Cocof vecht extra voorrang voor Nederlandstaligen in Vlaams onderwijs aan

De Franse Gemeenschapscommissie in Brussel, de Cocof, dient een belangenconflict in tegen het Vlaams inschrijvingsdecreet. Het nog goed te keuren decreet geeft een nog grotere voorrang voor Nederlandstaligen in basis en secundair dan voorheen. "Kan niet", vindt Cocof-parlementslid Caroline Désir (PS). "Dit legt alle druk bij het Franstalig onderwijs."

De ‘liberté du père de famille’ bepaalt dat iedereen in Brussel vrij is om zijn of haar kinderen naar het Franstalige of Nederlandstalige onderwijs te sturen. Omdat het Nederlandstalige onderwijs de laatste twee decennia zwaar onder druk kwam te staan door een instroom van anderstaligen zijn er specifieke voorrangsregels uitgevaardigd: voor kansengroepen, maar ook voor Nederlandstaligen. Die hebben vandaag voorrang tot 55 procent van de plaatsen in het Nederlandstalig basisonderwijs.

In september kondigde de Vlaamse regering een conceptnota aan die de weg moet voorbereiden voor een nieuwe inschrijvingsdecreet. Dat bepaalt onder meer dat Nederlandstaligen in Brussel vanaf volgend jaar tot 65 procent van de plaatsen voorrang kunnen krijgen. In het secundaire onderwijs stijgt de voorrang voor kinderen die negen jaar lang het basisonderwijs in het Nederlands hebben gevolgd met 15 procent.

Het nieuwe decreet wordt normaal volgende week in de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement goedgekeurd.

Veel leerlingen Nederlands- noch Franstalig

PS-parlementslid Caroline Désir wacht daar niet op om het verzet tegen de nieuwe voorrangsregels aan te voeren. Zij diende vandaag een motie in het parlement van de Cocof in.

“Brussel kampt met een demografische boom die zich nu ook doorzet in het secundair onderwijs", zegt ze aan BRUZZ. "Tegen 2025 worden 20.000 extra leerlingen verwacht. Als Vlaanderen in Brussel meer en meer plaatsen voorbehoudt voor Nederlandstaligen komt de druk op het Franstalige onderwijs terecht. Wij kennen geen voorrangsregels. Vergeet niet dat steeds meer leerlingen noch Franstalig, noch Nederlandstalig zijn.”

'Geen communautaire oorlog'

Désirs motie is zopas unaniem goedgekeurd, waarmee het belangenconflict wordt ingeroepen. Désir benadrukt dat ze niet uit is op een communautaire oorlog. “We respecteren de Vlaamse regelgeving, maar de voorrangsregels kunnen voor ons niet door beugel.”

Volgens Désir ligt de argumentatie van de Cocof in de lijn van de limiet die het Grondwettelijk Hof eerder al afbakende, en de opmerkingen van de Raad van State op het nieuwe decreet.

Het belangenconflict zorgt voor een bevriezing van de situatie van zestig dagen.