Brusselse leerlingen gaan vaker te voet of met fiets naar school

Steeds meer leerlingen komen met de fiets of gaan te voet naar school blijkt uit cijfers van Brussel Mobiliteit. "Dat zorgt voor meer autonomie en een betere gezondheid bij de kinderen", zegt Brussels minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen).

Vandaag komt 64 procent van de leerlingen in het basisonderwijs en 87 procent in het secundair onderwijs op een andere manier dan met de auto naar school. In vergelijking met 2020 is dat een lichte stijging van de "actieve vervoerwijzen". Zo nam het aandeel fietsers toe met 1 procent en komt een half procent meer van de leerlingen te voet naar school. Daartegenover staat een daling in het gebruik van de auto met 2 procent.

Er blijft echter hard gewerkt worden rond actieve mobiliteit. Dat heeft volgens Van den Brandt voordelen voor de volksgezondheid, de luchtkwaliteit, de verkeersveiligheid en uiteindelijk ook leefbaarheid in Brussel. "Sensibilisering op vlak van actieve verplaatsingen kunnen, net als het veiliger maken van de schoolomgevingen, zorgen voor een positief domino-effect", legt Van den Brandt uit.

Schoolvervoerplannen

Een derde van de scholen in het gewest werkt volgens Van den Brandt op een gestructureerde manier rond actieve mobiliteit en verkeersveiligheid. Op een totaal van 800 scholen zijn er momenteel 276 scholen betrokken bij de schoolvervoerplannen. Die moeten scholen helpen om te komen tot meer actieve en veilige verplaatsingen, voor leerlingen, hun ouders en het schoolpersoneel.

In het kader van de schoolvervoerplannen biedt Brussel Mobiliteit rechtstreekse ondersteuning aan scholen door fiets- en stepstallingen, fietsen, helmen, opleidingen en activiteiten ter beschikking te stellen. Nieuw dit jaar is dat Brussel Mobiliteit ook een “leerprogramma” heeft ontwikkeld voor de ondersteuning van leerkrachten van kleuter- en lagere scholen om hun leerlingen te leren stappen en fietsen in de stad.

Concreet gaat het om educatieve wandel- en fietskits die bestaan uit een pedagogische handleiding voor de leerkrachten, een controle-fiche, een zelfevaluatieblad en kaartjes om de ouders op de hoogte te houden van de vorderingen van hun kinderen.