De verwarmingsketel is een grote vervuiler, zeker in Brussel, waar er nog heel wat stappen nodig zijn op het vlak van zuinigheid. De gas- en mazoutvraag moet veel sterker dalen dan vandaag om de klimaatdoelstellingen nog te behalen, maar tegelijkertijd is een oplossing zonder gas voorlopig onhaalbaar. Op Batibouw (21 februari-3 maart) stellen verschillende fabikanten hun oplossingen voor aan het grote publiek.
| Alternatieven voor verwarmen met gas en mazout zijn in een dichtbebouwde stad moelijker in te voeren."
Gebouwen zijn goed voor twee derde van de totale uitstoot van broeikasgassen. Toch ontbreekt het België en Brussel aan daadkrachtig beleid, vindt Patrick O, CEO van Viessmann België en vicevoorzitter van sectorfederatie ATTB. “Antwerpen en Brussel koesteren hoge ambities op het vlak van mobiliteit, denk maar aan de invoering van de lage-emissiezone. Maar tegelijkertijd kijkt geen van beide naar een andere zware vervuiler in de stad: de verouderde installaties in gebouwen.”
Eerst het goede nieuws. Op vraag van de gassector bracht het Britse onderzoeksbureau Delta Energy and Environment het Belgische verwarmingslandschap in kaart. Daaruit blijkt dat gas de primaire verwarmingsbron in Brussel is, méér dan in de andere twee gewesten: 77 procent van de Brusselaars verwarmt met gas, 17 procent met stookolie. Bovendien daalt het aandeel van stookolie jaar na jaar ten voordele van gas.
Dat wil niet zeggen dat Brussel op de lauweren mag rusten. Uit hetzelfde onderzoek blijft dat Brussel van de drie gewesten de meest verouderde installaties heeft. “45 procent van de verwarmingstoestellen die in de Brusselse huizen en appartementen hangen, zijn niet efficiënt,” zegt onderzoeker Stephen Harkin van Delta Energy and Environment.
Met andere woorden: er mogen dan al minder stookolieketels zijn, door de verouderde gasketels wordt de milieuwinst al snel tenietgedaan. Want ook bij de verbranding van gas komt CO2 vrij.
De Brusselse regering heeft in juli vorig jaar het Brusselse Klimaatplan goedgekeurd, de Brusselse vertaling van het federale Energiepact. De regering voorziet onder meer in een verbod op de installatie van stookolieketels vanaf 2025. Joke Dockx van Leefmilieu Brussel: “Het gemiddelde verbruik in de Brusselse woningen zal tegen 2050 nog hoogstens 100 kWh primaire energie per vierkante meter per jaar mogen bedragen. Dat komt neer op een zeer goed geïsoleerde woning met een energiezuinig verwarmingstoestel,” zegt Dockx.
Daarom verwacht Harkin tegen 2030 een daling van de gasvraag in Brussel met 20 procent, en zelfs een halvering tegen 2050. Er is immers heel wat laaghangend fruit te plukken door zowel stookolieketels als verouderde gasketels te vervangen door condenserende gastoestellen. Dat is ook voor de gebruiker voordelig en hoeft bovendien niet al te veel geld te kosten. Het resultaat zal snel merkbaar zijn, want een condenserende ketel verbruikt tot 30 procent minder gas, en stoot zo ook minder CO2 uit.
"Brussel voert een lage-emissiezone in, maar kijkt niet naar een andere zware vervuiler: de verouderde installaties in gebouwen"
Premies
Het premiestelsel van Leefmilieu Brussel moet de Brusselaars aanzetten om hun installatie te optimaliseren. In 2017 werden 4.366 premies voor verwarming uitgedeeld: het leeuwendeel (2.470) bestond uit premies voor de plaatsing van een condenserende gasketel, die variëren van 700 tot 1.200 euro. 1.782 mensen vroegen een premie aan om de temperatuurregeling te verbeteren. Volgens Patrick O zijn de energiepremies niet voldoende om echt verandering teweeg te brengen. “In 2011 heeft de federale regering de fiscale belastingvermindering voor condensatieketels afgeschaft. Sindsdien is de markt van condensatieketels als een pudding in elkaar gezakt. Er zijn te weinig flankerende maatregelen. En je kan eigenaren moeilijk verplichtingen opleggen als ze het niet kunnen betalen.”
Volgens de prognose van Delta Energy and Environment zullen ketels op stookolie en niet-condenserende aardgasketels tegen 2050 zo goed als verdwijnen. Maar het mag wel duidelijk zijn dat gas zeker in de komende decennia nog een grote rol zal spelen, zeker in Brussel. Om die reden neemt de Brusselse regering in het Klimaatplan nog geen beslissing over de toekomst van verwarming op gas: er komt eerst een studie naar een mogelijk verbod vanaf 2030. “We zullen gas nog jaren nodig hebben,” zegt Dockx. “Het komt erop aan om gas zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Daarom moeten we zo veel en zo snel mogelijk evolueren naar condenserende ketels en naar hernieuwbare energie.”
