Een reusachtig stormbekken zou de wateroverlast in Jette kunnen beperken, maar de aanleg dreigt lang hinder te veroorzaken. Daarom ging schepen Bernard Van Nuffel (Ecolo) op zoek naar alternatieve vormen van regenwaterbeheer. Intussen telt Jette regentuinen en waterdoorlaatbare stroken. Zonet zijn twee projecten goedgekeurd waar bewoners mee oplossingen voor zochten.
| De rotonde aan Pannenhuis is heraangelegd met een regentuin, waarlangs het water kan infiltreren in de grond.
Jette profileert zich als een “groene oase” in Brussel, gelegen in de vallei van de Molenbeek. In het Boudewijnpark is de rivier de voorbije jaren weer opengelegd, maar richting Laken verdwijnt ze nog steeds in de riolen. Een oude erfenis, decennialang werd het merendeel van de Brusselse rivieren en beken omgevormd tot collectoren. Terwijl Brusselse gemeenten met de toenemende verstedelijking verder verhardden en dus ook minder waterdoorlaatbaar werden, belandde regenwater meestal in de riolen.
“Dat is dubbel jammer,” zegt professor Stedelijke Hydrologie Boud Verbeiren van de VUB. “Enerzijds omdat zuiver regenwater dan belandt bij afvalwater, terwijl we het erg goed kunnen gebruiken. Anderzijds belast dat regenwater de riolen onnodig. Bij hevige regenval in de zomer kunnen de rioleringen het water niet meer slikken en krijg je wateroverlast op straten en pleinen en ondergelopen kelders.” Een risico dat ten gevolge van de klimaatopwarming alleen dreigt toe te nemen.
“De bedding van de tram is nu overdekt met gras, vroeger was de Jetselaan grotendeels geasfalteerd”
Overlast die erg zichtbaar werd toen een straat vlak bij de spoorbrug aan het Boudewijnpark enkele jaren geleden blank stond, maar bewoners van kwetsbare zones in de buurt van de Molenbeek al langer treft, verborgen in hun huizen. “Om een preciezere diagnose te maken van de situatie werkten de VUB en ULB de voorbije jaren in het kader van het Brusseau- project samen met bewoners om onze universitaire gegevens uit te breiden met hun lokale kennis.” Zonet is het vervolgproject, Brusseau-bis gestart, dat ook in Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Laken en Vorst zal lopen, goedgekeurd door de gemeente Jette. “Nu zullen we samenwerken met gemeenten en het Gewest om enkele gedestilleerde oplossingen verder uit te werken en concreet te maken,” verduidelijkt Verbeiren. “Het is de bedoeling uit dit experiment te leren, en wat werkt te integreren in een standaardaanpak voor vergelijkbare realisaties in de toekomst.”
Zo zal in Jette het project ‘De buren van het Boudewijnpark’ uitgewerkt worden. “Om de straten rond het Boudewijnpark die regelmatig te kampen krijgen met wateroverlast te ontlasten, zou regenwateropvang ontkoppeld worden van de riolering,” schetst Verbeiren. “Het idee is om via regentuinen (regentuinen worden aangelegd om de functie van een tuin te verzekeren, het gaat om kleine grondverlagingen met planten, zodat regenwater tijdelijk gebufferd kan worden, of kan infiltreren of verdampen, red.) en aangelegde valleien het reliëf van het park te reorganiseren om zo het regenwater aan de oppervlakte te beheren en weer een uitweg naar de Molenbeek te bieden.” Het bewonerscomité uit de Dupréstraat is alvast enthousiast, de komende jaren zullen ook bewoners uit andere straten nauwer betrokken worden.
Een tweede project wil een ‘Nieuwe Molenbeek’ creëren. “Tot aan het Boudewijnpark stroomt de Molenbeek weer aan de oppervlaktee, maar vanaf het Jeugdpark wordt de rivier weer afgeleid naar de hoofdcollector en zo naar de riolering. Het is de bedoeling daar het regenwater weer te ontkoppelen en te verbinden op een ‘virtuele’ Molenbeek die aan de oppervlakte zou stromen. De vorm is nog onduidelijk, maar het kan een soort nieuwe stedelijke rivier, gracht of aaneenschakeling van groene infrastructuur zijn die water kan opslaan en geleidelijk kan laten infi ltreren. Een nieuwe Molenbeek dus.”
Stormbekken
Jette is een van de gemeenten uit de Molenbeekvallei die al langer inzet op alternatieve vormen van regenwaterbeheer. Dat heeft niet alleen te maken met het overstromingsrisico, maar ook met een oplossing die jaren geleden al naar voren werd geschoven, maar nog altijd niet is gerealiseerd: de bouw van een enorm stormbekken van vijftigduizend kubieke meter in de bodem van de Molenbeekvallei. Dat is een ondergrondse constructie om bij felle regen een deel van het water, vooral regenwater, op te slaan. Een uitbreiding op het rioleringsstelsel.
“Dat bekken was aanvankelijk gepland onder het Jeugdpark, maar ook de Leopoldsquare of een plek op Brussels grondgebied zijn opties,” verduidelijkt Bernard Van Nuffel (Ecolo), schepen van Waterbeleid in Jette. “Dat zijn enorme structurele werken die niet alleen erg veel geld kosten, maar het park ook voor jaren ontoegankelijk dreigen te maken. Bovendien krijg je dan ook nog de overlast van af- en aanrijdende vrachtwagens. Omdat die aanleg heel wat problemen op sociaal en milieuvlak zou creëren voor Jette, zijn we op zoek gegaan naar alternatieve oplossingen die minder duur zijn.” Dat sluit ook aan bij het Brusselse regeerakkoord, dat een vermindering van de bouw van spaarbekkens beoogt en een bevordering van meer geïntegreerd regenwaterbeheer.
Inspiratie zocht Van Nuffel daarvoor in Douai, een vroegere mijnwerkersstad in Noord-Frankrijk. “Omdat de riolering er volledig versleten was, hebben ze er de straten van de mijnwerkerswijk heraangelegd zonder riool voor regenwater. Alles wordt er beheerd met grachten en regentuintjes. Dat heeft minder dan de helft van de prijs van riolering gekost. Het is dus niet alleen op het vlak van biodiversiteit en landschap interessant, maar ook financieel.”
De resultaten van die denkoefening worden steeds meer zichtbaar in de straten van Jette. Zo is aan Pannenhuis de rotonde al heraangelegd met een regentuin in het midden, waarlangs het water van de verharde zone kan infi ltreren in de grond. “Heel eenvoudig en het kost bijna niets. Het helpt bovendien om de aangeplante bomen en planten te bewateren.” Ook bij het wijkcontract in de Essegem- en Lahayestraat zijn er verschillende zones gepland zonder sterfput, waar het water van de straat rechtstreeks kan infi ltreren in enkele kleine tuintjes.
Bij de aanleg van tramlijn 9 is eveneens een grote oppervlakte waterdoorlaatbaar gemaakt. “De bedding van de tram is nu overdekt met gras, vroeger was de Jetselaan grotendeels geasfalteerd,” aldus
Van Nuffel. Het vernieuwde Spiegelplein is weliswaar helemaal verhard, maar ook daar is in regenwaterrecuperatie voorzien. “Het was aanvankelijk niet voorzien in de plannen, maar omdat we toen al gevoelig waren geworden voor de problematiek, is tijdens de werken een infiltratieput onder het plein toegevoegd,” verduidelijkt Van Nuffel. “Daardoor komt bij een normale regenbui het regenwater niet meer in de riool terecht, maar infiltreert het in de grond.”
Zelfs bij natte jaren, zoals in 2019, kende Jette daardoor minder overstromingen, verzekert de schepen. “Die ingrepen hebben dus echt een invloed en het potentieel ligt nog een stuk hoger. Waterinfi ltratie wordt nu geïntegreerd in al onze projecten van stadsaanleg. Zo proberen we bij elke heraanleg van een straat telkens in een infi ltratieparkeerstrook te voorzien. Dat is niet duurder dan een gewone heraanleg, maar maakt wel een verschil.” Het is de bedoeling in voldoende alternatieven te voorzien zodat “als er al een stormbekken komt, het een stuk kleiner zal zijn,” aldus Van Nuffel. “Of nog liever: dat er helemaal geen stormbekken nodig is.”
Lees meer over: Jette , Milieu , Stedenbouw , wateroverlast , Bernard Van Nuffel , waterbeleid , stormbekken , klimaatverandering
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.