20220307curieuzenair De Generaal Jacqueslaan in Etterbeek

Half miljoen auto's in Brussel, maar vooral in de randwijken

Eva Christiaens
© BRUZZ
22/09/2022

Hoe verder weg van het centrum, hoe vaker gezinnen een auto hebben. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van Brussels statistiekbureau Bisa. Waar in de Vijfhoek maar een kwart van de gezinnen een eigen auto heeft, is dat in de Brusselse rand ruim drie keer zoveel. “Met beter openbaar vervoer kan je het grensverschil verkleinen,” zeggen de onderzoekers.

De gegevens komen van Statbel, dat de inschrijvingen van voertuigen koppelde aan het Rijksregister en fiscale aangiftes. Het gaat telkens om cijfers voor het jaar 2019.

Van de bijna zes miljoen ingeschreven auto’s in België waren er toen net geen half miljoen van Brusselaars. De meerderheid, zo’n 60 procent, zijn privéwagens. De rest staat op naam van een bedrijf, hetzij als dienstwagen, hetzij voor werknemers. Zo is een tiende van alle auto’s in Brussel een salariswagen. Een onderschatting, zegt Bisa, omdat fiscale aangiftes van bedrijfswagens niet altijd volledig zijn. Maar procentueel komt het cijfer wel overeen met het aantal salariswagens in het hele land.

Hogere inkomens, meer auto's

Binnen Brussel zijn de verhoudingen meer uiteenlopend. Naarmate iemand verder van de Grote Markt woont, zal die vaker een eigen auto hebben. Binnen de Vijfhoek heeft maar een kwart van de gezinnen een auto en zijn er amper bedrijfswagens. In de eerste kroon (*) heeft al zo’n 38 procent van de gezinnen een auto, in de tweede kroon al ruim de helft. Ga je nog verder, tot net over de grens met Vlaanderen, dan heeft gemiddeld zo’n acht op de tien gezinnen een eigen auto. In sommige buurten van de Brusselse rand is dat zelfs voor 96 procent van de gezinnen zo. Het Bisa spreekt over een echt ‘grenseffect’.

(*) Eerste kroon, tweede kroon?

  • De eerste kroon is de zone tussen de Kleine Ring en de Middenring. Die bestaat uit grote lanen zoals de Auguste Reyerslaan en Generaal Wahislaan in het oosten, de Churchilllaan in het zuiden en de spoorwegen in het westen.
  • De tweede kroon is de hele zone tussen de Middenring en de gewestgrens met Vlaanderen.
  • De onmiddellijke Brusselse rand is de hele zone in een straal van 2 kilometer rond het Brussels Gewest.

“Dat grenseffect hangt duidelijk samen met het inkomen,” zegt socioloog Thomas Ermans, mede-auteur van de studie. “In de Brusselse rand liggen de inkomens hoger, hebben gezinnen vaak kinderen en zijn er ook veel mensen van boven de 65 jaar met een auto.” In bijna geen enkele Brusselse wijk vind je dezelfde percentages autobezit als in de stadsrand, blijkt uit de analyse.

Terwijl binnen de Vijfhoek maar drie procent van de gezinnen meerdere wagens heeft, is dat net over de grens met Vlaanderen veertig procent. Gezinnen in de Brusselse rand hebben ook vaker bedrijfswagens: ruim een zesde van de gezinnen rijdt ermee rond. Ter vergelijking, in heel België is dat maar een tiende en in Brussel nog minder. (Lees verder onder de kaart)

Geografie van het autobezit in Brussel en onmiddellijke rand Links aantal huishoudens met één of meer auto's Rechts aantal huishoudens met twee of meer auto's

| Geografie van het autobezit in Brussel en onmiddellijke rand. Links het aantal huishoudens met één of meer auto's, rechts het aantal huishoudens met twee of meer auto's.

Toch zijn er ook grote verschillen binnen Brussel. In de eerste kroon, bijvoorbeeld, is het autobezit vooral laag in de wijken Matonge, Flagey, Laag-Schaarbeek en Laag-Sint-Gillis. Daar heeft minder dan een derde van alle gezinnen een auto, gelijkaardig aan de Vijfhoek dus. In de westelijke wijken van die kroon, zoals Molenbeek en een deel van Anderlecht, hebben gezinnen wel vaker een auto: een derde tot de helft is ermee uitgerust. Het zijn wel minder vaak bedrijfswagens. De uitzondering zijn inwoners van de nieuwe wijken aan Thurn & Taxis, met relatief veel bedrijfswagens.

Dichte wijken, minder auto's

In de tweede kroon wonen de autobezitters wat vaker in het zuidoosten van Brussel. Tot een zesde van de gezinnen heeft daar ook een bedrijfswagen. Tenslotte ligt het autobezit duidelijk lager in sociale woonwijken en in studentenbuurten. Ook langs grote steenwegen, zoals de Wayezstraat maar evengoed de Alsembergsesteenweg, hebben bewoners minder vaak een auto.

"In dichte wijken is er een betere toegang tot ziekenhuizen, scholen en winkels op korte afstand en via openbaar vervoer"

Thomas Ermans, onderzoeker Bisa

Als algemene regel lijkt autobezit vooral lager in dichtbevolkte wijken. “In die wijken zijn vaker verkeersopstoppingen en is parkeren moeilijk, wat de keuze om geen auto te kopen mee kan verklaren,” zegt Ermans. “Er is ook een betere toegang tot ziekenhuizen, scholen en winkels op korte afstand en via openbaar vervoer.” En het aanbod van deelauto’s kan in die wijken hoger liggen, zegt Ermans.

Om het ‘grenseffect’ met Vlaanderen te verlichten, pleiten de onderzoekers voor beter openbaar vervoer. “De verbindingen tussen Brussel en de rand zijn niet zo goed als ze zouden kunnen zijn,” zegt Ermans. “Als je die verbetert, kan je het grensverschil verkleinen en misschien ook het gemotoriseerd verkeer in de rand verlagen.”

Typologie van het autobezit in Brussel en onmiddellijke rand per groep_(c)_Statbel DIV-RR-BelcoTax, 2019, berekeningen BISA

| Typologie van het autobezit van de huishoudens in Brussel en onmiddellijke rand per groep.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , autobezit , auto's , BISA , Thomas Ermans

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni