Deze week is de eerste overlegcommissie in het Brussels Parlement van start gegaan. De komende weken gaan 45 gelote Brusselaars er voor de eerste keer met elkaar in debat, samen met vijftien parlementsleden. De diversiteit en representativiteit van het burgerpanel moeten de sterktes van de overlegcommissie worden, maar het onderwerp is moeilijk en gevoelig. “Als ik over 5G lees, denk ik: 'stop'.”
| De eerste bijeenkomst van de overlegcommissie in het Brussels Parlement
“Een belangrijk moment in de geschiedenis van dit parlement”, zo opende Brussels parlementsvoorzitter Rachid Madrane (PS) de eerste bijeenkomst van de eerste overlegcommissie. Anderhalf jaar geleden had het parlement groen licht gegeven voor debatten tussen parlementsleden en burgers. Gisteren konden de 45 gelote Brusselaars elkaars gezicht voor de eerste keer zien, al werden ze – om het gebeuren zo coronaproof mogelijk te houden - verdeeld over het halfrond en de Spiegelzaal.
“Deze lente wordt er eentje van de participatieve democratie. Ik ben een trotse voorzitter, want we zetten de deuren en ramen van dit parlement wijd open voor de burger”, aldus Madrane. Eerder die dag ging de eerste rondetafelconferentie van het Brussels parlement van start, waarbij betrokken personen en organisaties met elkaar in dialoog gaan over racisme.
‘Weerspiegeling’
Het thema van de eerste overlegcommissie is 5G. De komende weken komen de 45 gelote burgers en vijftien parlementsleden daarover bijeen, een primeur. In een eerste fase werden 10.000 Brusselaars willekeurig gekozen. Ongeveer tien procent antwoordde positief, waarmee de respons ongeveer twee keer hoger was dan bij het burgerpanel over mobiliteit enkele jaren geleden.
Daarna volgde een tweede loting, waarbij rekening werd gehouden met een hele reeks quota, om het panel zo representatief mogelijk te maken. “De samenstelling moet een echte weerspiegeling van Brussel zijn”, zegt een onderzoekster die de overlegcommissie begeleidt, wanneer een deelnemer daar een vraag over stelt
De burgers werden geloot via het rijksregister op basis van woonplaats, niet op basis van nationaliteit, verduidelijkt de onderzoekster. Ook niet-Belgen maken deel uit van de overlegcommissie. “Dat is belangrijk. Alle burgers van deze stad moeten hun stem kunnen laten horen”, vertelt deelnemer Vito Palmeri, “Siciliaan, maar Italiaan voor de wet.” “Ik woon al elf jaar in België, en dit is de eerste keer dat een instituut mij op zo’n directe manier uitnodigt.”
‘Overal fake news’
Vito werkt voor een bedrijf dat geaccrediteerd is bij de Europese Commissie en is coördinator voor een politieke partij. Hij heeft ook zelf politieke ambities. “Daarom was ik verrast dat ik gekozen werd. Dit zal mijn kijk op de politiek veranderen, want elk standpunt is anders en het is goed om andere standpunten te leren kennen”, vertelt hij verder. “Ik wil een carrière maken in de politiek. Het is goed om met de stad te beginnen. Ik wil begrijpen wat er in de stad gebeurt.”
De Siciliaanse Brusselaar hoopt op stevige debatten in het Brussels Parlement de komende zaterdagen, maar beseft ook dat 5G een lastig en gevoelig onderwerp is. Vooraleer de burgers met elkaar – maar ook met de vijftien parlementsleden die deel uitmaken van de overlegcommissie – in discussie gaan, zullen verschillende experts uitleg komen geven in het halfrond. “Ik hoop dat zij duidelijkheid zullen brengen over 5G, want het is moeilijk om er juiste informatie over terug te vinden. Je ziet en hoort overal fake news, dat 5G slecht is voor de gezondheid bijvoorbeeld”, zegt Vito. “Er zullen politieke debatten zijn en ik wil mijn stem laten horen.”
Jongeren
De 45 burgers werden geloot volgens verschillende criteria, waaronder gender – er zijn ongeveer evenveel mannen als vrouwen – en leeftijd. De minimumleeftijd is hier niet de kiesleeftijd van achttien, maar zestien jaar. Ruim een vijfde van het panel is tussen zestien en 29 jaar oud. “De burger wordt onvoldoende betrokken bij de politiek en dat geldt nog meer voor jongeren”, zegt de 19-jarige Molenbekenaar Soufian Ben Abbou. “Als jongere en Molenbekenaar is het nog moeilijker om je mening te delen."
