Of het nu is om een rijvak te verleggen, een fietsstrook af te bakenen, het wildparkeren te beletten of terreuracties te bestrijden, steeds vaker grijpt de overheid naar dat ene foeilelijke middel: het betonblok. De stad ligt er ondertussen mee bezaaid.
| Anspachlaan.
Lees ook: Soap 'Doodskaai': betonblokken zijn weg
Betonspecialisten onderscheiden twee types: de Legio, een uit de kluiten gewassen betonvariant van het klassieke Legoblokje, en de New Jersey, een betonblok met het profiel van een omgekeerde Y.
Brussel gaat voluit voor de Jersey. Het in beton gegoten ding bestaat in verschillende maten en vormvarianten, maar meet doorgaans een meter op zeventig cm en weegt rond de vijfhonderd kilo. De kleur is meestal grijs, in alle schakeringen, van vers betongrijs tot viezig grauw. Maar soms is het beschilderd in wit of geel. Of wordt het gepimpt met hippe kleurtjes, roze en appelblauwzeegroen, zoals in de voetgangerszone.
De opstelling is gevarieerd: soms staan ze netjes in het gelid, soms schots en scheef alsof ze van de vrachtwagen zijn gevallen.
Het betonblok begint steeds meer deel uit te maken van het stadsmeubilair
Eén ding hebben de betonblokken gemeen: ze dragen niet meteen bij tot de esthetiek van de stad, wel integendeel.
De New Jersey, afgekort tot Jersey, komt uit Amerika. Hij werd in de jaren vijftig in de staat New Jersey ontworpen om op autosnelwegen de middenberm te markeren. Met zijn bijzondere vorm moest de New Jersey safety barrier, zoals hij genoemd werd, verhinderen dat wegschietende auto’s op het andere rijvak zouden belanden, en er tezelfdertijd voor zorgen dat de wagens niet al te veel schade opliepen.
Begin jaren zeventig dook de Jersey voor het eerst op in Europa, met name in ons land. Ook hier werd het betonblok ingezet op de snelwegen, als aanvulling op de stalen vangrails, die veel onderhoud vergden.
Vandaag worden de betonblokken nog steeds op de autosnelwegen geplaatst. Ook worden ze bij alle mogelijke wegwerkzaamheden gebruikt, om de werf af te schermen of de rijbaan te verleggen. Maar ze hebben er in de loop van de tijd een heleboel functies bij gekregen: een fietsstrook afscheiden, beletten dat auto’s te snel rijden, wildparkeren verhinderen, de toegang tot een weg afsluiten.
Dat zou allemaal ook kunnen gebeuren met de veel elegantere groene paaltjes, maar als het snel moet gaan of tijdelijk is, blijkt het veel makkelijker om een stel Jerseys neer te plempen.
Tijdelijk kan in een stad als Brussel echter heel lang duren of zelfs permanent worden.
Het betonblok begint steeds meer deel uit te maken van het stadsmeubilair. Na afloop van wegwerkzaamheden blijven er vaak een paar blokken rondslingeren, die dan vervuilen en afbrokkelen of beklad worden met graffiti. En tijdelijke oplossingen worden definitief: zie de fietsstrook op de Jubelfeestbrug of de snelheidsbrekende blokken in de Dikkelindelaan in Laken.
Terreurgeweld
Sinds de aanslagen, in het bijzonder die in Nice, steeg de betonnen monoliet in populariteit. Hij wordt graag ingezet als bescherming tegen terreurgeweld. Brussel probeert, net zoals andere Europese steden, aanslagen met voertuigen te verhinderen door druk bezochte pleinen en trottoirs met Jerseys af te perken.
De stad is het afgelopen anderhalf jaar overspoeld geraakt met betonblokken. Tot grote wanhoop van de hulpdiensten. In het Dudenpark staan ze, in en om de Brusselse treinstations en ook aan het Muntplein en in de Nieuwstraat, hoewel de blokken in de Nieuwstraat al wat naar de kant zijn geschoven. Een autobestuurder met slechte intenties kan er makkelijk langs.
Een stad als Leuven doet overigens niet mee aan die blokkenmanie. De eigenzinnige burgemeester Tobback weigert van zijn stad een vesting te maken.
Of de betonblokken terreurdaden met zware voertuigen zullen verhinderen, is nog maar de vraag. Tests in Duitsland toonden vorig jaar aan dat een vrachtwagen die frontaal inrijdt op een Jersey, het blok gewoon aan diggelen rijdt.
Of de jerseys terreurdaden met zware voertuigen zullen verhinderen, is nog maar de vraag
Dat zegt ook Filip Bauters, een slimme ondernemer uit het Oost-Vlaamse Wichelen, die vorig jaar een nieuw product op de markt bracht: de Wiblocs. Die zijn volgens Bauters veel sterker dan de ‘zwakke’ Jerseys. “Een hemelsbreed verschil,” zegt hij. “Onze Wiblocs zijn van gewapend beton, wegen ruim 1.700 kilo en worden als een puzzel in elkaar gehaakt, zodat ze meer weerstand bieden. Bovendien kunnen wij een stalen poort meeleveren die ertussen kan worden geplaatst, zodat de ordediensten kunnen passeren.”
Het verschil in sterkte en kwaliteit laat zich vanzelfsprekend voelen in de prijs. De Wiblocs kosten vijfhonderd euro per stuk, een pak meer dan een ordinaire Jersey, die al voor een euro of zestig beschikbaar is. En hoewel ze volgens Bauters opgetooid kunnen worden met een bloembak, blijven het banale blokken van beton.
Bij het Atomium staat intussen een puzzelmuur van Wiblocs. Ook de gemeente Sint-Gillis kocht ze aan om er op zondag de Zuidmarkt mee te beveiligen. Maar voorlopig blijven ze ongebruikt, omdat het te veel gedoe is om de loodzware blokken elk weekend neer te zetten en weer op te ruimen, en er nog geen besluit is genomen om ook de stalen poorten te kopen zodat ze permanent (!) kunnen blijven staan.
En dus liggen ze nu doelloos en rommelig op het stationsplein aan de Frankrijkstraat, te midden van een resem andersoortige blokken en paaltjes. Alsof iemand ergens hoog in de hemel pardoes zijn blokkendoos heeft omgekieperd op het plein.
Voor nog meer betonblokken:
www.instagram.com/mercyforthebrusselsjerseys/
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , Samenleving , jerseys , betonblokken , beton
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.