Autodeelsysteem DriveNow geraakt maar niet op dreef in Brussel. Dat blijkt uit cijfers die De Tijd publiceert. De dienst is een pak duurder dan een paar van zijn Brusselse concurrenten, maar volgens de CEO ligt de schuld vooral bij de Belgische bedrijfswagencultuur.
© DriveNow
| DriveNow-CEO Christian Lambert (l.) met Brussels mobiliteitsminister Pascal Smet (archiefbeeld)
DriveNow raakt niet uit rode cijfers in Brussel
Na twee jaar zit DriveNow in Brussel nog steeds in rode cijfers en de break-even is nog lang niet in zicht. 26.000 Brusselaars gebruiken de driehonderd BMW’s en Mini’s om te freefloaten (vrij rondrijden en parkeren) doorheen het gewest. Om rendabel te zijn, zouden dat 60.000 klanten moeten zijn.
Gevolg is een verlies in Brussel van meer dan 2 miljoen euro in 2016, en meer dan 3 miljoen vorig jaar. In Stockholm haalde de dienst ook een tijdlang slechte cijfers en werd hij daarom stopgezet.
Toch gelooft CEO Christian Lambert van DriveNow Brussel er nog in. Hij hoopt dat zijn bedrijf binnen drie jaar toch rendabel wordt, zegt hij in De Tijd.
In een vergelijking van de vijf grote Brusselse autodeelsystemen door BRUZZ komt DriveNow er als duurste uit. Sommige spelers zoals Cambio of Zencar zijn beduidend goedkoper, grotendeels omdat ze niet werken met het freefloating-systeem.
Toch is de hoge prijs volgens Lambert niet de grondreden voor het trage succes. Het zou liggen aan de Belgische bedrijfswagencultuur en het slecht uitgewerkte mobiliteitsbudget, besluit de CEO.
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , Economie , DriveNow , autodelen , free floating
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.