Ook Voka wil snelle mobiliteitsomslag: 'Maar vergeet pendelaars niet'

Meer fietspaden, woonerven en een vervroegde sluiting van de Leopold II-tunnel. De coronacrisis zorgt nu al voor een sterk veranderde mobiliteit in Brussel, maar werkgeversorganisatie Voka Metropolitan hoopt dat het beleid de pendelaars niet vergeet. "Je kan geen groen paradijs bouwen op een economisch kerkhof.”

De Brusselse ondernemersorganisatie noemt de beslissing om de werken aan de Leopold II-tunnel nu al te starten, wel degelijk verstandig. “Het is geen slecht plan om de komende weken of maanden, zolang corona nog volop woedt, gebruik te maken van de luwe verkeersperiode voor de werken aan de tunnel”, zegt directeur Jan Van Doren van Voka Metropolitan. “Ook hebben we begrip voor de wens om meer ruimte vrij te maken voor fietsers en voetgangers.”

Al mag het beleid niet enkel om die laatste draaien, vindt Van Doren: “We mogen niet vergeten dat de vele pendelaars de economie in Brussel doen draaien. Als die draait, is dat ook goed voor de Brusselaars zelf, voor hun inkomen en hun job. Je kan geen groen paradijs bouwen op een economisch kerkhof."

Hij pleit voor meer investeringen in een globale aanpak voor mobiliteit, dus voor alle vervoerstypes."Misbruik de coronacrisis niet om eenzijdige maatregelen door te duwen die de bereikbaarheid van Brussel onder druk zetten. Belangrijke verkeersaders vernauwen, zonder tegelijk alternatieven te verzekeren, gaat de heropstart van de economie in Brussel bemoeilijken.”

Symbool van de Brusselse mobiliteitsomslag sinds de coronacrisis is bijvoorbeeld de extra fietsstrook in de Wetstraat, waarvoor één rijvak moest sneuvelen.

Overleg

De ondernemersorganisatie heeft daarom drie aandachtspunten voor de Brusselse én Vlaamse regering. Ze vragen duidelijke communicatie voor pendelaars over alternatieve invalswegen, een continue monitoring van de files - zodat de werken eventueel kunnen worden bijgestuurd -, en regelmatig overleg tussen de regering en het bedrijfsleven.

“Dit is een oproep naar zowel de Vlaamse als Brusselse regering”, zegt Van Doren tenslotte. “Beide gewesten hebben elk hun eigen projecten in de planning. Wel, tijd om nu spijkers met koppen te slaan en die plannen snel te realiseren.”

Van Doren denkt aan meer fietssnelwegen, maar ook aan versterkt openbare vervoer in en rond Brussel, zoals het Brabantnet of nieuwe tramlijnen, en overstapparkings aan de rand van de stad.

Woonerven

Bas De Geus, mobiliteitsexpert aan de VUB, noemt de reactie van Voka onlogisch. "Brussel is aan het dichtslibben. Dat ligt niet aan de fiets of de voetgangers, maar omdat er te veel auto's zijn."

Ook Sabine Miedema, experte kindvriendelijke ruimte, vindt dat de coronacrisis net aantoont "waarom Brussel dringend moet beginnen aan autoluwe straten". "In de straten van Molenbeek zijn bijna geen kinderen te zien, terwijl een vijfde van de inwoners kinderen zijn. Waar zijn ze? We moeten hen uit hun kot trekken door ontmoeting en spel centraal te stellen. Dat doe je niet enkel door straten af te sluiten, maar door ervoor te zorgen dat kinderen zich veilig voelen."