Het Brussels Gewest lanceert volgend jaar een permanent burgerparlement voor het klimaat. Een raad van telkens honderd Brusselaars zal vragen kunnen stellen en aanbevelingen doen. Het Brusselse Gewest zou daarmee de eerste overheid ter wereld zijn die op structurele basis gelote burgers zal betrekken bij haar klimaatbeleid. Zes vragen en antwoorden over de toekomstige Brusselse Burgerraad voor het Klimaat.
Meebeslissen over Brussels klimaatbeleid: zes vragen over Burgerraad voor Klimaat
1. Waarom komt er specifiek voor klimaat een permanente burgerraad?
De Brusselse regering kwam bij haar aantreden overeen dat in het gewest tegen 2030 zeker 40 procent minder broeikasgassen uitgestoten moeten worden dan in 2005. In de tussentijd scherpte de Europese Commissie, die zag dat klimaatopwarming veel sneller dan verwacht gebeurde, de Europese klimaatdoelstellingen aan. Daarop stelde de Brusselse regering de cijfers ook bij: het gewest moet in 2030 maar liefst 47 procent minder uitstoten.
Brussel zit ongeveer halverwege om dat doel, over acht jaar al, te halen. Het Gewest moet dus drastische maatregelen nemen. Zo worden fossiele brandstoffen versneld uitgefaseerd, en heeft de Brusselse regering al aangekondigd dat ze renovatieverplichtingen voor bepaalde gebouwen gaat opleggen. Maar ook op andere vlakken, zoals mobiliteit, zullen wellicht ingrijpende keuzes moeten worden gemaakt. Via een burgerraad kunnen Brusselaars een stem hebben in dit moeilijke debat.
2. Waar komt het idee van een permanente burgerraad vandaan?
De Brusselse regering voorzag in haar regeerakkoord in 2019 de oprichting van een onafhankelijk comité van wetenschappelijke klimaatexperts. Die deskundigen, die dit jaar zijn aangeduid, moeten jaarlijks een verslag opmaken waarin de bijdrage van het Brusselse beleid aan de klimaatdoelstellingen wordt geëvalueerd. Het eerste verslag wordt voor 1 april 2023 verwacht. Het rapport moet het democratische openbare debat voeden, liet minister van Klimaattransitie Alain Maron (Ecolo) eind 2021 weten bij de openstelling van de vacatures voor het klimaatcomité.
Maar dat openbare debat wil de minister verder opentrekken. Hij wil zo veel mogelijk burgers bij het Brusselse klimaatbeleid betrekken, en daarom schreef hij een openbare aanbesteding uit om een “nieuw democratisch instrument” te vinden. De G1000, het platform voor democratische vernieuwing in België, won die en werkte samen met Leefmilieu Brussel een ‘permanente burgerraad voor het klimaat’ uit.
3. Wat houdt de klimaatburgerraad precies in?
Het eerste burgerpanel gaat begin 2023 aan de slag. De honderd leden van de burgerraad moeten zich in tegenstelling tot de leden van het expertencomité niet kandidaat stellen, Ze worden geloot uit de hele Brusselse bevolking. De loting gebeurt op basis van gender, leeftijd, woonplaats en sociaaleconomische achtergrond om een goede afspiegeling van de bevolking te krijgen. De eerste groep gelote burgers kan vanaf 22 november een uitnodigingsbrief in hun brievenbus verwachten.
“De honderd deelnemende burgers zullen vier tot zes keer in het weekend delibereren in de gebouwen van Leefmilieu Brussel en uiteindelijk aanbevelingen formuleren over een deelthema gelieerd aan het Brusselse klimaatbeleid”, zegt Ben Eersels, coördinator van de G1000.
Weigeren kan, en wie daar nood aan heeft kan kinderopvang vragen of een buddy meenemen. De deelnemende burgers krijgen een vrijwilligersvergoeding van zowat 35 euro per dag. Na afloop van de bespreking van één onderwerp wordt een nieuw burgerpanel geloot, dat rond een ander deelthema zal werken.
4. Wie kiest de thema’s?
De thema’s van de burgerpanels worden telkens gekozen door een groep van 25 burgers die geloot worden uit het vorige burgerpanel. Zo geven de burgers van het eerste panel het stokje door aan de deelnemers van het tweede panel. Dat is goed voor de continuïteit, vinden de initiatiefnemers. Ze kiezen volledig vrij het nieuwe thema, maar krijgen wel suggesties van Leefmilieu Brussel, de regering en het middenveld.
Om het mechanisme in werking te zetten zal het thema van het eerste burgerpanel uitzonderlijk door de regering worden bepaald. Wat dat wordt, is nog niet bekend.
Om met kennis van zaken te kunnen overleggen, krijgen de deelnemende burgers heldere en objectieve informatie van onafhankelijke academische experts, laat Maron weten. De deelnemers kunnen ook beroep doen op verslagen van stakeholders zoals middenveldorganisaties en belangengroepen.
5. Had Brussel al geen burgerpanels?
Het Brussels parlement heeft sinds april 2021 ‘gemengde overlegcommissies’ in het parlement, waarin 45 gelote Brusselaars met 15 parlementsleden debatteren over een specifiek thema. Het thema van de eerste overlegcommissie was 5G, de tweede keer gingen de discussies over dakloosheid.
De gemengde commissies formuleren aanbevelingen die vervolgens binnen de zes maanden door het parlement behandeld moeten worden. Als de parlementsleden uit de betrokken commissie niet willen ingaan op wat de burgers voorstellen, moeten ze hun keuze toelichten aan de burgerleden. Zo wilden de burgers in de 5G-overlegcommissie 5G gratis maken voor alle Brusselaars, maar stemden de parlementsleden daartegen, waarna dat voorstel niet werd goedgekeurd.
“De gemengde commissies waarin burgers samen met politici zetelen, zijn tijdelijk en gaan over allerhande thema’s", schetst Eersels. Dat zijn meteen drie verschillen met het permanente burgerpanel rond het klimaat. “Het klimaat is zo’n breed en veelomvattend thema dat de regering vond dat er voldoende diepgaand over gedebatteerd moest kunnen worden.”
6. Wat gebeurt er daarna met de aanbevelingen?
De Burgerraad voor het Klimaat voorziet in een opvolgingscommissie die moet opvolgen wat de politiek ermee doet. De Brusselse regering van haar kant engageert zich om alle aanbevelingen van de burgers grondig te bestuderen en transparant te rapporteren over wat ze ermee doet.
Drie maanden na ontvangst van de aanbevelingen moet de regering een eerste update geven, na een jaar later komt er een eindevaluatie. Als de regering dan beslist om een aanbeveling niet uit te voeren, moet ze die keuze "uitvoerig toelichten" (zoals de parlementsleden in de gemengde parlementaire commissies).
Lees meer over: Brussel , Milieu , klimaat , Alain Maron , burgerparticipatie , gemengde commissie , G1000