De scholier – hij zit in het laatste jaar en wil hierna studies journalistiek beginnen – moest naar eigen zeggen geen seconde twijfelen toen hij de uitnodiging van het Brussels Parlement kreeg. “Ik kwam terug van school en mijn moeder toonde me een brief van het parlement. Ze wist dat ik journalist wil worden, dus vertelde ze me dat dit een goede kans voor mij zou zijn om bij te leren”, vertelt Soufian.
“Voor mij telt de ervaring. Het onderwerp zelf boeit me iets minder, al is 5G wel interessant, vooral omwille van de ecologische en economische impact. Het gaat over onze toekomst, over iets met een blijvende impact. Daarom is het belangrijk om mijn mening als jongere te delen. Ik wil mij in het onderwerp verdiepen, iets wat een journalist moet kunnen.”
‘Burgerparticipatie moet resultaat opleveren’
Ook opleiding en werk maken deel uit van de criteria voor de gelote burgers. Ongeveer een kwart van de deelnemers heeft een diploma hoger onderwijs, een ander kwart heeft alleen een diploma secundair onderwijs. Naast studenten, zijn er zelfstandigen (4 van de 45 deelnemers), werkzoekenden (3 deelnemers), werknemers uit de privésector (12) en de publieke sector (5), en gepensioneerden (7), waaronder Christine Walckiers. “Ik ben grafisch ontwerpster en heb in het onderwijs gewerkt. Ik ben een echte Brusselès en wil weten wat er in de stad gebeurt”, vertelt ze.
“Met politiek heb ik niets”, gaat ze verder, maar haar eerste ervaring met een democratisch experiment is dit niet. “Enkele jaren geleden heb ik deelgenomen aan de G1000 van David Van Reybrouck. Ik vind burgerparticipatie heel belangrijk, maar er moet ook iets mee gebeuren”, aldus Christine. “Het mag niet gewoon een mooi boekje opleveren, maar moet resultaat opleveren.”
‘Geen vooroordelen over 5G’
Tegen begin juni zou de overlegcommissie enkele aanbevelingen moeten klaar hebben. Zes maanden later moet het parlement zich daarover buigen of verantwoorden waarom ze dat niet doet. De centrale vraag wordt door het Brussels Parlement als volgt geformuleerd: “5G komt naar België. Hoe willen we dat 5G wordt uitgerold in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, rekening houdend met het leefmilieu, de gezondheid, de economie, de werkgelegenheid en de technologische aspecten?”
“Ik heb geen vooroordelen over 5G. Ik ken er eigenlijk niets van. Je hoort van alles, maar daar wil ik niet van weten. Als ik erover lees, denk ik: 'stop'”, zegt Christine. Ze is vooral geïnteresseerd in wat de experts komende zondag te vertellen zullen hebben in het halfrond. “Ik wil er alles over horen en dan zal ik wel zien wat ik ervan vind.”
Omwille van het onderwerp werd voor deze overlegcommissie een extra criterium toegevoegd bij het samenstellen van het burgerpanel: de toegang tot internet. Twee van de 45 deelnemers hebben geen internetaansluiting. Ook taal speelde een rol bij de loting. Net als in het parlement zelf is zo’n vijfde van de gelote Brusselaars Nederlandstalig. Of Christine tot de groep van negen Nederlandstaligen behoort, weet ze niet. “Ik ben tweetalig en heb me zowel in het Nederlands als in het Frans ingeschreven.”
‘Vooruitgang’
Wie dat wel zeker weet, is Thi Le, intern auditor bij de federale overheid. “Ik ben hier in 1975 aangekomen en sinds 1980 woon ik in Brussel. Nederlands heb ik in het West-Vlaamse Ingelmunster geleerd. Ik ben hier naar de lagere school, het middelbaar en de universiteit gegaan.” Thi is afgestudeerd als burgerlijk ingenieur. “Daarom ben ik geïnteresseerd in deze overlegcommissie, omdat het over 5G gaat. Ik hoop dat mijn technische kennis kan helpen.”
In tegenstelling tot andere deelnemers heeft Thi wel al een duidelijke mening over 5G, die ze binnen enkele weekends met de andere gelote Brusselaars kan delen. “Ik ben niet geïnteresseerd in politiek, maar in het welzijn van de Brusselaars. Het gaat hier over vooruitgang, over mogelijkheden door snellere communicatie.”
Toch beseft ze dat niet iedereen op dezelfde golflengte zal zitten. “Het is normaal dat mensen nadelen zullen opsommen, maar dat kan tot verbeteringen leiden. Het is goed dat de burger betrokken wordt, anders wordt dit altijd vanuit politiek of economisch standpunt benaderd. Men moet hierover nadenken vanuit het standpunt van de burger.”
Lees meer over: Brussel , Politiek , burgerparticipatie , overlegcommissie , Brussels Parlement