Al ruim tien jaar denkt het Brussels Gewest na over de bouw van een vergistingsinstallatie voor de omvorming van organisch afval tot biogas. Maar ook deze legislatuur wordt de knoop wellicht niet doorgehakt.
Veel studies, geen beslissing: de saga van de vergistingsinstallatie
In het Brussels Gewest wordt een enorme berg tuin- en keukenafval geproduceerd. In totaal gaat het om bijna 200.000 ton per jaar, waarvan het keukenafval – groente- en fruitschillen, vlees-en visresten, brood - het gros vormt.
Ongeveer vier vijfde van het organisch afval belandt in de witte zakken en gaat dus naar de verbrandingsoven. Vanuit ecologisch standpunt is dat zonde. Bij de verbranding komt weliswaar warmte vrij, die omgezet wordt in elektriciteit, maar de CO2-uitstoot van de oven is aanzienlijk. “Bovendien is organisch afval rijk aan fosfor en andere voedingsstoffen die de bodem verbeteren,” zegt Benoît Salsac van Worms, de Brusselse vzw die werkt rond composteren. “Nu wordt het gros van die stoffen gewoon opgebrand, terwijl landbouwers intussen dure chemische meststoffen moeten kopen.”
Slechts een klein deel van het organische afval wordt gerecupereerd, met name via compostering of vergisting. Steeds meer mensen gooien hun groente- en fruitresten in een compostvat in de tuin, in een wormenbak op het terras of op een composthoop in de buurt. Bovendien haalt Net Brussel sinds enkele jaren wekelijks de groene zakken met gras, bladeren, takken en ander tuinafval op. Die gaan, samen met het groenafval uit de parken, naar de industriële compostinstallatie in Vorst. Het composteercentrum verwerkt tegenwoordig ruim 17.000 ton groenafval en zit daarmee aan zijn maximumcapaciteit.
Onder druk van de steeds strenger wordende Europese sorteringsvereisten is Net Brussel begin vorig jaar ook begonnen met de inzameling van de oranje zakken in alle negentien gemeenten. Hierin kunnen de Brusselaars al hun gft-afval kwijt, dus ook voedselresten als vlees, vis en gekookte maaltijden, die niet geschikt zijn voor de compostbak omdat ze ratten kunnen aantrekken of andere onhygiënische toestanden kunnen veroorzaken.
Naar Ieper
Het gebruik van de oranje zak is momenteel niet verplicht en slaat in de ene gemeente al beter aan dan in de andere. Alles tezamen zal dit jaar 8.000 à 10.000 ton worden opgehaald. De zakken worden per vrachtwagen naar de biomethanisatie- oftewel vergistingsinstallatie van Ieper vervoerd, 130 km verderop dus. Daar worden ze omgezet in biogas en meststof. Staatssecretaris van Openbare Netheid Fadila Laanan (PS) hoopt in de toekomst aan 30.000 ton te komen.
Met een eigen vergistingsinstallatie in Brussel zouden de ritten naar Ieper uitgespaard kunnen worden en zou het Gewest tezelfdertijd hernieuwbare energie kunnen produceren, ook een vereiste van Europa.
Toch blijkt de bouw van een biomethanisatiefabriek een moeilijke beslissing, want de Brusselse politici bakkeleien er al meer dan tien jaar over. Eerst was er een hele tijd sprake van om de installatie te bouwen op de site van het composteercentrum in Vorst, maar de regering durfde het niet aan, uit schrik voor mogelijke geurhinder. In 2014 werd de kwestie opnieuw opgenomen in het regeerakkoord, maar vandaag is er nog steeds geen beslissing en ook geen ander plan voor de recuperatie van organisch afval. Niet dat er niets gebeurd is. De parlementsleden van de commissie Leefmilieu en Energie gingen kijken hoe het elders gebeurt, bijvoorbeeld in Rijsel, waar de stadsbussen op biogas afkomstig van organisch afval rijden.
Ook werd vorig jaar met geld van Innoviris de operatie Fosfor opgestart, een project waarbij de vzw Worms, het centrum voor Stadsecologie, de ULB, Leefmilieu Brussel en Net Brussel naar nieuwe alternatieven zoeken voor de valorisatie van organisch afval. Voorts werden er nog meer studies besteld. Momenteel is het wachten op de resultaten van de zoveelste haalbaarheidsstudie. “De laatste,” zo beloofde minister van Leefmilieu en Energie Céline Fremault (CDH) begin vorige maand in de Commissie Leefmilieu en Energie. “Daarna zal de regering moeten beslissen hoe het organische afval gevaloriseerd wordt.”
Haar collega van Openbare Netheid Laanan reageert voorlopig terughoudend op de bouw van een biomethanisatiecentrale. “We moeten heel goed nadenken, er is de kwestie van de geurhinder, er moet een geschikt terrein gevonden worden en de installatie is alleen rendabel als er ook afval uit Vlaanderen en Wallonië wordt ingevoerd.”
"Dit is de laatste studie"
Geschikt terrein
Voor Brussels parlementslid Annemie Maes (Groen) is Laanan ‘dik gebuisd’. “Ze heeft geen visie op het hergebruik van organisch afval. Gewoon alles opstoken en wat energie recupereren, dan is het in orde. Maar dat is zo’n twintigste-eeuwse opvatting.” Volgens Maes is de vergistingsinstallatie er nog steeds niet omdat de PS, die al jaren over het afvalbeheer in Brussel gaat, het tegenhoudt. Ze erkent wel dat een geschikt terrein vinden in een stedelijk gebied met vele noden als Brussel geen sinecure is. “Maar bang zijn voor geurhinder? In Rijsel hebben ze daar een oplossing voor gevonden. Dan moet dat hier toch ook kunnen.” Maes verwacht niet dat de regering na deze ‘laatste’ studie snel zal beslissen. “Ik heb al zoveel beloften gehoord.”
Niet alle ecologisten zijn er nochtans van overtuigd dat een vergistingsfabriek de ideale oplossing is voor Brussel. “Met de huidige hoeveelheden ingezameld organisch afval is een grote, dure fabriek niet te verantwoorden, zegt Swen Ore van het centrum voor Stadsecologie. “Minister Fremault is voorstander omdat het Gewest de Europese vereisten voor hernieuwbare energie moet halen. Maar een grote fabriek zou maar een fractie van alle benodigde energie in het gewest produceren. Is het dan de moeite waard?”
Ook Benoît Salsac van Worms ziet er geen heil in. “Zo’n grote installatie moet, zodra ze er staat, aan de gang gehouden worden, telkens met nieuw afval. Op den duur zou je bijna maïs moeten gaan planten om de machine draaiende te houden. De fabriek heeft ook een flinke CO2-uitstoot en de compost die er, naast het biogas, wordt geproduceerd is van mindere kwaliteit.”
Salsac geeft toe dat in een grote stad buurtcomposten en andere lokale initiatieven wellicht niet volstaan om al het organische afval te verwerken. Hij vindt dat het Brusselse keukenafval buiten Brussel op het platteland verwerkt moet worden, zodat de landbouw er meteen profijt van zou hebben. “In het hinterland dus. Maar dan stuit je in dit land meteen op tal van barrières. Vlaanderen en Wallonië willen niet opgescheept worden met Brussels afval. Jammer. De stad zou opnieuw beter aangesloten moeten zijn op het platteland. Het platteland voedt de stad, maar wie voedt vandaag het platteland?”
Lees ook het aanverwante artikel "Oranje zakken wel/niet verplicht?"
Lees meer over: Brussel , Milieu , biogas , vergistingsinstallatie , Fadila Laanan
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.