Brussels Parlement voegt volledige rits in op kandidatenlijsten, of toch bijna

Het Brussels Parlement keurt vrijdag in de vooravond met grote meerderheid een voorstel van bijzondere ordonnantie goed dat het ritsprincipe invoert op de volledige kandidatenlijsten voor de verkiezingen voor het Brussels Parlement. Via amendement werd een uitzondering voorzien voor de derde plaats.

Het voorstel van bijzondere ordonnantie werd getekend door alle fracties, op N-VA en Vlaams Belang na. In een amendement werd toch een afwijking toegestaan van het algemene ritsprincipe. Er wordt immers een uitzondering voorzien voor de tweede en derde plaatsen 'die ingenomen kunnen worden door de kandidaten van hetzelfde geslacht.

Betere vertegenwoordiging van mannen en vrouwen

Met deze uitzondering willen wij de politieke partijen meer flexibiliteit geven bij het bepalen van de strategische orde van de kandidaten op de lijst, zonder dat zij op welke manier dan ook ten onrechte meer zichtbaarheid en meer kansen op verkiesbaarheid zouden kunnen geven aan een kandidaat van een bepaald geslacht, in vergelijking met de strikte toepassing van de rits'.

Cieltje Van Achter benadrukte dat N-VA akkoord gaat met de doelstelling van de tekst - een betere vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in het parlement -, maar dat de partij het niet eens is met de manier waarop dat gerealiseerd wordt door de bijzondere ordonnantie.

Ze wees erop dat ze met het voorliggend systeem in 2014 niet verkozen was geweest. De lijst werd toen getrokken door Johan Van den Driessche, gevolgd door twee vrouwen - Liesbet Dhaene en zijzelf -, en op vier en vijf stonden mannen. De toenmalige ondervoorzitter vond dat Van Achter meer kwaliteiten had dan de twee mannen die op de lijst volgden, aldus Van Achter.