Nog steeds geen oplossing voor Jump

Begin september haalde Uber zijn elektrische Jump-deelfietsen weg uit vier gemeenten wegens vandalisme. Een oplossing is niet meteen in zicht, maar het Gewest plant wel overleg met deelstep- en deelfietsbedrijven en de gemeenten.

In juli breidde Uber het gebied waarin de elektrische Jump-deelfietsen opereren uit naar Anderlecht, Koekelberg, Molenbeek en Laken. Amper twee maanden later haalde het bedrijf de fietsen weg uit die gemeenten. “We kunnen de veiligheid van ons team en onze fietsen niet garanderen”, klonk het begin september. Vooral het vandalisme bleek problematisch te zijn.

"In die gemeenten is het vandalisme er vier keer erger dan het gemiddelde", meende Brussels parlementslid Aurélie Czekalski (MR) tijdens de commissie Mobiliteit. Volgens Isabelle Emmery (PS) draagt ook Jump een deel van de verantwoordelijkheid. "De fietsen die Jump in Brussel heeft zijn niet de meest robuuste fietsen en het gebruik van een fietsslot wordt niet verplicht door het bedrijf", aldus het PS-parlementslid.

Volgens haar spelen economische factoren bovendien een grotere rol. "Uber volgt een kapitalistisch model en is actief waar het bedrijf meer winst kan maken", klonk het nog. "De deelfietsen zijn bovendien duur. Voor een rit van Klein Eiland naar Madou betaal je meer dan tien euro. Dat is teveel."

Overleg

Hoe dan ook is er niet meteen een oplossing in zicht voor Jump. "Uiteraard hebben we regelmatig contact met Jump en andere operatoren", zei bevoegd minister Elke Van den Brandt (Groen). Jump bracht het Gewest overigens pas twee dagen voor haar terugtrekking uit die vier gemeenten op de hoogte.

Op 17 oktober plant de minister een overlegmoment. Daarbij worden deelstep- en deelfietsbedrijven betrokken, net als de negentien schepenen van Mobiliteit en de zes politiezones. De bedoeling is om samen afspraken te maken. "We moeten erover waken dat de deelsteps en deelfietsen toegankelijk blijven voor iedereen", zei Van den Brandt nog.