Op 1 september start voor alle Belgische leerlingen het nieuwe schooljaar, en dat is niet anders voor wie nog maar net in ons land verblijft. Wereldwijd geniet minder dan de helft van de minderjarige vluchtelingen onderwijs. Maar dat is niet het geval in ons land, verzekeren vluchtelingenorganisaties.
Ook voor vluchtelingen begint het schooljaar
Op dit moment verblijven 5.765 kinderen in de opvangcentra van Fedasil, en die starten deze week zonder uitzondering aan één van onze Belgische scholen. Zo’n 2.600 jongeren volgen dit schooljaar les in het secundair onderwijs, 2.090 kinderen komen terecht in het basisonderwijs en 1.080 leerlingen trekken naar de kleuterschool.
“Ieder kind kan en mag ingeschreven worden op school, ongeacht hun verblijfsstatuut”, benadrukt het Vlaams Agentschap voor Onderwijs. Ook kinderen en jongeren die nog geen asielaanvraag deden en hier illegaal verblijven, konden dus in België op 1 september mee starten op de schoolbanken.
Tien voor taal
Maar liefst één op de drie personen in onze asielcentra zijn minderjarig, en het aantal niet-begeleide minderjarige vluchtelingen blijft de laatste jaren stijgen. Niet-begeleide minderjarigen brengen eerst enkele weken in een observatie- en oriëntatiecentrum door, tot er een voogd is gevonden. Vervolgens kunnen ze ook instromen in een OKAN-traject (Onthaalklas voor Anderstalige Kinderen) of een reguliere klas.
"Elk kind start in principe in een OKAN-klas”, vertelt Johan Vangenechten van Minor Ndako, dat sinds 2002 niet-begeleide minderjarigen opvangt. Dat jaar begonnen zij met de begeleiding van enkele kinderen van transitmigranten. “In die OKAN-klas leren ze allereerst de taal, zodat ze de andere lessen kunnen begrijpen. Maar ook andere basiscompetenties zoals wiskunde of geschiedenis worden getest. Na een jaar OKAN krijgen ze een attest mee dat aangeeft welk jaar en richting het best aansluit bij hun niveau."
Goed systeem, kleine buffer
“Sommige kinderen hebben in hun thuisland weinig onderwijskansen gekregen en zijn ontzettend blij en gemotiveerd dat ze eindelijk naar school kunnen gaan”, vertelt Vangenechten. “Maar velen worstelen ook, omdat ze nooit geleerd hebben om urenlang in een klas te zitten - geconcentreerd luisteren is op zich al een hele uitdaging voor wie dat niet gewoon is. De OKAN-klassen zijn een werkwijze waar we trots op kunnen zijn."
Toch blijft de schoolloopbaan van vluchtelingenkinderen ook in ons land een uitdaging. Kinderen op de vlucht kampen niet zelden met trauma’s, hun schoolloopbanen lopen sterk uiteen en het leven in en opvangcentrum is geen pretje. In ons systeem worden ze niet zelden vaak van school naar school overgeplaatst, waardoor kinderen telkens opnieuw onthecht geraken, zo bevestigen de Dienst Vreemdelingenzaken en Vluchtelingenwerk Vlaanderen.
“In 2015 is er een gigantische capaciteitsuitbreiding geweest”, gaat Vangenechten verder. “Maar toen de crisis voorbij leek, werden die extra plaatsen even snel weer afgebouwd. Door vertraging bij de afhandeling van de asielaanvragen is er nu opnieuw een tekort aan opvangplaatsen. Enkele centra die begin dit jaar gesloten zijn, moeten terug heropend worden. De gebouwen zijn er nog, maar de medewerkers en hun kennis en know-how zijn weg. Het zelfde geldt voor de OKAN-klassen in de omgeving van die centra. Er zou een grotere buffer aangehouden moeten worden om die schommelingen op te vangen.”
Lees meer over: Brussel , Onderwijs , vluchteling , leerling , okan , minderjarig , basisonderwijs
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.