Website voor werfhinder na paasvakantie eindelijk publiek toegankelijk

Osiris, de applicatie waarop alle wegwerkzaamheden van het Brussels Gewest gebundeld worden, wordt na de paasvakantie voor iedereen toegankelijk. De applicatie moest eigenlijk in 2014 al openbaar zijn, maar het project heeft een vertraging van vier jaar opgelopen. Dat blijkt uit een vraag van Carla Dejonghe (Open VLD) aan minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A)

In 2014 kondigde toenmalig minister van Mobiliteit Brigitte Grouwels (CD&V) de nieuwe applicatie aan. De bedoeling van Osiris was om de coördinatie tussen werven te verbeteren en zo de hinder te doen afnemen. Ook burgers zouden de database kunnen raadplegen.

Vier jaar later is dat laatste nog altijd niet mogelijk. De website is enkel toegankelijk voor zogenaamde ‘institutionele verzoekers’ zoals aannemers.

'Kinderziektes'

Osiris is een gedeeld bevoegdheid van minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) en staatssecretaris van Informatica en Digitalisering Bianca Debaets (CD&V).

“De eerste twee jaren na de lancering van de applicatie hebben we gebruikt om iedereen vertrouwd te maken met de site. Daarnaast moesten we ook enkele kinderziektes verhelpen,” laat het kabinet-Smet, dat bevoegd is door de omkadering van het project, weten. “In 2016 is er een opdracht gelanceerd voor de verdere ontwikkeling van Osiris. Daar werd 3 miljoen euro voor vrijgemaakt.”

Debaets, die bevoegd is voor de ontwikkelaar van de site, laat weten dat Osiris na de paasvakantie voor iedereen toegankelijk wordt. “We hebben net enkele tests gedaan waar we nog problemen zijn tegengekomen,” aldus een woordvoerder. “Door die bugs is het project inderdaad een beetje vertraagd.”

'Positief, maar hopelijk ook gebruiksvriendelijk'

“Ik ben blij dat ook de burgers binnenkort toegang hebben tot Osiris,” reageert Carla Dejonghe (Open VLD). “Het blijft wel spijtig dat de plannen die werden goedgekeurd om de applicatie publiek toegankelijk te maken, niet meteen geleid hebben tot resultaat. Zeker omdat er zoveel geld in werd gepompt.”

Het project heeft in totaal 4,7 miljoen euro gekost.