eens in te voeren. En ik denk dat we allemaal al eens politiecombi’s hebben gezien die met draaiende motor stilstaan ... Welk gezag heb je als agent als je dat doet, en bovendien blijft rondrijden met verouderde dieselwagens die eigenlijk de LEZ niet eens meer in mogen?
Hoe zouden jullie zich voelen als de rechtbank zou vonnissen dat er een strenger luchtkwaliteitsplan moet komen?
Craeynest: Het zou mij hoop geven dat Brussel leefbaar wordt. Want ik hou verschrikkelijk veel van deze dynamische, multiculturele en inspirerende stad, maar erg leefbaar is ze niet. Het is geen plek waar ik de kinderen met een gerust hart naar de winkel twee straten verderop kan sturen. Je zit altijd met bezorgdheid over het verkeer en wat ze inademen.
De Schepper: Het heeft ook te maken met stadsvlucht. Beleidsmakers moeten zich maar eens afvragen hoe het zou komen dat gezinnen met kinderen de stad verlaten.
Craeynest: De rechtszaak is een soort reddingsboei. Als we winnen, zou ik niet meer moeten beslissen om Brussel te verlaten. Soms overweeg ik dat. Ik denk niet dat ik buiten de stad kan aarden, maar misschien zoek ik wel een properdere stad. Niet alleen de luchtvervuiling zelf stuit me tegen de borst, maar ook het gevoel dat de Brusselse politici niet voor ons zorgen. Dat burgers voor hen maar rondhossende economische eenheden zijn. In zo’n stad wil ik niet leven. En hopelijk verandert dat.
Karin De Schepper
- Geboren in 1971
- Directeur van Inland Navigation Europe, een Europese organisatie rond waterwegtransport en -beheer
- Studeert internationaal en Europees recht en maritieme wetenschappen
- Spant een rechtszaak voor schonere lucht aan tegen het Brussels Gewest
Lies Craeynest
- Geboren in 1976
- Studeert psychologie en antropologie & ontwikkelingssamenwerking
- Beleidsadviseur bij Oxfam Internationaal
- spant een rechtszaak voor schonere lucht aan tegen het Brussels Gewest
2018, het jaar van de propere lucht
Burgerbeweging Filter Café Filtré en het bijbehorende protest van ouders en kinderen aan de Brusselse schoolpoorten zette de slechte luchtkwaliteit op de politieke agenda.
Luchtkwaliteit
Lees meer over: Brussel , Milieu , Luchtkwaliteit , Jaaroverzicht 2018: propere lucht , Lies Craeynest , Karin De Schepper , schoneluchtbxl
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.