De Wever: 'Nota schrapt tweetaligheid'

Geen witte rook dus voor de formateur. De N-VA reageerde als laatste op de veelbesproken nota. Eerder hadden Open VLD en SP.A "ja" gezegd tegen de formateur, maar met bemerkingen. De CD&V zei ook ja, maar verklaarde meteen niet verder te willen gaan zonder de N-VA. Daarmee speculeerden de christendemocraten op een afwijzing.

Een afwijzing die er ook kwam. Voorzitter Bart De Wever was op een persconferentie onder meer pessimistisch over de voorstellen voor Brussel. "Dit schrapt de facto de tweetaligheid van Brussel," zei hij. "Bovendien ondergraaft dit voorstel de macht van de Vlamingen in de hoofdstad."

Ook het herfinancieringsplan van de hoofdstad kon niet op genade rekenen. "De voorstellen inzake Brussel zijn vanuit Vlaams oogpunt echt desastreus. De wettelijke tweetaligheid van de hoofdstad worden zo goed als geschrapt. De politieke garanties voor de Vlamingen in het gewestbestuur worden van onder uit uitgehold. Desondanks krijgt Brussel er jaarlijks bijna 600 miljoen extra bij. Daartegenover staat geen enkel noemenswaardig tegenengagement om het bestuur in Brussel doeltreffender te maken. We moeten dan wel aanvaarden dan Brussel er nog bevoegdheden bij krijgt en een volwaardige deelstaat gaat worden, " zei De Wever.

De N-VA-voorzitter zei ook dat in het voorstel-Di Rupo de faciliteiten in de Rand de facto versterkt worden.

Alle Franstalige partijen zeiden eerder al ja op de nota, al waren er ook daar enkele opmerkingen.

De Ridder: 'Niemand heeft suprematie in Brussel'
Brussels parlementslid Paul De Ridder (N-VA) treedt zijn voorzitter bij in het afwijzen van de nota. "Tweetaligheid van dienst, tweetalige lijsten, een herfinanciering zonder controle; dat kan voor ons niet door de beugel," zegt hij. "Wij willen een voorstel dat de Vlamingen in Brussel waardeert, en niet alleen duldt. Wij willen volwaardig meebeslissen in deze stad van minderheden. Niemand heeft hier het recht om de suprematie op te eisen. Met dit standpunt toont de N-VA dat ze inzit met de Vlaamse Brusselaar, al wordt dikwijls het tegendeel beweerd."

De Ridder vindt bovendien dat de prioriteiten van de Franstalige politici verkeerd liggen. Die vragen onder meer de versteviging van de faciliteiten in de Rand. "Ze houden zich bezig met mensen die uit de stad zijn gevlucht, terwijl de armoede in Brussel bij wijze van spreken de muren opkruipt."