“Laat me duidelijk zijn: dit scenario volstaat niet om te voldoen aan de Europese klimaatdoelstellingen,” voegt Harkin eraan toe. “Om de vereiste daling in CO2 te bereiken, zou de gasvraag tegen 2050 niet met 50 procent, maar met 75 procent moeten dalen. Om dat te doen zijn stevige overheidsinterventies vereist. Je moet er ook rekening mee houden dat elke vervuilende ketel die nu geplaatst wordt, een levensduur kent van om en bij de 20 jaar.”
Warmtepompen
Als we niet meer mogen verwarmen met stookolie en liefst ook niet meer met gas, waarmee dan wel? Patrick O legt de klemtoon op een goede isolatie: “De goedkoopste energie is nog altijd de energie die je niet gebruikt.”
Wie toch nog moet verwarmen, kijkt mogelijk naar oplossingen op hernieuwbare energie, met de warmtepomp als bekendste voorbeeld. Dit toestel onttrekt warmte uit de omgeving (lucht of bodem). Toch breken warmtepompen maar moeilijk door in België. De hoge elektriciteitsprijzen spelen daarin een rol: elektriciteit is vijf keer zo duur als gas en een warmtepomp draait op elektriciteit. “Het eerste wat zou moeten gebeuren, is de heffingen op elektriciteit verschuiven naar de fossiele brandstoffen. Stookolie kent de hoogste CO2-uitstoot, maar wordt vandaag het minste belast,” zegt O.
In Brussel ligt het verhaal van de warmtepomp nog moeilijker door de vele appartementsgebouwen. De meeste warmtepompen hebben veel ruimte nodig, en soms zelfs diepe putboringen (in het geval van geothermie). Bovendien hebben ze alleen een hoog rendement wanneer de warmtebehoefte laag is, dus in woningen die al goed geïsoleerd zijn en vloerverwarming hebben.
Ook daar knelt in Brussel het schoentje. “Een warmtepomp is heel interessant in nieuwbouw, maar niet rendabel in een standaardrenovatieproject,” zegt Patrick O. “Zelfs al krijg je de hoge installatiekosten naar omlaag met behulp van premies, dan nog krijg je nooit aan het publiek uitgelegd dat het verbruik meer kost dan dat van een gewone gasketel.”
Het aantal premies dat Leefmilieu Brussel uitkeert voor warmtepompen is voorlopig dan ook verwaarloosbaar. Toch gelooft Leefmilieu Brussel in het potentieel van warmtepompen. In verschillende grote kantoorgebouwen wordt de techniek vandaag al toegepast. “Ook voor bestaande woningen wordt de techniek interessanter aangezien de technologie performanter wordt. Ook hebben sommige toestellen, zoals lucht/lucht-warmtepompen, minder ruimte nodig,” aldus Dockx. Projecten zoals die aan de Van Hoordestraat in Schaarbeek en de Léon Cuissezstraat in Elsene zijn mooie voorbeelden.
Ook warmtenetten – waarbij restwarmte van fabrieken gebruikt wordt om, via een ondergrondse circulatieleiding, huizen te verwarmen – bieden opportuniteiten. In Scandinavië zijn warmtenetten gemeengoed, en in de Antwerpse wijk Nieuw Zuid wordt ermee geëxperimenteerd. Patrick O ziet potentieel, maar Harkin heeft zijn twijfels: “Een warmtenet is niet vanzelfsprekend in een dichtbebouwde stad als Brussel, en vraagt hoge investeringen.” In het Brussels Gewest zijn, behalve voorzichtig studiewerk, nog geen grote stappen in de richting van warmtenetten gezet.
Split incentive
Een andere uitdaging speelt zich af op de huurmarkt: het zogenaamde ‘split incentive’-probleem. De huurder heeft het meeste baat bij een energiezuinige verwarmingsinstallatie - hij betaalt voor het verbruik - maar het is de verhuurder die de kosten van de installatie moet dragen. Hetzelfde probleem stelt zich in appartementsgebouwen, waar meerdere eigenaren samen beslissingen moeten nemen. “In Duitsland, worden de verhuurders daarom verplicht om bepaalde energiezuinige maatregelen te treffen,” merkt Harkin op.
In Brussel maken eigenaars van appartementen aanspraak op het hoogste premiestelsel, dat normaal gezien enkel van toepassing is op mensen met een lager inkomen, voor de uitvoering van de prioritaire energiebesparende werken. “En natuurlijk geeft het wettelijk verplichte EPB-certificaat de toekomstige huurder een idee van zijn toekomstige energielasten,” zegt Joke Dockx.
“Jammer genoeg kijken huurders en kopers nog altijd niet genoeg naar dat certificaat. Een zuidgerichte ligging en comfortabel appartement zijn natuurlijk belangrijke factoren bij de keuze voor een appartement, maar het energiepeil zou dat ook moeten zijn.”
Luchtkwaliteit
Lees meer over: Brussel , Milieu , Luchtkwaliteit , luchtkwaliteit , luchtvervuiling , aardgas , mazout , klimaat
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.