Kunstinstituut a.pass wil dat Weyts beslissing stopzetting financiering herziet

Vorige week besliste de Vlaamse regering om het Brusselse kunstinstituut a.pass over twee jaar niet langer te financieren met een eigen beheersovereenkomst. Volgens Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) monden de subsidies niet uit in een unieke meerwaarde. A.pass is het daar niet mee eens en roept de minister op om zijn beslissing te herzien.

Vlaanderen subsidieert vijf hogere kunstinstituten: Het Brusselse Advanced Performance And Scenography Studies (a.pass), het HISK (Hoger Instituut voor Schone Kunsten), de International Opera Academy (IOA), het Orpheusinstituut en de Performing Arts Research and Training Studios (PARTS) in Brussel. Een onafhankelijke doorlichting resulteerde in een "uitstekende evaluatie" van die drie laatste creatieve opleidingen. Hun werking wordt de komende vijf jaar gegarandeerd met een nieuwe beheersovereenkomst.

HISK en a.pass zullen daarentegen geen subsidies meer krijgen. A.pass krijgt zo’n 475.000 euro per jaar, maar volgens Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts monden die subsidies niet uit in een unieke meerwaarde.

"De evaluatiecommissie heeft belangrijke tekortkomingen vastgesteld en adviseert dat deze instituten nauwer gaan samenwerken met andere instellingen," klonk het eerder bij het kabinet van Weyts. "De kostprijs per student ligt bij a.pass en HISK erg hoog, terwijl er sinds de oprichting van de Schools of Arts eigenlijk geen echte nood meer is aan losstaande instituten wanneer ze geen unieke meerwaarde hebben."

Wel positief geëvalueerd

Volgens a.pass werd het kunstinstituut wel positief geëvalueerd. Dat bevestigen leden van de evaluatiecommissie An Vandermeulen en Mira Sanders. Ze zouden een inhoudelijk advies geschreven hebben “dat a.pass met een goed tot zeer goed rapport richting een toekomst loodst, waarbij een stopzetting van subsidiëring nooit ter sprake is gekomen en voor ons nooit op de agenda stond.” Ze zijn dan ook “verbaasd en teleurgesteld dat de minister dit gunstige advies naast zich neer heeft gelegd.”

Volgens a.pass is heeft het instituut een belangrijke positie op gebied van artistiek onderzoek en heeft het dus wel een unieke meerwaarde. “Zowel binnen de kunsten als binnen educatie wordt de unieke waarde van a.pass breed erkend. Een groot aantal alumni van a.pass bekleedt prominente posities in het professionele kunstenveld en de academische wereld, zowel in België als in het buitenland,” reageert het instituut in een persbericht.

Minister Weyts reageerde vandaag in de Commissie Onderwijs dat hij niet over één nacht ijs is gegaan. “Er zijn naast de evaluatie van de commissie ook werkbezoeken geweest, met de betrokken regeringscommissarissen. De regeringscommissarissen hebben voor alle vijf instituten de sterktes én de zwaktes in kaart gebracht.”

Daarnaast stelt Weyts zich de vraag of de financiële steun voor de instellingen wel vanuit Onderwijs moet komen. “Het HISK biedt meer een kunstenprogramma dan een onderwijsprogramma. A.pass focust meer op onderzoek. Beide instituten hebben een toekomst voor zich, maar dan naar alle waarschijnlijkheid binnen de schoot van een grotere instelling."

Er studeren zowat twintig studenten aan a.pass. Die studenten kunnen nog afstuderen binnen het huidige systeem. Vlaanderen zal daarvoor nog twee jaar de middelen voorzien. Minister Weyts stelt voor dat het instituut daarna moet inkantelen in een grotere kunstschool. “En dat terwijl het hoger kunstonderwijs nu al structureel ondergefinancierd wordt,” zegt Frederik Le Roy, lid van de raad van bestuur van a.pass en docent aan KASK & Conservatorium. “De minister tekent daarmee in wezen het doodvonnis van a.pass.”